ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ8885
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Harreveld
- A. van Hoorn
- J. van Breda
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk voordeel in hennepkwekerijzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 16 februari 2007 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De vordering was ingediend door de officier van justitie in het kader van een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die wist dat zijn zoon een hennepkwekerij had, niet had ingegrepen en dat dit hem kon worden verweten. Echter, er was geen bewijs dat de verdachte zelf voordeel had genoten van de hennepkwekerij. De officier van justitie had aanvankelijk een bedrag van € 739.000,-- gevorderd, maar dit bedrag werd tijdens de zitting verlaagd naar € 120.857,27. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen wederrechtelijk voordeel had genoten en wees de vordering van de officier van justitie af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.