RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460072-08
Uitspraak d.d. 10 juni 2008
Tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1989],
wonende te [adres en plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring “Ooyerhoekseweg” te Zutphen.
Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 mei 2008.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) of omstreeks de periode van 11 januari 2008
tot en met 12 februari 2008 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening
- in/uit een personenauto, merk Volkswagen, type Golf, kleur rood, kenteken
[kenteken], heeft weggenomen een autoradio-CDspeler met frontje, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A] in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- in/uit een personenauto, merk Alfa, type Romeo 156, kleur zilver, kenteken
[kenteken], heeft weggenomen een autoradio, merk JVC, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- in/uit een personenauto, merk Volkswagen, type Golf GTI, kleur zwart,
kenteken [kenteken], heeft weggenomen een paspoort en/of een ID-kaart en/of een
bankpas en/of een toegangspas en/of twee, althans één of meer sleutelbos(sen)
en/of een rijbewijs, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) en/of
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 februari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een personenauto, merk Peugeot, type Partner, kleur grijs, kenteken
[kenteken] weg te nemen goederen/geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde personenauto te
verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen/geld onder zijn/hun bereik te
brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer
van zijn mededader(s), althans alleen, het raam van een voorportier kapot
heeft gemaakt, door een schroevendraaier tussen het raam en de deurstijl te
steken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 december
2007 tot en met 4 februari 2008 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk
van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- op 29 januari 2008 (thv de Handelstraat) een handtas met een telefoon en/of
een portemonnee en/of twee bankpassen en/of een geldbedrag, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer E], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen voornoemde [slachtoffer E], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld
misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer E] (met kracht) een duw heeft
gegeven en/of
- op 28 december 2007 (thv de Kayersdijk) een handtas met 2 telefoons en/of
een portemonnee met geld en bankpassen en/of een rijbewijs, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer F], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen voornoemde [slachtoffer F], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld
misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer F] (met kracht) een duw gaf en/of
- op 2 januari 2008 (thv de 2e Wormenseweg) een handtas met een telefoon en/of
een portemonnee met geld en bankpassen en/of een rijbewijs, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen voornoemde [slachtoffer G], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld
misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader met een ruk de handtas uit de fietsmand van
die [slachtoffer G] heeft getrokken, waardoor/waarbij voornoemde [slachtoffer G] ten val kwam
en/of
- op 2 januari 2008 (thv de Talingweg) een handtas met een telefoon en/of een
rijbewijs en/of een paspoort en/of twee bankpassen, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen voornoemde [slachtoffer G], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld
misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer G] (met kracht) een klap op
het(achter)hoofd heeft gegeven en/of met kracht de handtas uit de fietsmand
heeft gerukt en/of
- op 4 februari 2008 (thv de Kayersdijk) een handtas met een portemonnee en/of
twee bankpassen en/of een reisdocument, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer I], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
voornoemde [slachtoffer I], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk
te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn
mededader de handtas van die die [slachtoffer I] (met kracht) uit de fietsmand trok,
waardoor/waarbij voornoemde [slachtoffer I] ten val kwam;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De bewijsmotivering (voetnoot 1)
In Apeldoorn hebben in december 2007 en januari 2008 een aantal tasjesroven plaatsgevonden, waarbij meestal twee daders op een (brom/snor)scooter opereerden. Door een duw of ruk werd dan aan de eigenaresse haar tas ontfutseld. Dit vormde aanleiding voor het onderzoek in deze zaak. Aan de hand van de historische gegevens van bij verschillende tasjesroven weggenomen mobiele telefoons kwam de politie terecht bij een Telecomwinkel in Apeldoorn. Uit het opkoperregister bleken die telefoons dan te zijn verkocht door een persoon die zich legitimeerde als [verdachte].
Op 12 februari 2008 is verdachte op heterdaad aangehouden naar aanleiding van een melding over een inbraak in een auto.
B. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem tenlastegelegde feiten. De officier van justitie heeft zich daarbij onder meer gebaseerd op de (grotendeels bekennende) verklaringen van verdachte bij de politie, de werkwijze die door de daders is gehanteerd, de bij verdachte tijdens het opsporingsonderzoek aangetroffen voorwerpen en de verklaringen van de verschillende aangevers.
C. Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman is geen bewijsverweer gevoerd.
Voor zover verdachte heeft verklaard en ter zitting heeft herhaald, dat hij niet gezien heeft dat één van de slachtoffers van de tasjesroven is geslagen en dat anderen bij de tasjesroof zijn geduwd danwel door het trekken aan de tas ten val zijn gekomen, wordt daaraan door de rechtbank niet de conclusie verbonden dat zulks niet zou zijn gebeurd. De rechtbank kent daartoe meer betekenis toe aan de op dat punt gedetailleerde aangiften, terwijl zij voorts van algemene bekendheid acht dat indien vanaf een voorbijrijdende scooter - met meer of minder kracht - een tas van een fietster wordt afgenomen, dit kan leiden tot de val van die fietster, vooral wanneer die tas wordt vastgehouden of is bevestigd aan een fietsmand of stuur, dan wel een onderdeel daarvan.
D. Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht voor het bewijs - ook in onderlinge samenhang bezien - de volgende feiten en omstandigheden redengevend.
(ten aanzien van feit 1, incident 9)
Verdachte heeft bekend (voetnoot 2) dat hij op 12 februari 2008 samen met [medeverdachte] op een scooter in Apeldoorn op pad is gegaan. [medeverdachte] heeft in auto’s gekeken of er iets waardevols in lag. Op de parkeerplaats bij een winkelcentrum heeft [medeverdachte] met een schroevendraaier een rode Volkswagen Golf opengebroken en daaruit een autoradio weggehaald. Verdachte heeft de autoradio van [medeverdachte] aangenomen en in de buddyseat van hun scooter gelegd.
Daarnaast is voorhanden de aangifte van [slachtoffer A] (voetnoot 3) de verklaring van de getuige [getuige] (voetnoot 4) (relaas [verbalisant A]) en de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte].
(ten aanzien van feit 1, incident 10)
In de periode van 11 op 12 februari 2007 is er ingebroken in de zilverkleurige Alfa Romeo van [slachtoffer B] (voetnoot 5), waarbij een JVC autoradio is weggenomen. De auto stond geparkeerd aan [straat] in Apeldoorn. Het portier aan de bestuurderszijde was geforceerd.
Op 12 februari 2008 rond 04.00 uur is verdachte door de politie aangehouden (voetnoot 6) naar aanleiding van een melding van de meldkamer van een inbraak uit een auto aan [straat]. De politie ziet twee personen op een zilvergrijze bromscooter rijden die aan het signalement voldoen. Na een achtervolging lukt het om de bestuurder van de bromscooter tot stoppen te dwingen. Bij onderzoek worden vervolgens onder de buddyseat van de bromscooter twee autoradio’s en gereedschappen aangetroffen. Verdachte is aangehouden samen met [medeverdachte] (voetnoot 7).
Verdachte heeft bekend (voetnoot 8) dit feit samen met [medeverdachte] te hebben gepleegd. Hij is nabij het centrum van Apeldoorn gestopt bij een aldaar geparkeerd staande grijze Alfa Romeo. [medeverdachte] heeft het bestuurdersportier geforceerd en vervolgens hebben ze in de auto gekeken. Uit de auto is een autoradio weggenomen, die in de buddyseat van de scooter is gedaan. Vervolgens zijn verdachte en zijn mededader door de politie aangehouden.
Naast de verklaring van verdachte is voorhanden de ondersteunende verklaring van [medeverdachte] (voetnoot 9).
(ten aanzien van onder meer feit 1, incident 4)
Verdachte heeft bekend (voetnoot 10) eind januari 2008 ingevolge daartoe afgesproken plan samen met [medeverdachte] in Apeldoorn in zijn directe woonomgeving een auto te hebben opengebroken. [medeverdachte] sloeg een ruit van de auto in en heeft een aantal spullen uit die auto weggenomen, waaronder een rijbewijs, een radio en sleutels. Samen hebben ze de spullen in de buddyseat van zijn brommer gedaan en zijn er vandoor gegaan.
