ECLI:NL:RBZUT:2007:BA3949

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460009-07 + 06/471505-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. Borgerhoff Mulder
  • J. Lucassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders na meerdere diefstallen en bedreigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 april 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere diefstallen en bedreigingen had gepleegd. De verdachte, geboren in 1964 en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Arnhem, werd beschuldigd van verschillende feiten, waaronder poging tot diefstal, diefstal, vernieling en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een langdurige verslavingsgeschiedenis heeft, die gerelateerd is aan zijn criminele activiteiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van één feit waarvoor hij werd vrijgesproken. De rechtbank legde de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) op voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest. Dit besluit werd genomen in het belang van de resocialisatie van de verdachte en de bescherming van de maatschappij. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, de Rabobank, voor de geleden schade als gevolg van de bewezen verklaarde feiten. De vorderingen van andere benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze geen betrekking hadden op bewezen verklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/460009-07 + 06/471505-06
Uitspraak d.d.: 25 april 2007
Tegenspraak
VERKORT VONNIS
In de zaak tegen:
[verdachte],
[geboortedatum] 1964 te [plaats],
[adres en woonplaats],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 11 april 2007.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om schorsing van het onderzoek afgewezen.
De rechtbank heeft de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aanhangig gemaakte zaken.
Ter terechtzitting kenbaar gemaakt voornemen van de officier van justitie
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie conform artikel 311, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering het voornemen kenbaar gemaakt in een later stadium een afzonderlijke ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
De tenlastelegging
De rechtbank nummert de bij dagvaarding met parketnummer 06/471505-06 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten als 8, 9, 10 en 11.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 04 januari 2007 te Emst, gemeente Epe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit en woning (gelegen aan [adres]) weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, hebbende verdachte met een steen een ruit verbroken en/of ingegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 04 januari 2007 te Emst, gemeente Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres]) heeft weggenomen een laptop, merk Acer, type Aspire 5601, kleur zilver en/of een (digitaal) fototoestel, merk Nikon, type D70s, kleur zwart en/of een fotolens merk Sigma, type 18-200 mm, kleur zwart en/of eem [ n ] fotolens, merk
Sigma, type 170-500 mm, kleur zwart en/of een draagtas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door een raam en/of ruit met een schroevendraaier open te breken/kapot te breken, althans te forceren;
3.
hij op of omstreeks 8 oktober 2006 te Vaassen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([adres]) heeft weggenomen meerdere, althans een gouden collier(s) en/of armband(en) en/of ring(en) en/of een dasspeld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door het ingooien, althans forceren van een ruit/raam;
4.
hij op of omstreeks 13 november 2006 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([adres]) heeft weggenomen meerdere, althans een gouden ketting(en) en/of oorbellen en/of een gouden ring, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door het ingooien, althans forceren van een ruit/raam;
5.
hij op of omstreeks 29 september 2006 te Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en/of een brievenbus, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Arcuris, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
6.
hij op of omstreeks 14 oktober 2006 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning heeft weggenomen een handtas (inhoudende o.a een mobiele telefoon en/of een zonnebril) en/of een laptop en/of een (digitale) camera en/of geld en/of (een) bankpas(sen) en/of een handpalm pocket pc (merk: Qtek), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer E], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 14 oktober 2006 in de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een handpalm pocket pc (merk: Qtek) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die handpalm pocket pc (merk: Qtek) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
7.
hij op of omstreeks 22 november 2006 te Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Arcuris, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
8.
hij op of omstreeks 01 november 2006 in de gemeente Apeldoorn [slachtoffer F] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer F] dreigend de woorden toegevoegd :
- "blijf van me af, ik pak je wel kankerlijer,ik heb tien jaar in de cel gezeten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- "ik steek je neer",
terwijl hij, verdachte, tijdens het uitspreken van deze woorden met zijn hand in de binnenzak van zijn jas greep en in de richting van voornoemde [slachtoffer F] liep, althans woorden en/of gebaren van gelijke dreigende aard of strekking;
9.
