ECLI:NL:RBZUT:2007:BG6903

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07540 KG RK 07-745
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechters in bestuursrechtelijke zaak niet-ontvankelijk verklaard

In deze beschikking van de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen, gedateerd 25 juli 2007, wordt het verzoek tot wraking van rechters door de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De verzoeker had een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters die hem in de zaak met procedurenummer 07/245 IOAW op 26 juli 2007 zouden horen. De wrakingskamer oordeelt dat het verzoek niet voldoet aan de vereisten die gesteld worden aan een wrakingsverzoek. Het verzoek bevatte geen specifieke namen van rechters en was niet onderbouwd met concrete argumenten die betrekking hadden op de betrokken rechters. Dit is in strijd met de eisen die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank wijst erop dat een verzoek om wraking moet zijn gericht op één of meerdere met name genoemde rechters en dat het verzoek moet zijn onderbouwd met relevante en specifieke argumenten. De verzoeker had in zijn verzoekschrift enkel algemene beschuldigingen geuit en geen concrete feiten aangedragen die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen.

Daarnaast is het de rechtbank bekend dat de verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken heeft ingediend, wat de rechtbank aanleiding geeft om te concluderen dat de verzoeker op de hoogte is van de inhoudelijke eisen waaraan een dergelijk verzoek moet voldoen. De rechtbank besluit daarom dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing van de rechtbank is als volgt: de verzoeker wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van de rechters en het verzoek wordt afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Zutphen
Rekestnummer: 07540 KG RK 07-745
Uitspraak: 25 juli 2007
Beschikking van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het wrakingsverzoek van :
[verzoeker],
wonende te Apeldoorn
verzoeker,
betreffende
de rechters die verzoeker in de zaak met procedurenummer 07/245 IOAW op donderdag 26 juli om 11.30 uur te Zutphen, Martinetsingel 2, in de gelegenheid zullen stellen om te worden gehoord.
1. Het verloop van de procedure
Dit verloop blijkt uit de op 25 juli 2007 bij deze rechtbank binnengekomen brief van verzoeker, hierna ook [verzoeker] te noemen.
2. De motivering van het wrakingsverzoek
[verzoeker] heeft aangevoerd dat hij de rechters wraakt die hem in de zaak met procedurenummer 07/245 IOAW op donderdag 26 juli om 11.30 uur in de gelegenheid zullen stellen om te worden gehoord omdat deze rechters:
- lid zijn van een criminele organisatie,
- betrokken zijn bij tegen hem gepleegde misdaden waaronder een moordaanslag,
- ongeschikt zijn om de zaak te behandelen omdat ze lui, onbekwaam en door en door verdorven zijn,
- geen aandacht schenken aan de door hem verstrekte informatie,
- de door hem toegezonden stukken niet lezen,
- zich vooral bezig houden met het stelen van geld, geluk, goederen en gezondheid van andere mensen om zichzelf en rijke mensen te bevoordelen.
3. De ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan op verzoek van een partij de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Uit de aard en het doel van wraking volgt dat een verzoek om wraking betrekking moet hebben op één of meerdere met name genoemde rechters. Het verzoek om wraking zoals door verzoeker ingediend, behelst het op voorhand wraken van iedere rechter van de sector bestuursrecht van deze rechtbank die de betreffende zitting van 26 juli 2007 zal voorzitten. Hiermee worden aldus alle leden van de sector bestuursrecht dan wel de sector bestuursrecht als geheel op voorhand gewraakt.
Voorts dient een verzoek om wraking te worden onderbouwd met concrete, op de betrokken rechter of rechters toegespitste argumenten. Het verzoekschrift is slechts algemeen gesteld en bevat dergelijke argumenten niet.
Het verzoekschrift voldoet aldus niet aan voormelde eisen en valt dan ook niet te duiden als een wrakingsverzoek. Nu het voorts de rechtbank ambtshalve bekend is dat [verzoeker] reeds vele malen wrakingsverzoeken heeft ingediend op grond waarvan ervan uit kan worden gegaan dat het [verzoeker] bekend is aan welke inhoudelijke eisen een dergelijk verzoek dient te voldoen, heeft de rechtbank aanleiding om op voet van artikel 8:18 Abw te bepalen dat een volgend verzoek in bovengemelde zaak niet in behandeling zal worden genomen.
De beslissing luidt daarom als volgt.
De beslissing
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van één of meerdere rechters die hem in de zaak met procedurenummer 07/245 IOAW op donderdag 26 juli om 11.30 uur te Zutphen, Martinetsingel 2, in de gelegenheid zullen stellen om te worden gehoord;
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in de zaak met procedurenummer 07/245 IOAW niet in behandeling genomen wordt.
Aldus gegeven door mr. D. Vergunst, vice-president mr. R.M.A.G. van Valderen, vice-president, mr. drs. K.H.A. Heenk, rechter en uitgesproken op 25 juli 2007 in aanwezigheid van mr. R.A.J.M. Thomassen, griffier.