Buiten de verklaring van verdachte is voorhanden een aangifte (voetnoot 11) van [slachtoffer C] – namens hem en zijn vriendin [naam], wonende aan De [adres] - en het relaas van [verbalisant A] (voetnoot 12) omtrent een doorzoeking van het woonhuis van verdachte, alsmede een het verslag van de doorzoeking (voetnoot 13) van het perceel [adres en plaats] en de daarbij behorende lijst van inbeslaggenomen goederen (waaronder een snipper van een rijbewijs met daarop: “[adres]” en een rijbewijs ten name van [slachtoffer F]).
Uit de onderlinge samenhang blijkt dat abusievelijk in de lijst van inbeslaggenomen goederen als adres is opgenomen [adres] in plaats van [adres].
(ten aanzien van feit 2, incident 8)
Aangever [slachtoffer D] (voetnoot 14) heeft verklaard dat er tussen 11 februari 2008 te 17.00 uur en 12 februari 2008 te 03.52 geprobeerd is goederen uit zijn auto (een grijze Peugeot, type Partner, met het kenteken [kenteken]) te stelen, waarbij de ruit aan de passagierszijde is verbroken.
Door de eerdergenoemde getuige [getuige] is die nacht rond 04.00 uur gezien dat er werd ingebroken in de auto van zijn buurman [slachtoffer A] Daarbij waren twee mannen betrokken die er vervolgens op een brommer vandoor gingen. Toen hij vervolgens op de parkeerplaats kwam, zag hij dat de ruit van de auto van zijn buurman [slachtoffer D] eveneens was ingeslagen.
[medeverdachte] (voetnoot 15) heeft verklaard dat hij op 12 februari 2008 samen met [verdachte] in Apeldoorn een rondje is gaan rijden. Dat hij met behulp van een schroevendraaier een portier van een rode auto heeft geforceerd en uit de auto een CD-speler heeft weggenomen. [verdachte] stond daarbij op korte afstand van de auto. [verdachte] heeft de CD-speler van hem aangepakt en hem in de buddyseat van zijn scooter gelegd.
Vervolgens heeft hij - [medeverdachte] - een op korte afstand van de rode auto staande auto op dezelfde wijze geforceerd, maar daarin niets gevonden.
Verdachte (voetnoot 16) heeft bij de politie verklaard dat [medeverdachte] na de inbraak in de rode Golf op dezelfde parkeerplaats en op dezelfde wijze nog een witte auto heeft opengebroken, maar dat hij niets uit de auto heeft meegenomen.
(ten aanzien van feit 3, incident 6)
Op 29 januari 2008 fietste aangeefster [slachtoffer E] (voetnoot 17) over de Handelstraat in Apeldoorn. Op het moment dat zij wordt gepasseerd door een tweetal jongens op een scooter wordt zij geduwd. De jongens op de scooter zijn enkele meters voor haar gestopt, een van hen kwam op haar toegelopen, duwde haar aan de kant en pakte vervolgens haar tas uit haar fietstas. Vervolgens zijn de jongens weggereden. In haar handtas zaten een portemonnee, twee bankpassen, een telefoon Sony Ericsson type V630I en een geldbedrag.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dit feit samen met [medeverdachte] te hebben gepleegd en dat hij degene is geweest die de tas uit de fietstas heeft gepakt.
Daarnaast is voorhanden het relaas van [verbalisant B] (voetnoot 18) over het traceren van de genoemde telefoon in het inkoopregister van een Telecomwinkel, waarbij de verkoper zich heeft geïdentificeerd als zijnde [verdachte].
(ten aanzien van feit 3, incident 1)
Op 28 december 2007 fietste aangeefster [slachtoffer F] (voetnoot 19) op de Kayersdijk in Apeldoorn. Zij werd gepasseerd door twee jongens op een snorfiets, die ongeveer zes meter verderop de stoep opreden en daar stopten. Aangeefster fietste door en op het moment dat zij rechtsaf wilde slaan, voelde zij dat zij met kracht opzij werd geduwd. Zij kwam ten val naast het fietspad. Zij zag vervolgens dat de jongen die achterop had gezeten haar tas die zij in haar hand vasthield pakte. Die jongen stapte daarna weer bij de bestuurder van de snorbrommer achterop en de jongens reden vervolgens weg.
