ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5588

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460610-05 en 18/052049-04 (TUL)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Celstraf en TBS met dwangverpleging wegens het medeplegen van opzettelijke vrijheidsberoving, poging tot zware mishandeling en bedreiging

Op 2 januari 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 5 november 2005 in de gemeenten Apeldoorn, Arnhem, Epe en Rheden betrokken was bij ernstige strafbare feiten. De verdachte, die verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht, was samen met anderen verantwoordelijk voor het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van een slachtoffer, het plegen van poging tot zware mishandeling en het bedreigen van het slachtoffer met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders het slachtoffer in een auto hebben gedwongen, hem fysiek geweld hebben aangedaan en hem met de dood hebben bedreigd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft een zeer traumatische ervaring voor het slachtoffer veroorzaakt en heeft bijgedragen aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsdelicten en de psychische problematiek die bij hem aanwezig is. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Daarnaast is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van € 5.000,- aan het slachtoffer te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf afgewezen en de proeftijd verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/460610-05 en 18/052049-04 (TUL)
Uitspraak d.d.: 2 januari 2007
Tegenspraak / na aanhouding verschenen
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans verblijvende in de penitentiaire inrichting “De Berg” te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
21 februari 2006, 2 mei 2006, 7 juli 2006, 27 september 2006 en 19 december 2006.
Van het op deze terechtzittingen verhandelde is telkens proces-verbaal opgemaakt.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden, althans in de provincie Gelderland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk:
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] in een auto (BMW [kenteken]) getrokken
en/of geduwd en/of
- de kofferbak van deze auto geopend en/of (daarbij) gezegd dat die [slachtoffer] daarin plaats moe(s)t nemen en/of
- strak/vlak op de achterbank naast die [slachtoffer] gaan zitten en/of voorkomen dat deze [slachtoffer] de auto uit zou gaan en/of
- gedurende enkele uren, althans een langere tijd tegen de wil van die [slachtoffer], met die [slachtoffer] in deze auto rondgereden en/of
- gedurende enkele uren, althans een langere tijd verhinderd dat die [slachtoffer] kon weglopen en/of wegkomen, althans verhinderd dat die [slachtoffer] zich aan verdachte en/of zijn medeverdachten kon onttrekken en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd/gezicht, althans het lichaam van die [slachtoffer] geslagen/gestompt en/of met kracht met zijn, (mede)verdachte's, elleboog tegen die [slachtoffer] geslagen en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd en/of (de rest van) het lichaam van die [slachtoffer] getrapt/geschopt en/of die [slachtoffer] low-kicks gegeven en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] knietjes tegen zijn billen, althans lichaam gegeven, althans met kracht met zijn, (mede)verdachte's, knieën tegen het lichaam van die [slachtoffer] gedrukt en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht met (een) fles(sen) op de benen, althans het lichaam van die [slachtoffer] geslagen en/of
- die [slachtoffer] met kracht bij zijn keel/nek gegrepen en/of zijn keel dichtgedrukt gehouden en/of
- een lege fles met benzine gevuld en/of deze fles boven het hoofd, althans het lichaam, althans in de nabijheid van die [slachtoffer] gehouden en/of (vervolgens) een aansteker, althans vuur in de nabijheid van het lichaam van die [slachtoffer] gehouden en/of
- meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer] de woorden geschreeuwd, althans aan die [slachtoffer] de woorden toegevoegd:"Je gaat nu mee of ik sla je knock out. Of ik maak je af. Je gaat er gewoon in. Ik bind hem aan een boom en steek hem straks gewoon in de fik. Ik ga je in jouw bil neuken/nakken. Ik ga jouw grote teen breken. We gaan jouw kaak breken. Nog een, nog een. Hoe zit het met de blaffer, met demper.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
en/of (aldus) een dreigende situatie voor die [slachtoffer] heeft doen ontstaan.
