ECLI:NL:RBZUT:2007:BB6559

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
26 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/551893-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in verkeerszaak na gebrek aan bewijs voor schuld

Op 26 oktober 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het veroorzaken van een verkeersongeval op 12 april 2005 in Apeldoorn. De verdachte, als bestuurder van een personenauto, zou zich onvoorzichtig en onoplettend hebben gedragen bij het oprijden van een kruising, wat zou hebben geleid tot een aanrijding met een fietser, die daarbij om het leven kwam. De tenlastelegging omvatte meerdere punten, waaronder het niet tijdig vergewissen van de verkeerssituatie bij een fietsersoversteekplaats en het niet kunnen stoppen binnen de zichtbare afstand.

Tijdens de rechtszitting op 12 oktober 2007 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat uit de beschikbare bewijsmiddelen niet is komen vast te staan dat de verdachte enige schuld had aan het ongeval. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. Dit leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van de gehele tenlastelegging.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken, vooral in situaties waar ernstige gevolgen, zoals de dood van een ander, zijn opgetreden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, wat betekent dat er geen straf of verdere juridische gevolgen voor haar zijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in de rechtszaal.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/551893-05
Uitspraak d.d.: 26 oktober 2007
Tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats en datum],
wonende te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 oktober 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 12 april 2005 in de gemeente Apeldoorn als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto, daarmede
rijdende over de weg, de Deventerstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een
aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers heeft zij, verdachte,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of
onoplettend,
bij het oprijden en/of het passeren van de kruising van de Deventerstraat
en/of de Wapenrustlaan en/of de Fortunalaan en/of de Zutphensestraat,
-zich er niet (tijdig) van vergewist dat de fietsersoversteekplaats (die de
rijbaan van de Zutphensestraat kruist) vrij was van verkeer, en/of
-(daarbij) het door haar, verdachte, bestuurde voertuig niet tijdig tot
stilstand kunnen brengen binnen de afstand waarin zij de weg kon overzien
en/of waarin de weg vrij was van verkeer,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen de door haar, verdachte, bestuurde personenauto en (de door) [slachtoffer]
(bestuurde fiets), die zich bevond op voornoemde fietsersoversteekplaats,
waardoor [slachtoffer] (geboren [datum]) werd gedood;
art 175 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
zij op of omstreeks 12 april 2005 in de gemeente Apeldoorn als bestuurder van
een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Deventerstraat,
althans enige weg,
waarbij zij, verdachte,
-zich er niet (tijdig) van heeft vergewist dat de fietsersoversteekplaats (die
de rijbaan van de Zutphensestraat kruist) vrij was van verkeer, en/of
-(daarbij) het door haar, verdachte, bestuurde voertuig niet tijdig tot
stilstand heeft kunnen brengen binnen de afstand waarin zij de weg kon
overzien en/of waarin de weg vrij was van verkeer,
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaatsgevonden
tussen de door haar, verdachte, bestuurde personenauto en (de door) [slachtoffer]
(bestuurde fiets), die zich bevond op voornoemde fietsersoversteekplaats,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd
veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd
gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank kan geen bewezenverklaring volgen voor het onder primair en subsidiair ten laste gelegde, nu uit de bewijsmiddelen niet is komen vast te staan dat de verdachte zich aan enige gedraging schuldig heeft gemaakt, waardoor het ongeval zou kunnen zijn veroorzaakt.
De verdachte dient te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Spreekt de verdachte van de gehele tenlastelegging vrij.
Aldus gewezen door mr. Buijs, voorzitter, en mrs. Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 oktober 2007.