ECLI:NL:RBZUT:2008:BD7124
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Letselschadezaak met betrekking tot verlies arbeidsvermogen en kansen op werk na ongeval
In deze letselschadezaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, staat de schadevergoeding voor verlies van arbeidsvermogen centraal. De eiser, vertegenwoordigd door mr. C.B. Gaaf en mr. F.P. de Jong, heeft een vordering ingesteld tegen AEGON SCHADEVERZEKERING N.V., vertegenwoordigd door mr. A.V.P.M. Gijselhart en mr. H.Th. Vos. De zaak betreft de beoordeling van de kans op werk in het beroeps- en volwassen onderwijs na een ongeval dat plaatsvond op 12 april 2001. De rechtbank heeft een deskundigenbericht van W.C. Karsten, registerarbeidsdeskundige, in overweging genomen. Karsten concludeert dat de kans op een functie als docent in het onderwijs op 70% wordt geschat, terwijl de kans op een managementfunctie als minder aannemelijk wordt beschouwd. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, inclusief een tussenvonnis van 12 september 2007 en een beschikking van 21 december 2007, en heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schadeberekening moet worden gebaseerd op de veronderstelling dat de eiser vanaf 1 september 2001 als docent zou zijn gaan werken, met een salaris in salarisschaal LB, trede 18. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de mogelijkheid van doorgroei naar een managementfunctie in de toekomst. De pensioenleeftijd en de voorwaarden voor pensioenuitkeringen zijn eveneens besproken, waarbij de rechtbank oordeelt dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij tot zijn 65e zou hebben doorgewerkt. De uiteindelijke beslissing van de rechtbank houdt in dat de schadevergoeding wordt berekend op basis van de vastgestelde uitgangspunten, met inachtneming van de wettelijke rente en de gevolgen van de schadeberekening. De zaak wordt aangehouden voor verdere beslissingen en het nemen van akten door de partijen.