ECLI:NL:RBZUT:2007:BA7961
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verwijdering laurierhaag en dwangsommen in burenrechtelijke geschil
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen is behandeld, hebben eisers, echtelieden A en B, gedaagden, ook echtelieden A en B, aangeklaagd vanwege hinder veroorzaakt door een laurierhaag die door gedaagden is geplant. De eisers vorderden onder andere dat gedaagden de haag zouden verwijderen of snoeien, zodat deze niet hoger zou reiken dan de onderzijde van de kozijnen van hun woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de haag, hoewel deze voldoet aan de wettelijke bepalingen, hinder veroorzaakt door het licht te onthouden aan de woning van eisers. De rechtbank heeft de wettelijke criteria van artikel 6:162 BW toegepast om te beoordelen of de hinder onrechtmatig is. De rechtbank oordeelde dat gedaagden geen rechtvaardigingsgrond had voor het handhaven van de haag op de huidige hoogte, en dat de belangen van eisers bij ongehinderd licht zwaarder wogen dan de belangen van gedaagden. De vordering van eisers om de haag te verwijderen of te snoeien werd toegewezen, met een dwangsom van EUR 100,00 per dag voor het geval gedaagden niet aan de veroordeling zouden voldoen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 2 februari 2007.