ECLI:NL:RBZUT:2007:BC0804

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
21 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/557852-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens verkeersongeval in Haarlo

Op 21 december 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 2 april 2007 in Haarlo, gemeente Berkelland. De verdachte, die als bestuurder van een personenauto reed, werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij een andere bestuurder, het slachtoffer, om het leven kwam. De tenlastelegging omvatte onder andere het niet vergewissen van de verkeerssituatie bij een kruising en het niet verlenen van voorrang aan de van rechts komende bestuurder.

Tijdens de rechtszitting op 7 december 2007 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding onjuist was, omdat deze aannam dat de verdachte op de Bruggertweg reed, terwijl uit verklaringen bleek dat zij op de Wolinkweg reed en van plan was de Bruggertweg in te rijden. Dit werd onderbouwd door verklaringen van de verdachte zelf, alsook door het relaas van een verbalisant en het proces-verbaal van de VerkeersOngevalsAnalyse.

De rechtbank concludeerde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan. Gezien de onduidelijkheid in de dagvaarding en de bewijsvoering, sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van nauwkeurigheid in de tenlastelegging en de noodzaak voor bewijs dat voldoet aan de wettelijke eisen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/557852-07
Uitspraak d.d. 21 december 2007
tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1943]
wonende te [adres en plaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 december 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 02 april 2007 te Haarlo, gemeente Berkelland, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, zijnde een
personenauto, daarmede rijdende over de weg, de Bruggertweg, althans enige
weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers is zij, verdachte,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
de kruising en/of de splitsing van de Bruggertweg en/of de Wolinkweg en/of de
Groenloseweg opgereden teneinde de Wolinkweg in te rijden, waarbij zij zich
niet heeft vergewist dat de kruising en/of de splitsing vrij was van verkeer
en/of niet (voor de stopstreep) is gestopt en/of geen voorrang heeft verleend
aan de voor haar, verdachte, van rechts komende bestuurder van een
bedrijfsauto, zijnde [slachtoffer], terwijl voor haar, verdachte, kort
voor de kruising -door middel van Bord B7 en/of door middel van een
stopstreep- was aangegeven dat zij, verdachte, had moeten stoppen voor de
stopstreep en voorrang moest verlenen aan bestuurders op de kruisende weg,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig en de door voornoemde
[slachtoffer] bestuurde bedrijfsauto,
waardoor voornoemde [slachtoffer] werd gedood, althans zwaar lichamelijk
letsel (hersenbloedingen en/of hersenkneuzingen) heeft bekomen;
artikel 175 lid 1a en lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
zij op of omstreeks 02 april 2007 te Haarlo, gemeente Berkelland, als
bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg,
de Bruggertweg, althans enige weg,
waarbij zij, verdachte,
de kruising en/of de splitsing van de Bruggertweg en/of de Wolinkweg en/of de
Groenloseweg is opgereden teneinde de Wolinkweg in te rijden, waarbij zij zich
niet heeft vergewist dat de kruising en/of de splitsing vrij was van verkeer
en/of niet (voor de stopstreep) is gestopt en/of geen voorrang heeft verleend
aan de voor haar, verdachte, van rechts komende bestuurder van een
bedrijfsauto, zijnde [slachtoffer], terwijl voor haar, verdachte, kort
voor de kruising -door middel van Bord B7 en/of door middel van een
stopstreep- was aangegeven dat zij, verdachte, had moeten stoppen voor de
stopstreep en voorrang had moeten verlenen aan bestuurders op de kruisende weg,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig en de door voornoemde
[slachtoffer] bestuurde bedrijfsauto,
waarbij voornoemde [slachtoffer] is overleden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
De dagvaarding gaat er immers vanuit dat verdachte op de Bruggertweg, althans enige weg, reed en dat zij voornemens was om, na het oversteken van de Groenloseweg, de Wolinkweg in te rijden.
Feitelijk reed verdachte echter op de Wolinkweg en was zij van plan was om de Bruggertweg in te rijden. Dat blijkt onder meer uit de verklaring van verdachte, het relaas van verbalisant Berendsen omtrent de verklaring die een tractorbestuurder heeft afgelegd en het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse.
De verdachte behoort om die reden van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 december 2007.
RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken