ECLI:NL:RBZUT:2008:BD3812
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Vrieze
- K. van Duyvendijk
- L.J.P. Lambooij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een civiele procedure
Op 5 maart 2008 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] tegen [gewraakte rechter], naar aanleiding van de zitting van 4 oktober 2006. In deze zitting was de rol van [gewraakte rechter] ter discussie gesteld, waarbij [verzoeker] stelde dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding was. De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving en jurisprudentie in acht genomen, met name artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden kunnen weerleggen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gewraakte rechter] geen betrokkenheid had bij de procedures van de Stichting Garantie- en Waarborgfonds Nederland (SGWN) vóór de zitting van 4 oktober 2006. De aangevoerde gronden door [verzoeker] werden niet als uitzonderlijke omstandigheden gekwalificeerd. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve redenen waren om aan de onpartijdigheid van [gewraakte rechter] te twijfelen. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en de procedure werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek.
De beschikking werd openbaar uitgesproken door de rechters G. Vrieze, K. van Duyvendijk en L.J.P. Lambooij. De uitspraak benadrukt het belang van de onpartijdigheid van rechters en de strikte voorwaarden waaronder een wrakingsverzoek kan worden toegewezen.