In haar damestas zaten onder meer twee mobiele telefoons van het merk Motorola, een portemonnee met daarin geld en bankpassen, een rijbewijs.
Verdachte (voetnoot 20) heeft toegegeven dit feit te hebben gepleegd, samen met [medeverdachte].
Ook in dit geval (voetnoot 21) is één van de genoemde mobiele telefoons via het opkoopregister van de eerderbedoelde Telecomwinkel getraceerd op [verdachte].
(ten aanzien van feit 3, incident 2)
Op 2 januari 2008 fietste aangeefster [slachtoffer G] (voetnoot 22)op de 2e Wormenseweg te Apeldoorn. Zij kwam net uit de fietstunnel. Toen zij daar fietste werd door de bijrijder van een naast haar rijdende scooter haar handtasje uit haar fietsmand gerukt. Zij had het hengsel van haar tas nog extra vastgemaakt aan haar fietsmand. Door de ruk kwam zij ten val. In de handtas zat onder meer een mobiele telefoon Nokia type N72, een portemonnee, geld, bankpassen en een rijbewijs.
Genoemde mobiele telefoon (voetnoot 23) is via het opkoopregister van dezelfde Telecomwinkel (voetnoot 24) getraceerd op [verdachte].
Verdachte (voetnoot 25) heeft toegegeven samen met [medeverdachte] een vrouw van haar tas te hebben beroofd bij de fietstunnel nabij het spoor. Na de beroving van die vrouw hebben zij de tas van die vrouw in de buddyseat van zijn brommer gedaan.
(ten aanzien van feit 3, incident 3)
Op 2 januari 2008 fietste aangeefster [slachtoffer G] (voetnoot 26) op het langs haar woning aan [adres en plaats] liggende tuinpad, toen zij plotseling een harde klap op haar achterhoofd kreeg.
Toen zij omkeek zag zij een man. Zij zag en voelde vervolgens dat die man aan haar handtas trok die zij voorin haar fietsmand had liggen. Zij had het hengsel van haar tas rond haar fietsbel gedraaid. De man trok zo hard dat het hengsel van de tas scheurde. Hierop is de man weggerend in de richting van een andere man die stond te wachten met een bromscooter. Beiden mannen reden vervolgens weg.
In de tas zat onder meer een rijbewijs, een paspoort, twee bankpassen, een mobiele telefoon Nokia 6210.
Genoemde mobiele telefoon (voetnoot 27) is via het opkoopregister van dezelfde Telecomwinkel getraceerd op [verdachte].
Verdachte (voetnoot 28) heeft bekend op dezelfde avond als waarop de beroving van de vrouw bij de fietstunnel plaatsvond, samen met [medeverdachte] nog een vrouw te hebben beroofd. Hij is met [medeverdachte] achter de vrouw aangereden. Op een gegeven moment is de vrouw van haar fiets gestapt en de oprit naar een woning opgelopen. [medeverdachte] is toen van de brommer afgestapt en hij is op zijn brommer blijven wachten. [medeverdachte] kwam teruggerend met de tas van die vrouw en is bij hem achterop de brommer gesprongen, waarna zij zijn weggereden.
(ten aanzien van feit 3, incident 7)
Aangeefster [slachtoffer I] fietste op 4 februari 2008 rond 21.00 uur op het fietspad van de Kayersdijk in Apeldoorn. Zij had haar handtas voorin het mandje van haar fiets gelegd. Zij zag een manspersoon met een scooter langs het fietspad staan. Toen zij moest stoppen voor het verkeerslicht, stopte de scooter dicht naast haar. De scooterrijder trok vervolgens haar handtas uit haar fietsmand, zo hard dat zij hierdoor haar evenwicht verloor en ten val kwam.
De scooterrijder ging er vervolgens met haar tas vandoor. Zij is nog achter de scooterrijder aangefietst.
In haar tas zat onder meer een portemonnee en twee bankpassen.
