ECLI:NL:RBZUT:2007:BB9786
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om handhaving tegen geluidsoverlast van hanen en andere dieren
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland. De eiser, woonachtig op een perceel in Berkelland, had verzocht om handhavend op te treden tegen de door hem gestelde geluidsoverlast van hanen en andere dieren op een nabijgelegen perceel. Het college had eerder, op 27 november 2006, het verzoek van de eiser afgewezen en dit besluit in een later besluit van 26 april 2007 gehandhaafd. De eiser ging hiertegen in beroep.
Tijdens de zitting op 30 oktober 2007 was de eiser niet aanwezig, maar het college werd vertegenwoordigd door R. Willlemsen. De rechtbank overwoog dat het college geen overtreding van een wettelijk voorschrift had vastgesteld, waardoor het niet bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank concludeerde dat de eiser in beroep geen grieven had aangevoerd tegen de afwijzing van zijn verzoek en dat er geen aanleiding was om te oordelen dat het college onterecht had gehandeld.
Daarnaast had de eiser in een eerdere brief aan de gemeente verzocht om een wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) om het houden van pluimvee dat geluidshinder veroorzaakt binnen de bebouwde kom te verbieden. De rechtbank merkte op dat een verzoek om handhavend optreden en een verzoek om een aanwijzingsbesluit twee verschillende procedures zijn, en dat het college niet verplicht was om op beide verzoeken in één besluit te reageren. De rechtbank kon ook niet ingaan op het verzoek van de eiser om de APV aan te passen, aangezien hiertegen geen beroep mogelijk is. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.