ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4243
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Dading over snoeiwerkzaamheden bij erfgrens tussen buren
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, hebben partijen, [eiser] en [verweerder], een dading getroffen met betrekking tot overhangende beplanting aan de erfgrens van hun percelen. De rechtbank heeft op 24 mei 2007 uitspraak gedaan in een kort geding, waarin de vorderingen van [eiser] om [verweerder] te veroordelen tot het snoeien van bomen en heesters zijn afgewezen. De achtergrond van het geschil ligt in een eerdere uitspraak van 21 december 2005, waarin de rechtbank [verweerder] had opgedragen om beplantingen die over het perceel van [eiser] hingen te snoeien. Na een mediationpoging, die niet tot een oplossing leidde, hebben partijen een snoeiplan opgesteld door een tuiniersbedrijf, dat als basis diende voor de uitvoering van de snoeiwerkzaamheden.
De rechtbank oordeelde dat de snoeiwerkzaamheden, uitgevoerd door [naam v.o.f.], voldoende waren om de overlast voor [eiser] binnen redelijke proporties te houden. De rechtbank concludeerde dat [verweerder] zijn verplichtingen uit de overeenkomst was nagekomen en dat de vorderingen van [eiser] om voorlopige voorzieningen af te dwingen, niet toewijsbaar waren. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de proceskosten, omdat hij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken tussen buren en de rol van mediation in het oplossen van geschillen.