Verdachte heeft ter zitting en bij de politie (voetnoot 29) bekend dit feit alleen te hebben gepleegd.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op tijdstippen de periode van 11 januari 2008 tot en met 12 februari 2008 te Apeldoorn telkens tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
- uit een personenauto, merk Volkswagen, type Golf, kleur rood, kenteken [kenteken], heeft weggenomen een autoradio-CDspeler met frontje, toebehorende aan [slachtoffer A] en
- uit een personenauto, merk Alfa, type Romeo 156, kleur zilver, kenteken
[kenteken], heeft weggenomen een autoradio, merk JVC, toebehorende aan [slachtoffer B], en
- uit een personenauto, merk Volkswagen, type Golf GTI, kleur zwart, kenteken [kenteken], heeft weggenomen een paspoort en een ID-kaart en een bankpas en een toegangspas en twee sleutelbossen en een rijbewijs, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader
waarbij verdachte en zijn mededader zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
2.
hij op 12 februari 2008 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto, merk Peugeot, type Partner, kleur grijs, kenteken
[kenteken] weg te nemen goederen/geld, geheel of ten dele toebehorende aan G. [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader en zich daarbij de toegang tot voornoemde personenauto te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen/geld onder hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, met zijn mededader het raam van een voorportier kapot heeft gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 28 december 2007 tot en met 4 februari 2008 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, telkens met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- op 29 januari 2008 (thv de Handelstraat) een handtas met een telefoon en een portemonnee en twee bankpassen en een geldbedrag toebehorende aan [slachtoffer E], welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer E], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat zijn mededader die [slachtoffer E] een duw heeft gegeven en
- op 28 december 2008 (thv de Kayersdijk) een handtas met 2 telefoons en een portemonnee met geld en bankpassen en een rijbewijs, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer F], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader,welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer F], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat zijn mededader die [slachtoffer F] met kracht een duw gaf en
- op 2 januari 2008 (thv de 2e Wormenseweg) een handtas met een telefoon en een portemonnee met geld en bankpassen en een rijbewijs, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader, welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer G], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat zijn mededader met een ruk de handtas uit de fietsmand van die [slachtoffer G] heeft getrokken, waardoor voornoemde [slachtoffer G] ten val kwam en
- op 2 januari 2008 (thv de Talingweg) een handtas met een telefoon en een rijbewijs en een paspoort en twee bankpassen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer G], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat zijn mededader die [slachtoffer G] met kracht een klap op het achterhoofd heeft gegeven en met kracht de handtas uit de fietsmand heeft gerukt en
- op 4 februari 2008 (thv de Kayersdijk) een handtas met een portemonnee en twee bankpassen, toebehorende aan [slachtoffer I], welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer I], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte de handtas van die [slachtoffer I] met kracht uit de fietsmand trok, waardoor voornoemde [slachtoffer I] ten val kwam.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
feit 2: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 3: diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of makkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
diefstal, voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of makkelijk te maken.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
1. De officier van justitie heeft terzake alle tenlastegelegde feiten gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, waarvan een gedeelte van anderhalf jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
2. Door de raadsman van verdachte is aangevoerd dat met het opleggen van een straf als door de officier van justitie gevorderd, de motivatie van verdachte om zijn leven een positieve wending te geven kan doen wegvallen. Het gaat om een vroegmeerderjarige, die inmiddels tot het besef is gekomen dat hij met zijn handelwijze anderen veel leed toevoegt en dat hij scholing en werk ter hand moet nemen om inhoud aan zijn leven te geven.
3. De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan drie auto-inbraken, een poging daartoe en vijf tasjesroven. Die feiten pleegde hij doorgaans met een ander, maar ook wel eens alleen. Door het plegen van die feiten heeft verdachte de slachtoffers schade, schrik en overlast bezorgd. Dat geldt niet alleen voor de bezitters van de betreffende auto’s, waaraan schade is veroorzaakt en waaruit spullen, waaronder identiteitsdocumenten zijn weggenomen, maar ook - temeer - voor de vrouwelijke slachtoffers van de tasjesroven. Zij werden in de winter van 2007/2008 of ’s ochtends vroeg of in de loop van de avond, op tijdstippen waarop het dan nog donker is, met het nodige duw- en trekwerk van hun tas beroofd. Sommigen van de slachtoffers kwamen daarbij ten val. De mobiele telefoons die verdachte heeft buitgemaakt, heeft hij vervolgens doorverkocht aan een zaak in Apeldoorn.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan, niet alleen vanwege het grote aantal in relatief korte tijd, en het kennelijke gemak waarmee verdachte is doorgegaan met het plegen van deze strafbare feiten, maar ook vanwege de gevolgen daarvan voor de slachtoffers.
