ECLI:NL:RBZUT:2007:BA3430
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P. van Baaren
- Rechtspraak.nl
Vernietiging aanslag afvalstoffenheffing gemeente Apeldoorn
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een inwoner van Apeldoorn en de heffingsambtenaar van de gemeente Apeldoorn over de definitieve aanslag afvalstoffenheffing voor de jaren 2004 en 2005. De eiser, die in een appartementencomplex woont, had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de opgelegde aanslagen, die waren gebaseerd op een gedifferentieerd tarief (diftar) dat de gemeente had ingevoerd. De eiser stelde dat de gemeente niet in staat was geweest om het diftar-systeem adequaat te implementeren, waardoor hij onevenredig werd belast in vergelijking met andere bewoners.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente Apeldoorn op 1 januari 2004 het diftar-systeem had ingevoerd, maar dat de uitvoering daarvan niet correct was. Eiser had in 2004 niet meer restafval geproduceerd dan zijn zuster, die gebruik maakte van een eigen container. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet alle inwoners in de gelegenheid had gesteld om te betalen naar de hoeveelheid restafval die zij daadwerkelijk aanboden, wat leidde tot een onredelijke belastingheffing.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en vernietigde de aanslagen afvalstoffenheffing voor de jaren 2004 en 2005. De definitieve aanslag voor 2004 werd vastgesteld op € 126,71 en de voorlopige aanslag voor 2005 op € 141,27. Tevens werd de gemeente gelast het betaalde griffierecht aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor gemeenten om zorg te dragen voor een eerlijke en transparante uitvoering van belastingheffingen, vooral in het kader van milieubeleid.