ECLI:NL:RBZUT:2007:BA1089
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake het opheffen van conservatoir beslag door Woningstichting Dinxperlo op onroerend goed van Stichting Vakantiehuize Van Lamsweerde
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen op 16 maart 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Vakantiehuize Van Lamsweerde en Stichting Woningstichting Dinxperlo. De zaak betreft een geschil over een conservatoir beslag dat door WSD is gelegd op onroerend goed van Van Lamsweerde. Van Lamsweerde vorderde de opheffing van dit beslag, stellende dat er geen geldige koopovereenkomst was gesloten die haar verplichtte tot nakoming. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat er een zodanige koopovereenkomst was gesloten dat Van Lamsweerde deze moest nakomen. De rechter overwoog dat de belangen van Van Lamsweerde zwaarder wegen dan die van WSD, vooral omdat WSD al een recht van hypotheek had voor haar geldvordering op Van Lamsweerde. Hierdoor werd het beslag opgeheven.
De procedure begon met een dagvaarding en mondelinge behandeling, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Van Lamsweerde stelde dat zij niet tot nakoming van de overeenkomst verplicht was, terwijl WSD betoogde dat er wel degelijk een koopovereenkomst tot stand was gekomen. De rechter concludeerde dat WSD niet voldoende bewijs had geleverd voor haar vorderingen en dat de door WSD gepretendeerde vorderingen niet gespecificeerd waren. De rechter wees de vordering van Van Lamsweerde toe en veroordeelde WSD in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke overeenkomsten en de noodzaak voor partijen om hun vorderingen goed te onderbouwen. De rechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en kwam tot de conclusie dat het belang van Van Lamsweerde om vrij over haar onroerend goed te kunnen beschikken, zwaarder woog dan het belang van WSD bij het handhaven van het beslag.