ECLI:NL:RBZUT:2007:BD3799
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Vrieze
- J.B. de Groot
- E.G. de Jong
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot wraking van de rechter-commissaris in een strafzaak
Op 15 februari 2007 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een verzoek tot wraking van de rechter-commissaris, ingediend door de verdachte [verzoeker]. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de stelling dat de gewraakte rechter onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van de verdediging door een rogatoire reis naar Turkije niet uit te stellen. De zaak betrof een strafprocedure tegen [verzoeker], die op dat moment in voorlopige hechtenis zat. De wrakingsgrond was dat de verdediging onvoldoende tijd had gekregen om zich voor te bereiden op de verhoren van getuigen in Turkije, die gepland stonden voor de weken van 5 en 12 februari 2007. De raadsman van [verzoeker], mr. M. Veldman, stelde dat hij pas op 26 januari 2007 het dossier had ontvangen en dat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de verhoren.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de feiten en omstandigheden rondom het wrakingsverzoek. De gewraakte rechter heeft gemotiveerd waarom uitstel van de rogatoire reis niet mogelijk was, en de rechtbank oordeelde dat de beslissing van de rechter-commissaris niet per definitie blijk gaf van partijdigheid. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en de rechtbank bepaalde dat het gerechtelijk vooronderzoek tegen [verzoeker] voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.