5. Voor enig vergelijk heeft de rechtbank gekeken naar de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Als uitgangspunt voor het een tasjesroof met een enkele ruk zonder noemenswaardige verwondingen - bij een alleen opererende dader, uitgaande van een first-offender - wordt daar een gevangenisstraf van twaalf weken gehanteerd en voor een diefstal uit een auto op straat door middel van braak voor een gevangenisstraf wordt als oriëntatiepunt drie weken gevangenisstraf gehanteerd.
In dit geval gaat het echter niet, behoudens één tasjesroof, om een alleen opererende dader.
Uit het strafblad van verdachte van blijkt daarnaast dat hij eerder met justitie in aanraking is gekomen voor diefstallen en openlijke geweldplegingen, laatstelijk op 16 oktober 2006. Verdachte liep ten tijde van het plegen van de onderhavige feiten nog in een proeftijd.
6. Over verdachte is door de reclassering en door psychiater Verhoef van het NIFP gerapporteerd.
In de reclasseringsrapportage wordt verdachte beschreven als een impulsieve jonge man zonder echt spijtbesef. Hij bagatelliseert de feiten en zijn aandeel daarin. Het recidiverisico wordt hoog ingeschat. Verdachte heeft geen hulpvraag en ziet geen noodzaak tot verandering. De reclassering adviseert verdachte een vrijheidsstraf op te leggen en geen verplicht reclasseringscontact.
Volgens psychiater Verhoef neigt verdachte tot bagatelliseren en externaliseren en toont hij geen enkele motivatie voor begeleiding. Er is geen psychiatrische stoornis in engere zin aantoonbaar, wel lijkt sprake te zijn van ontwikkeling van antisociale persoonlijkheidstrekken in omgang met verkeerde vrienden.
De rechtbank neemt de bevindingen van de psychiater Verhoef over. Dit spoort ook met de indruk die de rechtbank ter terechtzitting van verdachte heeft gekregen.
7. De rechtbank ziet in het vorenstaande aanleiding om de straf als door de officier van justitie gevorderd te matigen. De rechtbank acht een aanzienlijk voorwaardelijk strafdeel op zijn plaats, om verdachte duidelijk aan te geven dat hij zich niet meer met het plegen van strafbare feiten moet inlaten en dat wanneer hij dit wel doet, dat zwaarwegende gevolgen kan hebben.
Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer F] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.240,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3, tweede gedachtestreepje, ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer G] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van ongeveer € 75,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3, derde gedachtestreepje, ten laste gelegde.
De benadeelde partij [slachtoffer G] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 565,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3, vierde gedachtestreepje, ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft gevorderd dat - steeds met toepassing van de hoofdelijkheidsclausule - de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer G] en [slachtoffer G] volledig zullen worden toegewezen en dat de vordering van de benadeelde [slachtoffer F] zal worden gematigd tot een bedrag van € 600,--, aangezien kennelijk “nieuw voor oud” wordt gevorderd en niet blijkt hoe oud verschillende (aannemelijke dure) voorwerpen waren.
Door de officier van justitie is in die samenhang tevens gevorderd telkens de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, met toepassing van de vervangende hechtenis clausule overeenkomstig artikel 36f, zesde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dat houdt kort gezegd in dat toepassing van de hechtenis de verplichting tot schadevergoeding niet opheft.
Door de raadsman van verdachte is de niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partijen [slachtoffer F] en [slachtoffer G] bepleit.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer G] kan voor wat betreft de materiële schade worden toegewezen tot het gevorderde bedrag, maar de gevorderde immateriële schade dient naar het oordeel van de raadsman aanzienlijk te worden gematigd, aangezien de door het buro slachtofferhulp aangestipte casus ziet op een niet vergelijkbare situatie, waarbij veel forser geweld is toegepast.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer F] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3, tweede gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank bepaalt dit in redelijkheid op een bedrag van
€ 300,--, uitgaande van prijzen die in het economisch verkeer plegen te worden gehanteerd.
De vordering zal tot dat bedrag worden toegewezen en de benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer G] is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot die vordering is gebleken, naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3, derde gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. De door benadeelde opgevoerde bedragen zijn niet buitensporig en alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer. De rechtbank bepaalt in redelijkheid de schade op € 70,--. De verdachte is voor die schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk en de vordering is derhalve in zoverre voor toewijzing vatbaar.
Ten aanzien van de telefoon is geen bedrag opgevoerd. De rechtbank zal de benadeelde partij op dat onderdeel niet-ontvankelijk verklaren in haar de vordering, aangezien dit onderdeel niet van zo eenvoudige aard is om in het kader van deze strafprocedure af te doen. Van belang is immers in welk verband een telefoon is aangeschaft, hetgeen veelal pleegt te gebeuren in het kader van een abonnement. In het onderhavige geval is hierover geen informatie beschikbaar.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer G] zal worden toegewezen tot een bedrag van
€ 300,--.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal de vordering in zoverre worden toegewezen.
De verdachte is voor die schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk.
Wat de immateriële schade betreft zal de rechtbank de vordering toewijzen tot een bedrag van € 250,--. De rechtbank bepaalt die schade naar redelijkheid op voormeld bedrag, nu de geweldscomponent van beperkte omvang is gebleven en betrokkene geen noemenswaardig letsel heeft opgelopen.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, hetgeen betekent dat zij haar vordering voor dat deel slechts kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
In beslag genomen voorwerpen
Nu geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de rechthebbenden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
* Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
* Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
* Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 8 (acht) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
* Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
* Gelast de teruggave van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbenden, te weten:
- een briefje uit een agenda met de naam [naam] terug aan [slachtoffer F];
- een snipper van een rijbewijs met daarop “[adres]” terug aan de Nederlandse Staat.
* Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente van het moment van het schadeveroorzakende feit en de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
1. [slachtoffer F],
[adres en plaats]
(rekeningnummer [nummer]) € 300,--
ingang wettelijke rente 28 december 2007
2. [slachtoffer G],
[adres en plaats]
(rekeningnummer [nummer]) € 70,--
ingang wettelijke rente 2 januari 2008
3. [slachtoffer G],
[adres en plaats]
(rekeningnummer [nummer]) € 300,--
ingang wettelijke rente 2 januari 2008.
Verklaart de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk in hun vordering.
* Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het /de navolgende slachtoffer(s) te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Slachtoffers Bedrag vervangende hechtenis
1. [slachtoffer F] voornoemd € 300,-- 6 dagen.
2. [slachtoffer G] voornoemd € 70,-- 1 dag
3. [slachtoffer G] voornoemd € 300,-- 6 dagen
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Van de Wetering en Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 juni 2008.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam) proces-verbaal nr. PL0621/08-200841, gedateerd 31 januari 2008
2 Proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde dossierpag. 109/110
3 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 129
4 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 132
5 Geschrift aangeduid als proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 138
6 Proces-verbaal van aanhouding, doorgenummerde dossierpag. 25/26
7 Stamproces-verbaal, relaas verbalisant, doorgenummerde dossierpag. 10
8 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 110
9 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dosssierpag. 118
10 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 71
11 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 65
12 Stamproces-verbaal, doorgenummerde dossierpag. 11
13 Proces-verbaal van doorzoeking, niet genummerd, pagina volgorde 15 en 16 en doorgenummerde dossierpag. 17
14 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 103
15 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 118
16 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 110
17 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 83/86
18 Proces-verbaal, doorgenummerde dossierpag. 87
19 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 33/37, in samenhang met ambtelijk verslag doorgenummerde dossierpag. 38
20 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 42/43
21 Ambtelijk verslag [verbalisant C], doorgenummerde dossierpag. 39/40
22 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 44/46
23 Proces-verbaal relaas [verbalisant B], doorgenummerde dossierpag. 47/49
24 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte], doorgenummerde dossierpag. 50
25 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 52
26 Proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpag. 53/55
27 Proces-verbaal relaas [verbalisant B], doorgenummerde dossierpag. 57/59
28 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 61/62
29 Proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde dossierpag. 101