ECLI:NL:RBZUT:2008:BD3795
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B. de Groot
- A.B.A.P.M. Varenhorst
- Tj. Gerbranda
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot wraking van rechters in een civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 13 februari 2008 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door verzoekers A en B, die zich niet konden vinden in de gang van zaken in hun procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de gewraakte rechter, die de behandeling van de zaak voerde, niet onpartijdig zou zijn. Dit verzoek werd gedaan op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat rechters uit hoofde van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De verzoekers hebben aangevoerd dat de gewraakte rechter de stelling van onbevoegdheid van verzoeker A en B had genoteerd, maar de rechtbank oordeelde dat dit een procedurele beslissing betrof. Een dergelijke beslissing kan, behoudens bijkomende feiten of omstandigheden, geen grond voor wraking opleveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zodanige feiten of omstandigheden zijn gesteld of gebleken die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel zouden trekken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure, die bekend is onder nummer 91732 JE RK 08-109, zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. R.A.J.M. Thomassen.