ECLI:NL:RBZUT:2008:BD3802
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot wraking van rechters in een strafzaak
Op 20 maart 2008 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoeker], die zich in een strafzaak tegen [verdachte] bevond. De wraking was gericht tegen de rechters [gewraakte rechter A], [gewraakte rechter B] en [gewraakte rechter C]. De verzoeker stelde dat de rechters partijdig waren, omdat zij op 13 en 17 maart 2008 beslissingen hadden genomen zonder de verdediging te horen. Dit zou in strijd zijn met het recht op een eerlijk proces. De rechtbank oordeelde dat de rechters op basis van hun ambtshalve bevoegdheid handelden en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er zwaarwegende aanwijzingen zijn voor het tegendeel. De gronden voor de wraking werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De rechtbank besloot het verzoek tot wraking af te wijzen en bepaalde dat de strafzaak tegen [verzoeker] voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het wrakingsverzoek.