ECLI:NL:RBZUT:2007:BA8392

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
29 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/557021-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Buijs
  • mrs. Kuiken
  • mrs. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag

Op 29 juni 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 27 november 2006 te Wapenveld als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was bij een verkeersongeval. De verdachte heeft nagelaten om de (zij)ruiten van zijn auto schoon te maken en geen gebruik gemaakt van de zonneklep, terwijl hij gehinderd werd door de laaghangende zon. Hierdoor heeft hij een fietser, die op een fietspad naast de rijbaan reed, niet tijdig opgemerkt en aangereden. De fietser heeft als gevolg van de aanrijding zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waaronder een gescheurde milt en een hersenkneuzing.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich zodanig onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen dat dit heeft geleid tot het verkeersongeval. De tenlastelegging omvatte meerdere punten van verwijt, waaronder het niet schoonmaken van de ruiten en het niet tijdig vergewissen van de verkeerssituatie. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat hij door zijn handelen een ander zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/557021-07
Uitspraak d.d.: 29 juni 2007
Tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [adres en plaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 27 november 2006 te Wapenveld, althans in de gemeente Heerde, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, (zijnde een personenauto) daarmede rijdende over de weg, de Groteweg, althans enige weg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers heeft hij, verdachte,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend:
-nagelaten om de (zij)ruiten van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig, schoon te maken en/of nagelaten om gebruik te maken van de zonneklep, en/of
- nagelaten (een) maatregel(en) te treffen teneinde een beter zicht te hebben op de weg en/of het verkeer en/of
-bij het afslaan naar links (teneinde de Nachtegaalweg in te rijden), terwijl zijn, verdachtes, zicht beperkt werd door (laagstaan)de zon, althans door in zijn, verdachtes, richting schijnend(e) zon(licht), zich er niet, althans niet tijdig, van vergewist dat de weg vrij was van verkeer en/of
-(daarbij en/of daardoor) geen voorrang verleend aan een op een fietspad -gelegen op dezelfde weg aan de linkerkant naast de rijbaan- rijdende en tegemoetkomende fietser, zijnde [slachtoffer],
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaats gevonden tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en (de door) voornoemde [slachtoffer] (bestuurde fiets),
waardoor voornoemde [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een gescheurde en/of een verbrijzelde milt en/of een scheur(tje) in de schedel en/of een hersenkneuzing en/of een gebroken kaak en/of een gebroken schouder en/of een breuk in de oogkas(sen) en/of een longembolie/longkneuzing, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
art 175 lid 3 Wegenverkeerswet 1994
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 27 november 2006 te Wapenveld, althans in de gemeente Heerde, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee heeft gereden op de weg, de Groteweg, althans enige weg,
waarbij hij, verdachte,
-heeft nagelaten om de (zij)ruiten van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig, schoon te maken en/of heeft nagelaten om gebruik te maken van de zonneklep en/of heeft nagelaten (een) maatregel(en) te treffen teneinde een beter zicht te hebben op de weg en/of het verkeer en/of
-bij het afslaan naar links (teneinde de Nachtegaalweg in te rijden), terwijl zijn, verdachtes, zicht beperkt werd door (laagstaan)de zon, althans door in zijn, verdachtes, richting schijnend(e) zon(licht), zich er niet, althans niet tijdig, van heeft vergewist dat de weg vrij was van verkeer en/of
-(daarbij en/of daardoor) geen voorrang heeft verleend aan een op een fietspad -gelegen op dezelfde weg aan de linkerkant naast de rijbaan- rijdende en tegemoetkomende fietser, zijnde [slachtoffer],
waarbij en/of waardoor een botsing en/of aanrijding heeft plaats gevonden tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en (de door) voornoemde [slachtoffer] (bestuurde fiets),
waarbij voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of schade heeft geleden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 27 november 2006 te Wapenveld, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, (zijnde een personenauto) daarmede rijdende over de weg, de Groteweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers heeft hij, verdachte,
aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend:
-nagelaten om de (zij)ruiten van het door hem, verdachte, bestuurde voertuig, schoon te maken en/of nagelaten om gebruik te maken van de zonneklep, en
- nagelaten maatregelen te treffen teneinde een beter zicht te hebben op de weg en/of het verkeer en
-bij het afslaan naar links (teneinde de Nachtegaalweg in te rijden), terwijl zijn, verdachtes, zicht beperkt werd door laagstaande zon, zich er niet, althans niet tijdig, van vergewist dat de weg vrij was van verkeer en
-daarbij geen voorrang verleend aan een op een fietspad -gelegen op dezelfde weg aan de linkerkant naast de rijbaan- rijdende en tegemoetkomende fietser, zijnde [slachtoffer],
waardoor een aanrijding heeft plaats gevonden tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (en de door) voornoemde [slachtoffer] (bestuurde fiets),
waardoor voornoemde [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een gescheurde milt en een scheurtje in de schedel en een hersenkneuzing en een gebroken kaak en een gebroken schouder en een breuk in de oogkas en een longembolie/longkneuzing.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat onder primair meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen,
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie, te weten: ten aanzien van het primair ten laste gelegde een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen is bewezenverklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking dat door de onvoorzichtige en onoplettende handelwijze van verdachte een ongeval heeft plaatsgevonden, tengevolge waarvan een ander ([slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.
De rechtbank acht, naast een werkstraf van na te melden duur, een deels onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op van artikel 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175, 178 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte onder primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
- een werkstraf gedurende 60 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
Ontzegt verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 8 maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van deze bijkomende straf, groot 4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter laters anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door mr. Buijs, voorzitter, en mrs. Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Damink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 juni 2007.