ECLI:NL:RBZUT:2008:BD3793
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Vrieze
- K. van Duyvendijk
- L.J.P. Lambooij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een civiele procedure
Op 5 maart 2008 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] tegen [gewraakte rechter], naar aanleiding van haar rol in de aanloop naar een zitting van de meervoudige kamer op 21 februari 2007 en de daaropvolgende beslissingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een rechter gewraakt kan worden indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank heeft daarbij de jurisprudentie van de Hoge Raad in acht genomen, die stelt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen.
De rechtbank heeft de aangevoerde gronden van [verzoeker] beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van uitzonderlijke omstandigheden die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zouden maken. De rechtbank heeft benadrukt dat de wrakingsgronden betrekking hadden op procedurele en inhoudelijke beslissingen die niet op zichzelf of in samenhang konden leiden tot een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. De beslissing van de rechtbank was dat het verzoek tot wraking van [gewraakte rechter] werd afgewezen en dat de procedure onder nummer 207 - 115 voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters G. Vrieze, K. van Duyvendijk en L.J.P. Lambooij. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden en de beoordeling van wrakingsverzoeken verduidelijkt, met name in het licht van de vereisten voor het aannemen van een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid.