ECLI:NL:RBZUT:2008:BC6043
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- N.K. van den Dungen-Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Dwangsombesluit voor beëindiging van huisvesting van verstandelijk gehandicapte kinderen in hotelunits
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen op 3 maart 2008 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een dwangsombesluit. De verzoekster, Zorg Stichting Vivence te Rotterdam, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Brummen, dat haar had gelast de huisvesting en begeleiding van (licht) verstandelijk gehandicapte kinderen in hotelunits te staken. De voorzieningenrechter oordeelde dat het gebruik van de hotelunits in strijd was met de bestemming van het perceel, dat was aangewezen voor verblijfsrecreatie en andere gerelateerde functies. Er was geen zicht op legalisatie van het gebruik, en de opgelegde dwangsom van € 50.000,- per week, met een maximum van € 100.000,- werd als niet onevenredig beschouwd.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester en wethouders bij het uitoefenen van hun bevoegdheid om vrijstelling te verlenen een ruime beleidsvrijheid hebben. De door verzoekster aangevoerde omstandigheden boden geen aanleiding om van het beleid af te wijken. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende concrete gegevens waren om aan te nemen dat het gebruik tijdelijk zou zijn en dat de brandveiligheid van de hotelunits niet voldeed voor de opvang van de kinderen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, en stelde dat het bestreden besluit op goede gronden tot stand was gekomen.
De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de verantwoordelijkheden van bestuursorganen bij het waarborgen van de veiligheid en het welzijn van kwetsbare groepen, zoals (licht) verstandelijk gehandicapte kinderen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in proceskosten, en dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet voor inwilliging in aanmerking kwam.