ECLI:NL:RBZUT:2007:BC0983

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460354-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • I.P. de Bie
  • J.C. van der Hooft
  • A.J. Vaandrager
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot gevangenhouding na veroordeling in strafzaak

Op 28 december 2007 heeft de Rechtbank Zutphen in de raadkamer beslist op de vordering van de officier van justitie tot gevangenhouding van de verdachte, die eerder op 19 december 2007 door de politierechter was veroordeeld tot een maand gevangenisstraf met aftrek. De verdachte was op 27 juni 2007 in verzekering gesteld en op 29 juni 2007 was er een bevel tot bewaring verleend voor een termijn van 14 dagen. De voorlopige hechtenis was op dat moment geschorst, maar de politierechter had verzuimd om gevangenhouding te vorderen tijdens de zitting. De officier van justitie heeft deze vordering alsnog ingediend bij de raadkamer. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en vastgesteld dat de verdenking en bezwaren tegen de verdachte nog steeds bestaan, zoals bedoeld in artikel 67a van het Wetboek van Strafvordering. De raadkamer oordeelde dat de officier van justitie in haar vordering kon worden ontvangen, ondanks dat de uitspraak van de politierechter nog niet in kracht van gewijsde was. De rechtbank heeft besloten om de gevangenhouding van de verdachte voor een termijn van 14 dagen te bevelen, gezien de omstandigheden van de zaak en de eerdere veroordeling. Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
BEVEL GEVANGENHOUDING
Parketnummer: 06/460354-07
De rechtbank heeft te beslissen op de vordering van de officier van justitie
van 28 december 2007, strekkende tot gevangenhouding van:
[verdachte],
geboren op [plaats 1988],
wonende [adres],
thans verblijvende: Huis van Bewaring Doetinchem te Doetinchem.
De rechtbank heeft de processtukken bezien, waaronder een bevel tot bewaring
verleend op 29 juni 2007.
De vordering is heden behandeld door de raadkamer. Van deze behandeling is een
proces-verbaal opgemaakt.
Motivering
Het is de rechtbank na onderzoek gebleken dat de verdenking, de bezwaren en de herhalingsgronden als bedoeld in artikel 67a, tweede lid ten tweede, eerste alinea, en ten derde, van het Wetboek van Strafvordering, die tot het tegen verdachte verleende bevel tot bewaring hebben geleid, ook thans nog bestaan.
Verdachte is op 27 juni 2007 in verzekering gesteld. Op 29 juni 2007 heeft de
rechter-commissaris een bevel bewaring verleend voor een termijn van 14 dagen.
Met ingang van 29 juni 2007 heeft de rechter-commissaris de voorlopige
hechtenis geschorst.
Op de zitting van de politierechter van 19 december 2007 heeft de
politierechter de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis
bevolen. Voorts is verdachte door de politierechter op die zitting onder meer
veroordeeld tot een maand gevangenisstraf met aftrek.
Tijdens de behandeling van de onderhavige vordering door de raadkamer heeft de
officier van justitie vermeld dat tijdens voornoemde zitting van de
politierechter is verzuimd gevangenhouding van de verdachte te vorderen,
waarna deze vordering alsnog bij de raadkamer is ingediend.
De raadkamer is van oordeel dat de officier van justitie in haar vordering
kan worden ontvangen. De uitspraak van 19 december 2007 is nog niet in kracht
van gewijsde. Niet valt in te zien, nu buiten kijf is dat de raadkamer in een
geval als het onderhavige desgevorderd opheffing van een geschorst bevel tot
voorlopige hechtenis kan bevelen, dat de raadkamer niet tevens de vordering
tot gevangenhouding zou kunnen behandelen.
Aangezien verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van een maand met
aftrek, hij twee dagen in verzekering heeft gezeten en er een bevel tot
bewaring is verleend voor een termijn van 14 dagen, zal de rechtbank de
gevangenhouding voor een termijn van 14 dagen bevelen.
Beslissing
Beveelt de gevangenhouding van verdachte voor een termijn van 14 (veertien)
dagen.
Deze beschikking is gegeven op 28 december 2007 door mr. I.P. de Bie,
voorzitter, mrs. J.C. van der Hooft en A.J. Vaandrager, rechters, in
tegenwoordigheid van G.G.J. Lotterman-Lenselink, griffier, en ondertekend door
de voorzitter en de griffier.