ECLI:NL:RBZUT:2008:BC4944

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
22 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-800248-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Krijger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verspreiding van naaktfoto's van ex-vriendin

In deze zaak heeft de politierechter in Zutphen op 22 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige man die werd beschuldigd van het verspreiden van naaktfoto's van zijn ex-vriendin. De verdachte werd geconfronteerd met meerdere aanklachten, waaronder smaadschrift en schending van de eer en goede naam van het slachtoffer. De feiten vonden plaats tussen 19 april 2003 en 8 november 2004, waarbij de verdachte zonder toestemming van de ex-vriendin afbeeldingen verspreidde via internet en chatdiensten. De politierechter oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde door de afbeeldingen te delen, wat leidde tot ernstige schade voor het slachtoffer, die haar privacy en reputatie in gevaar zag komen.

Tijdens de rechtszaak werd bewijs gepresenteerd, waaronder verklaringen van de verdachte en deskundigenrapporten van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De verdediging voerde aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de verspreiding van de afbeeldingen, maar de rechter oordeelde dat de verdachte voldoende kennis had van computers en internet om te begrijpen dat zijn acties schadelijk waren. De politierechter legde een geldboete op van €1500,-, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen bij niet-betaling, en beval de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen harde schijven.

Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die een bedrag van €5860,50 vorderde. De rechter oordeelde dat de vordering voldoende was onderbouwd en wees deze toe. De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de gevolgen van het verspreiden van intieme afbeeldingen zonder toestemming, wat niet alleen juridische, maar ook persoonlijke en sociale repercussies heeft voor het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Politierechter
Parketnummer: 06/800248-05
Uitspraak d.d.: 22 februari 2008
Tegenspraak / dnip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1978],
wonende te [adres en plaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 februari 2008.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 5 juli 2005 is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode tussen 19 april 2003 en 8 november 2004, in ieder geval op 12 juli 2004, in de gemeente [plaatsnaam] en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk, door middel van verspreiding van (een) (kleuren)afbeelding(en), de eer en/of de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte, ((telkens) buiten medeweten en/of toestemming van die [slachtoffer]), met voormeld doel (een) (kleuren)afbeelding(en), te weten:
- één of meerdere afbeelding(en) van die [slachtoffer] naakt ruggelings liggend met de benen gespreid, waardoor de schaamstreek van die [slachtoffer] zichtbaar is (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam], en/of
- één of meerdere afbeelding(en) ingezoomd op de schaamstreek en/of de vagina (van die [slachtoffer]) (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam], en/of
- één of meerdere afbeelding(en) van die [slachtoffer], terwijl die [slachtoffer] een (stijve) penis in haar mond heeft (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam], en
- één of meerdere afbeelding(en) van die [slachtoffer] naakt en/of met alleen een onderbroek en/of slipje aan liggend op haar zij en/of buik (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam];
(telkens) verspreid (te weten (telkens) via internet en/of chatten);
Art 261 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Art 261 lid 2 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode tussen 19 april 2003 en 8 november 2004 , in ieder geval op 12 juli 2004, in de gemeente [plaatsnaam] en/of (elders) in Nederland (telkens) zonder daartoe gerechtigd te zijn (een)(kleuren)portret(ten), te weten
-één of meerdere afbeelding(en) van die [slachtoffer] naakt ruggelings liggend met de benen gespreid, waardoor de schaamstreek van die [slachtoffer] zichtbaar is (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam], en/of
- één of meerdere afbeelding(en) ingezoomd op de schaamstreek en/of de vagina (van die [slachtoffer]) (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam], en/of
- één of meerdere afbeelding(en) van die [slachtoffer], terwijl die [slachtoffer] een (stijve) penis in haar mond heeft (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam], en/of
- één of meerdere afbeelding(en) van die [slachtoffer] naakt en/of met alleen een onderbroek en/of slipje aan liggend op haar zij en/of buik (met als (bestands)naam (onder andere): Ex-vriendin [bestandsnaam],
(telkens) in het openbaar ten toon heeft gesteld of op andere wijze openbaar
heeft gemaakt (te weten (telkens) via internet en/of chatten);
Art 35 lid 1 Auteurswet 1912
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de – navolgende – overwegingen ten aanzien van het bewijs, verwijzen naar:
1. de doorlopende paginanummering van het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd PL0617/05-200119, gesloten en getekend op 8 januari 2005:
a. het proces-verbaal van aangifte (p. 22-26);
b. het proces-verbaal van verhoor van verdachte op 8 november 2004 omstreeks 13:15 (p. 61-62);
c. het proces-verbaal van verhoor van verdachte op 9 november 2004 omstreeks 13:28 (p. 69-74);
d. het proces-verbaal van de digitale recherche nr. 04-1102B (p. 119-173);
2. het in wettelijke vorm opgemaakte deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut, zaak 2006.06.08.121, aanvraag 001/002, gesloten en getekend op 24 juli 2007:
a. het deskundigenrapport van het NFI (p. 1-30);
b. bijlage 5 (p. 1-16);
c. bijlage 8 (p. 1-31);
d. bijlage 9 (p. 1-12);
3. de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 juli 2005;
4. de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 februari 2008;
5. de ter inzage beschikbare afbeeldingen behorende bij het dossier.
Redengevende feiten en omstandigheden
Uit de bewijsmiddelen worden de volgende redengevende feiten en omstandigheden afgeleid:
6. In juni 2003 hoorde [slachtoffer] dat er digitale naaktafbeeldingen van haar op internet stonden. Deze afbeeldingen waren gemaakt door [verdachte], met toestemming van aangeefster. (1.a – p. 24) Voor het verspreiden van de desbetreffende afbeeldingen had aangeefster geen toestemming gegeven. (1.a – p. 25)
7. Verdachte verklaart dat hij de seksueel getinte afbeeldingen van [slachtoffer] op zijn computer had staan. (1.c – p. 70) Hij maakt alleen gebruik van zijn computer en is ook de enige die op zijn computer kan. (1.c – p. 71) Zijn computer is beveiligd met een wachtwoord en de username van verdachte is [usernaam]. (1.b – p. 61)
8. Uit het onderzoek van de digitale recherche blijkt dat via het peer-2-peer (P2P) programma Emule afbeeldingen van aangeefster konden worden gedownload van internet. Met behulp van de zoektermen ‘[naam slachtoffer]’ en ‘[plaatsnaam]’ werden in totaal dertien bestanden aangetroffen. De bestandsnamen begonnen met ‘Ex-vriendin [bestandsnaam A] uit [plaatsnaam]’. (1.d – p. 122) Bij het zoeken op de username van verdachte, [usernaam], werd een rar-bestand aangetroffen. Dit bestand bevatte de dertien hiervoor genoemde bestanden. (1.d – p. 123) Een rar-bestand is een zogeheten archiefbestand welke meerdere andere bestanden kan bevatten.
9. Uit het onder 2.a bedoelde deskundigenrapport van het NFI blijkt dat via de computer van verdachte via MSN Messenger op 17 juli 2004 een bestand met de naam ‘Ex-vriendin [naam en nummer].jpg’ is verzonden door ‘[www.[naam]] *** [usernaam] ***’. (2.a – p. 15-16) Uit bijlage 8 (2.c) blijkt dat de persoon die het bestand verstuurde gebruik maakte van het e-mailadres [e-mailadres] als zijn MSN Passport. (2.c – p. 2)
10. Het onder 9 genoemde bestand is blijkens het onderzoek van het NFI door ‘[www.[naam]] *** [usernaam] ***’ ook op 20 juli 2004 verzonden via MSN Messenger. (2.a – p. 17) Uit bijlage 9 (2.d) blijkt dat de persoon die het bestand verstuurde gebruik maakte van het e-mailadres [e-mailadres]. (2.d – p. 2)
11. Uit het onderzoek van het NFI blijkt dat op 12 juli 2004 omstreeks 22:45 via MSN Messenger door ‘[www.[naam]] new release: [naam] !!!’ de bestanden ‘Ex-vriendin [bestandsnaam] uit [plaatsnaam], [naam].jpg’ en ‘Ex Vriendin [bestandsnaam],uit [plaatsnaam],[naam].rar’ zijn verzonden. De bestandsnamen van de verzonden bestanden komen overeen met de bestanden welke door de politie zijn binnengehaald via emule. (2.a – p. 21). Het laatste genoemde bestand wordt om 22:54 nogmaals naar dezelfde persoon verzonden. (2.a – p. 22) Uit bijlage 5 (2.b) blijkt dat de eerste verzending van het genoemde rar-bestand is mislukt. (2.b – p. 5) De tweede verzending is wel geslaagd. (2.b – p. 11)
12. Tijdens het gesprek, waarin de onder 11 genoemde bestanden worden verzonden, via MSN Messenger geeft de verzender het volgende commentaar:
‘mm zal ff me ex laten zien’ (2.a – p. 21)
‘is van een ex van me he… ’(2.a – p. 22)
‘zoek maar eens in emule op [naam] vindt je er ook:$’ (2.a – p. 22)