hij op of omstreeks 01 november 2006 in de gemeente Apeldoorn [slachtoffer G] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer G] dreigend de woorden toegevoegd :"ik steek je neer" en/of "ik pak je nog wel, ik wacht je op, ik kom nog terug", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
10.
hij op of omstreeks 01 november 2006 in de gemeente Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een raam, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank ([adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar
gemaakt;
11.
hij op of omstreeks 01 november 2006 in de gemeente Apeldoorn wederrechtelijk vertoevende in een besloten lokaal gelegen aan [adres] en in gebruik bij de Rabobank, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder
6 primair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt dienaangaande, dat naar haar oordeel geen bewijsmateriaal voorhanden is, dat betrekking heeft op de juridische kern van de aan verdachte ten laste gelegde en door hem ontkent feit.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder
1 t/m 5, 6 subsidiair en 7 t/m 11 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 4 januari 2007 te Emst, gemeente Epe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit en woning gelegen aan [adres] weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [slachtoffer A], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, hebbende verdachte met een steen een ruit ingegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 4 januari 2007 te Emst, gemeente Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan [adres] heeft weggenomen een laptop, merk Acer, type Aspire 5601, kleur zilver en digitaal fototoestel, merk Nikon, type D70s, kleur zwart en een fotolens merk Sigma, type 18-200 mm, kleur zwart en een fotolens, merk Sigma, type 170-500 mm, kleur zwart en een draagtas, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, te weten door een raam met een schroevendraaier te forceren;
3.
hij op 8 oktober 2006 te Vaassen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, [adres], heeft weggenomen meerdere, gouden colliers en een armband en een ring en een dasspeld, toebehorende aan [slachtoffer C], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, te weten door het ingooien, van een ruit;
4.
hij op 13 november 2006 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, [adres], heeft weggenomen gouden kettingen en oorbellen en een gouden ring, toebehorende aan [slachtoffer D], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, te weten door het ingooien, van een ruit;
5.
hij op 29 september 2006 te Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en een brievenbus, toebehorende aan Arcuris, heeft vernield;
6.
hij op 14 oktober 2006 in de gemeente Apeldoorn, een handpalm pocket pc (merk: Qtek) heeft verworven en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven van die handpalm pocket pc (merk: Qtek) wist, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
7.
hij op 22 november 2006 te Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, toebehorende aan Arcuris, heeft vernield;
8.
hij op 1 november 2006 in de gemeente Apeldoorn [slachtoffer F] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer F] dreigend de woorden toegevoegd :
- "blijf van me af, ik pak je wel kankerlijer, ik heb tien jaar in de cel gezeten", en
- "ik steek je neer",
terwijl hij, verdachte, tijdens het uitspreken van deze woorden met zijn hand in de binnenzak van zijn jas greep en in de richting van voornoemde [slachtoffer F] liep;
9.
hij op 1 november 2006 in de gemeente Apeldoorn [slachtoffer G] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer G] dreigend de woorden toegevoegd: "ik pak je nog wel, ik wacht je op, ik kom nog terug";
10.
hij op 1 november 2006 in de gemeente Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een raam, toebehorende aan de Rabobank ([adres]), heeft vernield;
11.
hij op 1 november 2006 in de gemeente Apeldoorn wederrechtelijk vertoevende in een besloten lokaal gelegen aan [adres] en in gebruik bij de Rabobank, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
- feit 1: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft, door middel van braak;
- feiten 2, 3 en 4, telkens: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft, door middel van braak;
- feit 5: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;
- feit 6 subsidiair: opzetheling;
- feiten 7 en 10, telkens: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen ;
- feit 8: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- feit 9: bedreiging met zware mishandeling;
- feit 11: het wederrechtelijk in een besloten lokaal vertoevende, zich niet op de vordering vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft kennisgenomen van het voorlichtingsrapport van Tactus, instelling voor verslavingszorg te Warnsveld, d.d. 10 april 2007, opgemaakt door L.R. Grooten.
