ECLI:NL:RBZUT:2007:BA7700

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
20 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580434-06 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. Borgerhoff Mulder
  • J. van Lookeren Campagne
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens mishandeling en oplichting met ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van zijn kind en zijn toenmalige partner, alsook aan meerdere gevallen van oplichting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De mishandeling werd gepleegd tegen zijn kind en zijn partner, en de oplichtingen betroffen het zich voordoen als organisator van een mode-event in Apeldoorn.

De rechtbank heeft daarnaast een verplichting opgelegd tot betaling van het door de verdachte verkregen wederrechtelijk voordeel. Dit voordeel werd berekend op basis van verschillende oplichtingen, waaronder het verkrijgen van een creditcard van de Rabobank en het verkopen van goederen. De totale som van het wederrechtelijk verkregen voordeel werd vastgesteld op € 5.483,15, dat de verdachte aan de Staat moest betalen.

De behandeling van de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel vond plaats op 6 juni 2007. De officier van justitie had een bedrag van € 7.370,65 gevorderd, maar na beoordeling van het dossier en de berekeningen van het wederrechtelijk verkregen voordeel, heeft de rechtbank dit bedrag herzien. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel heeft genoten en dat dit bedrag in mindering moest worden gebracht op de schadevergoeding aan de benadeelde partij, Ambidex Promotions B.V.

De rechtbank heeft in haar beslissing ook aangegeven dat indien de veroordeelde niet aan de betalingsverplichting voldoet, de officier van justitie verlof kan aanvragen voor lijfsdwang van maximaal drie jaren. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Rechtbank Zutphen, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580434-06 (ontneming)
Uitspraak d.d.: 20 juni 2007
Verstek/ dnip
VERKORT VONNIS
Gezien de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van de officier van justitie, strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [woonplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode plaats], [adres].
De behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden op de terechtzitting van 6 juni 2007. Van de behandeling is een proces-verbaal opgemaakt.
Gezien het op 20 juni 2007 gewezen vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank, waarbij verdachte ter zake:
Parketnummer 06/460602-06:
1 subsidiair: mishandeling begaan tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
2. mishandeling, meermalen gepleegd;
Parketnummer 06/580434-06:
1. oplichting;
2. oplichting, meermalen gepleegd;
3. oplichting, meermalen gepleegd;
onder meer is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Gezien de stukken van het onderhavige dossier, waaronder:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (met bijlagen), genummerd 06-209227, gesloten en ondertekend op 29 november 2006 door [verbalisant], hoofdagent van politie Team Recherche, district Apeldoorn;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 06-209227, gesloten en ondertekend op 25 januari 2007 door [verbalisant] voornoemd, van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Motivering:
De officier van justitie heeft in de vordering het te ontnemen bedrag gesteld op € 7.370,65, eventueel te verminderen met de in de strafzaak toe te wijzen vordering van de benadeelde partij Ambidex B.V.
Gelet op de inhoud van voormeld vonnis, van het betrokken strafdossier en van voormeld proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, stelt de rechtbank vast dat verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
Bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel hanteert de rechtbank als uitgangspunt de berekeningsmethode als vermeld in voornoemd proces-verbaal. Met betrekking tot het berekende voordeel ten aanzien van het verkrijgen van de creditcard van de Rabobank Apeldoorn en het daarmee verrichten van betalingen heeft de rechtbank vastgesteld dat het om een soortgelijk feit gaat als waarvoor verdachte bij voornoemd vonnis is veroordeeld en dat er voldoende aanwijzingen bestaan dat dit feit door Bruins is begaan.
Op de berekening wordt een correctie aangebracht, nu is gebleken dat het door verdachte genoten voordeel ten aanzien van Ambidex Promotie B.V. een bedrag van € 2.305,63 bedraagt.
Aangezien Bruins bij voormeld vonnis is veroordeeld tot vergoeding van geleden schade aan de benadeelde partij Ambidex Promotions B.V. tot een bedrag van € 2.305,63, dient deze verplichting conform artikel 36e, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht in mindering te worden gebracht op het geschatte door veroordeelde uit die zaak wederrechtelijk verkregen voordeel.
Herberekening
Ambidex Promotions € 2.305,63
Creditcard Rabobank Apeldoorn € 5.113,15
DVD-speler Superkeukens € 120,--
Goederen Profijt Meubels € 250,--
________
€ 7.788,78
Toewijzing vordering benadeelde
partij Amibidex Promotions B.V. € 2.305,63
_________
Verkregen voordeel € 5.483,15
BESLISSING:
Legt aan veroordeelde de verplichting op, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, aan de Staat te betalen:
€ 5.483,15 (vijfduizend vierhonderd drieëntachtig euro en vijftien eurocent).
Indien de veroordeelde niet aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag voldoet en volledig verhaal op grond van de artikelen 574 tot en met 576 van het Wetboek van Strafvordering op diens vermogen niet mogelijk is gebleken, kan de rechter op vordering van de officier van justitie verlof tot tenuitvoerlegging van lijfsdwang van ten hoogste drie jaren verlenen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Van Lookeren Campagne, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 juni 2007.