‘18+ foto’ (2.a – p. 22)
‘Speelt ze met clitje enz…lachend in de camera mij pijpen’ (2.a – p. 22)
13. De onder 11 genoemde verzender maakte gebruik van het e-mailadres [e-mailadres] als zijn MSN Passport. (2.a – p. 24)
14. Op de computer van verdachte zijn diverse installaties van het P2P-programma Emule aangetroffen. Aan de hand van de configuratiebestanden is vast te stellen dat het programma ook is gebruikt. (2.a – p. 27)
15. Tijdens het verzenden, via MSN Messenger, van de genoemde bestanden door de persoon die gebruik maakte van het MSN Passport [e-mailadres] was er op de computer van [verdachte] ingelogd met de Windows gebruikersnaam [usernaam]. (2.a – p. 29)
16. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting van 5 juli 2005 bevestigd dat hij de enige persoon was die gebruik maakte van zijn computer. (proces-verbaal van terechtzitting – p. 2)
17. Uit de verklaring van verdachte tijdens de terechtzitting van 8 februari 2008 blijkt dat verdachte gebruik maakte van het e-mailadres [e-mailadres]. (proces-verbaal van terechtzitting – p. 2)
Standpunten openbaar ministerie en verdediging
18. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. De officier van justitie voert daarbij aan dat er bij naaktafbeeldingen sprake is van een extra verantwoordelijkheid. De afbeeldingen hadden volgens hem definitief verwijderd moeten worden. Nu dit niet gebeurd is er sprake van voorwaardelijk opzet op het primair tenlastegelegde feit. Verdachte had ten aanzien van de afbeeldingen een zorgplicht en het was zijn taak om de afbeeldingen definitief te verwijderen.
19. Tijdens de terechtzitting van 5 juli 2005 heeft de raadsvrouwe van verdachte bepleit dat er geen sprake is van opzet. De verdediging stelde zich op het standpunt dat de bestanden zijn gedeeld via een peer-2-peer programma buiten de wetenschap van [verdachte] om. Ter ondersteuning van deze stelling voert de verdediging aan dat:
- [verdachte] zelf ook slachtoffer is geworden van het feit dat iemand afbeeldingen van zijn computer heeft gedownload en op internet gezet;
- dat uit het onder 1.d bedoelde proces-verbaal blijkt dat de bestanden niet meer op de computer van [verdachte] stonden en deze dus door [verdachte], op verzoek van [slachtoffer], waren gewist.
20. Tijdens de terechtzitting van 8 februari 2008 houdt de verdediging vast aan de reeds eerder gevoerde verweren. De verdediging stelt zich wederom op het standpunt dat het niet is uit te sluiten dat de bestanden niet bewust door [verdachte] zijn verspreid. Daarnaast wordt door de verdediging opgemerkt dat het NFI niet de oorspronkelijke kopieën van de harde schijven van de computer van [verdachte] heeft onderzocht. Ook is er geen onderzoek gedaan naar de andere programma’s, welke mogelijk de stelling van de verdediging zou kunnen ondersteunen. Volgens de verdediging hadden andere programma’s mogelijk ook de hele harde schijf kunnen delen, zonder dat de eigenaar hiervan op de hoogte is. Ook is er tijdens het onderzoek gebruik gemaakt van een andere versie van Emule, dan de versie welke is aangetroffen op de computer van [verdachte].
Bespreking van de standpunten
21. De politierechter overweegt als volgt. Naar eigen zeggen is verdachte de enige persoon die gebruik maakt van zijn computer, is zijn Windows gebruikersnaam [usernaam] en zijn e-mailadres [e-mailadres]. Bij de hierboven aangehaalde via MSN Messenger gevoerde gesprekken, waarbij de genoemde bestanden werden verzonden, werd gebruik gemaakt van het genoemde e-mailadres, terwijl er was ingelogd onder de genoemde gebruikersnaam. Hiermee staat voldoende vast dat verdachte de genoemde MSN Messenger gesprekken heeft gevoerd en ook de genoemde bestanden heeft verzonden. Op grond van de inhoud van de gesprekken staat vast dat verdachte op de hoogte was van de aard van de afbeeldingen en deze opzettelijk heeft verspreidt.
22. Verdachte geeft in het proces-verbaal van verhoor van verdachte op 9 november 2004 op pagina 67 aan dat hij in ruime mate verstand heeft van computers en altijd al interesse in computers heeft gehad. Hij geeft ook aan dat hij in Nederland een van de vier grootste websites heeft over P2P. Blijkens het gesprek gevoerd via MSN Messenger op 12 juli 2004 was verdachte ook op de hoogte van de verspreiding van de afbeeldingen via het P2P netwerk. Het verweer dat verdachte niet op de hoogte was van de mogelijkheid dat de hele harde schijf gedeeld kon worden door een P2P programma acht de politierechter dan ook niet aannemelijk.
23. Op pagina 70 van het onder 1.c bedoelde proces-verbaal verklaart verdachte dat de bestandsnaam van een afbeelding, gemaakt met de digitale camera, door de camera wordt bepaald. De bestandsnaam bestaat dan uit een nummer. De door de politie op Emule aangetroffen bestanden hebben als eerste deel van de bestandsnaam alle de naam ‘Ex-vriendin [bestandsnaam], uit [plaatsnaam]’. De politierechter acht het niet aannemelijk dat een buitenstaander, welke via een P2P programma de afbeeldingen vanaf de computer van verdachte downloadt, op de hoogte kan zijn van deze informatie. Om deze reden acht de politierechter het aannemelijk dat verdachte de bestanden, zowel de afbeeldingen als het rar-bestand, zelf heeft voorzien van de bestandsnamen als aangegeven op pagina 122 en 123 van het onder 1 bedoelde dossier. Bij het rar-bestand weegt bij dit oordeel mee dat ook de username van verdachte is toegevoegd aan de bestandsnaam.
24. De verdediging voert aan dat verdachte de afbeeldingen in mei 2003 heeft verwijderd. Het NFI heeft op pagina 29 van het onder 2.a bedoelde deskundigenrapport geconcludeerd dat dit verweer niet op gaat, nu de bedoelde bestanden na mei 2003 via MSN Messenger zijn verzonden. Het verweer van de verdediging dat de bestanden reeds voor de datum van deze gesprekken waren gewist door verdachte is niet aannemelijk geworden en wordt verworpen.
25. Tevens voert de verdediging aan dat verdachte zelf ook slachtoffer is geworden van het stelen van privacygevoelige afbeeldingen. Het NFI heeft op pagina 29 van het onder 2.a bedoelde deskundigenrapport geconcludeerd dat dit verweer niet op gaat, nu blijkt dat via de computer van [verdachte] de desbetreffende bestanden via MSN Messenger zijn verzonden. De politierechter acht de conclusie van het NFI aannemelijk en verwerpt dan ook dit verweer.
26. Op pagina vier van het deskundigenrapport wordt aangegeven dat er tijdens het onderzoek rekening is gehouden met de door de verdediging bedoelde wijzigingen in de harde schijven na de inbeslagneming. Nu uit het rapport blijkt dat er rekening is gehouden met de wijzigingen verwerpt de politierechter het verweer van de verdediging inhoudende dat er onvoldoende rekening is gehouden met de bedoelde wijzigingen.