Dit rapport houdt onder meer het volgende in, zakelijk weergegeven:
Verdachte heeft een langdurige verslavingsgeschiedenis die gerelateerd is aan criminele activiteiten, met name diefstallen en inbraken. Verdachte is van jongs af aan in aanraking gekomen met de effecten van alcohol en drugs alsmede het begaan van criminele activiteiten. Hij is moeilijk in staat sociale contacten te handhaven anders dan die in het criminele circuit en kan daarom geen sociale controle voor zichzelf inbouwen om zijn leven een positieve draai te geven. Doordat zijn vriendin de relatie verbrak stortte verdachte zich volledig en ongecontroleerd in zijn oude verslavingsgedrag.
Het risico op recidive is als hoog in te schatten. Om de kans op recidive te verkleinen is het gewenst dat er interventies worden gepleegd op de leefgebieden: huisvesting & wonen, delictgegevens, druggebruik, en emotioneel welzijn.
Voor een ISD-maatregel zijn geen contra-indicaties of nadelige effecten te verwachten.
Binnen de ISD-maatregel kan verdachte starten met het werken aan zijn problematiek door trainingen te volgen binnen de penitentiaire inrichting.
Aan alle voorwaarden, die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt, is voldaan. De rechtbank zal daarom de officier van justitie op dit punt van de eis volgen, waarbij de rechtbank de veelheid van misdrijven waarvoor verdachte reeds is veroordeeld in aanmerking heeft genomen.
Gelet op verdachtes hardnekkige verslaving aan harddrugs moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte zijn huidige levenswijze niet vrijwillig zal opgeven en ook in de toekomst misdrijven zal blijven plegen om in zijn behoefte aan drugs te kunnen voorzien. De rechtbank is van oordeel dat zowel de resocialisatie van verdachte als de algemene veiligheid van goederen en personen rechtvaardigen dat aan verdachte wordt opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor verslaafden voor de maximale duur van twee jaren.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.
De rechtbank acht een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel thans niet geïndiceerd, maar wijst op de mogelijkheden daartoe vermeld in artikel 38s, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Ad informandum gevoegde feiten
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ad informandum gevoegde strafbare feiten, zoals vermeld in het aan dit vonnis gehechte “mededeling ad informandum gevoegde strafbare feiten” (bijlage I). Verdachte heeft ter terechtzitting erkend deze feiten te hebben begaan en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor deze feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vordering tot schadevergoeding
- De benadeelde pa[slachtoffer H] heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van € 250,= gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van een ad informandum gevoegd feit.
Deze benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
- De benadeelde partij [slachtoffer I] heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van € 1.402,67 gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van een ad informandum gevoegd feit.
Deze benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
- De benadeelde partij [slachtoffer J] heeft zich met een vordering gevoegd in het onderhavige strafgeding.
Deze benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering en overigens geen bedrag aan schade is gevorderd.
- De benadeelde partij de Rabobank heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van € 253,47 (inclusief BTW) gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder 10 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijs-middelen en hetgeen verder ter terecht-zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot een bedrag van € 213,= (schadebedrag exclusief BTW) schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorde-ring is voor hoofdelijke toewijzing vatbaar.
De vordering zal voor het overige (het BTW-bedrag) niet-ontvankelijk worden verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen
De oplegging van straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
38m, 38n, 38o, 45, 57, 138, 285, 310, 311, 350 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 6 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 t/m 5, 6 subsidiair en 7 t/m 11 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Rabobank Apeldoorn e.o., [adres en plaats], rekeningnummer [nummer], van een bedrag van € 213,=, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer H], [slachtoffer I] en [slachtoffer J] niet-ontvankelijk in hun respectievelijke vordering.
Aldus gewezen door mr. Van Harreveld, voorzitter, mrs. Borgerhoff Mulder en Lucassen, rechters,
in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
25 april 2007.