27. Vast staat dat verdachte de afbeeldingen via MSN Messenger heeft verspreidt. Met het uit handen geven van afbeeldingen van [slachtoffer] aan een derde via MSN Messenger is er een aanmerkelijke kans gecreëerd op verdere verspreiding via internet, in het bijzondere via een P2P netwerk. Hierdoor hebben miljoenen personen toegang tot de afbeeldingen. Die verdere verspreiding heeft zich ook daadwerkelijk voorgedaan. Zowel het slachtoffer als de politie zijn de afbeeldingen tegengekomen op het voor iedereen toegankelijke P2P netwerk. De verdachte moet zich, gelet op zijn kennis en ervaring met internet en P2P programma’s, van deze aanmerkelijke kans bewust zijn geweest. Door toch de bestanden met afbeeldingen te verzenden via MSN Messenger naar derden heeft hij deze aanmerkelijke kans bewust aanvaard en dus opzet gehad op deze verdere verspreiding, ook via het P2P netwerk.
Bewezenverklaring
28. Naar het oordeel van de politierechter is op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op meer tijdstippen in omstreeks de periode tussen 19 april 2003 en 8 november 2004, in de gemeente [plaatsnaam] en/of elders in Nederland telkens opzettelijk, door middel van verspreiding van kleurenafbeeldingen, de eer en de goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte, telkens buiten medeweten en toestemming van die [slachtoffer], met voormeld doel kleurenafbeeldingen, te weten:
- één of meerdere afbeeldingen van die [slachtoffer] naakt ruggelings liggend met de benen gespreid, waardoor de schaamstreek van die [slachtoffer] zichtbaar is en;
- één of meerdere afbeeldingen ingezoomd op de schaamstreek en de vagina van die [slachtoffer] en;
- één of meerdere afbeelding van die [slachtoffer], terwijl die [slachtoffer] een stijve penis in haar mond heeft en;
- één of meerdere afbeeldingen van die [slachtoffer] naakt en/of met alleen een onderbroek en/of slipje aan liggend op haar zij en/of buik ;
telkens verspreid, te weten via internet en chatten.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
29. Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
30. Het bewezene levert op het misdrijf:
smaadschrift
Strafbaarheid van de verdachte
31. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
32. De officier van justitie heeft een geldboete van €2000,-, subsidiair 40 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen harde schijven, gevorderd.
33. De politierechter acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
34. De politierechter heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte seksueel getinte afbeeldingen van zijn vriendin aan de openbaarheid heeft prijsgegeven, ondermeer via een P2P netwerk. Door deze wijze van verspreiding konden alle gebruikers van dit netwerk de afbeeldingen downloaden en inzien. Hiermee heeft hij de eer en goede naam van zijn vriendin ernstig aangetast. Bij de uitoefening van haar beroep en in haar woongenot heeft zij zodanig problemen ondervonden dat zij klanten verloor en is verhuisd.
35. Uit het hiervoor overwogene blijkt wat de gevolgen kunnen zijn van het verspreiden van afbeeldingen die uitsluitend voor intiem gebruik waren bestemd, nu de gevolgen van een dergelijk eenvoudig handelen zeer groot kunnen zijn. Daarom komt de politierechter uit op een hogere straf dan door de officier van justitie is gevorderd.
36. In strafmatigende zin neemt de politierechter voorts in aanmerking dat het bewezenverklaarde delict dateert van 2004. De vertraging in het onderzoek is niet te wijten aan de verdediging.
37. Uit het deskundigenrapport van het NFI is gebleken dat in ieder geval één afbeelding van [slachtoffer] op de in beslag genomen harde schijven is terug te vinden. De politierechter acht het niet wenselijk dat verdachte in het bezit komt van de desbetreffende afbeeldingen. De in beslag genomen harde schijven zullen dan ook worden onttrokken aan het verkeer.
Vordering tot schadevergoeding
38. De benadeelde partij [slachtoffer], [adres] [plaatsnaam], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5860,50 gevoegd in het strafproces.
39. De vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, nu het tenlastegelegde feit is bewezenverklaard en de vordering naar oordeel van de politierechter voldoende is onderbouwd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 36f en 261 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De politierechter beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 1500,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen hechtenis.
Bepaalt, dat een gedeelte van de geldboete, groot € 500,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 1 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven harde schijven.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer], [adres] [plaatsnaam], van een bedrag van € 5860,50 vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], een bedrag te betalen van € 5860,50 met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 59 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mr. Krijger, politierechter, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 januari 2008.