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden, althans in de provincie Gelderland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd/gezicht, althans het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen/gestompt en/of met kracht met zijn, (mede)verdachte's, elleboog tegen die [slachtoffer] heeft geslagen en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd en/of (de rest van) het lichaam van die [slachtoffer] heeft getrapt/geschopt en/of die [slachtoffer] low-kicks heeft gegeven en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] knietjes tegen zijn billen, althans lichaam heeft gegeven, althans met kracht met zijn, (mede)verdachte's, knieen tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft gedrukt en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht met (een) fles(sen) op de benen, althans het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer] met kracht bij zijn keel/nek gegrepen en/of zijn keel heeft dichtgedrukt gehouden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden, althans in de provincie Gelderland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer]:
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd/gezicht, althans het lichaam geslagen/gestompt en/of met kracht met zijn, (mede)verdachte's, elleboog tegen die [slachtoffer] geslagen en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd en/of (de rest van) het lichaam getrapt/geschopt en/of die [slachtoffer] low-kicks gegeven en/of
- meermalen, althans eenmaal knietjes tegen zijn, [slachtoffer]'s, billen, althans lichaam gegeven, althans met kracht met zijn, (mede)verdachte's, knieen tegen het lichaam van die [slachtoffer] gedrukt en/of
- meermalen, althans eenmaal in en/of buiten de auto met kracht met (een) fles(sen) op de benen, althans het lichaam geslagen en/of
- met kracht bij zijn keel/nek gegrepen en/of zijn keel dichtgedrukt gehouden
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden, althans in de provincie Gelderland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen en/of met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend:
- de kofferbak van deze auto geopend en/of (daarbij) gezegd dat die [slachtoffer] daarin plaats moe(s)t nemen en/of
- strak/vlak op de achterbank naast die [slachtoffer] gaan zitten en/of voorkomen dat deze [slachtoffer] de auto uit zou gaan en/of
- een lege fles met benzine gevuld en/of deze fles boven het hoofd, althans het lichaam, althans in de nabijheid van die [slachtoffer] gehouden en/of (vervolgens) een aansteker, althans vuur in de nabijheid van het lichaam van die [slachtoffer] gehouden en/of
- meermalen, althans eenmaal tegen die [slachtoffer] de woorden geschreeuwd, althans aan die [slachtoffer] de woorden toegevoegd:"Je gaat nu mee of ik sla je knock out. Of ik maak je af. Je gaat er gewoon in. Ik bind hem aan een boom en steek hem straks gewoon in de fik. Ik ga je in jouw bil neuken/nakken. Ik ga jouw grote teen breken. We gaan jouw kaak breken. Nog een, nog een. Hoe zit het met de blaffer, met demper.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Motivering bewezenverklaring
De bewezenverklaring is gebaseerd op de bekennende verklaring van verdachte (pagina’s 124-125 en 126-128), de verklaringen van zijn medeverdachten [medeverdachte A] (pagina’s 130-133 en 134-138), [medeverdachte B] (pagina’s 146-150), [medeverdachte C] (pagina’s 160-162) en de aangifte van [slachtoffer] (pagina’s 81, 84-90 en 91-94).
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd gehouden, immers is/zijn dan wel heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededaders opzettelijk:
- op de achterbank naast die [slachtoffer] gaan zitten en voorkomen dat deze [slachtoffer] de auto uit zou gaan en
- gedurende een langere tijd tegen de wil van die [slachtoffer], met die [slachtoffer] in deze auto rondgereden en
- gedurende een langere tijd verhinderd dat die [slachtoffer] kon weglopen of wegkomen en
- meermalen in en buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd/gezicht en het lichaam van die [slachtoffer] geslagen/gestompt en met kracht met zijn, (mede)verdachte's, elleboog tegen die [slachtoffer] geslagen en
- meermalen buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd en de rest van het lichaam van die [slachtoffer] getrapt/geschopt en die [slachtoffer] low-kicks gegeven en
- meermalen die [slachtoffer] knietjes tegen zijn billen en lichaam gegeven en
- meermalen in de auto met kracht met een fles op de benen van die [slachtoffer] geslagen en
- die [slachtoffer] met kracht bij zijn keel gegrepen en zijn keel dichtgedrukt gehouden en
- een lege fles met benzine gevuld en deze fles boven het hoofd van die [slachtoffer] gehouden en vervolgens een aansteker in de nabijheid van het lichaam van die [slachtoffer] gehouden en
- meermalen tegen die [slachtoffer] de woorden geschreeuwd, althans aan die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Je gaat nu mee of ik sla je knock out. Of ik maak je af. Je gaat er gewoon in. Ik bind hem aan een boom en steek hem straks gewoon in de fik. Ik ga je in jouw bil neuken/nakken. Ik ga jouw grote teen breken. We gaan jouw kaak breken. Nog een, nog een. Hoe zit het met de blaffer, met demper,” en aldus een dreigende situatie voor die [slachtoffer] heeft doen ontstaan;
2.
hij op 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
- meermalen in en buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd/gezicht en het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen/gestompt en met kracht met zijn, (mede)verdachte's, elleboog tegen die [slachtoffer] heeft geslagen en
- meermalen buiten de auto met kracht in/op/tegen het hoofd en de rest van het lichaam van die [slachtoffer] heeft getrapt/geschopt en die [slachtoffer] low-kicks heeft gegeven en
- meermalen die [slachtoffer] knietjes tegen zijn billen en lichaam heeft gegeven en
- meermalen in de auto met kracht met een fles op de benen van die [slachtoffer] heeft geslagen en
- die [slachtoffer] met kracht bij zijn keel gegrepen en zijn keel heeft dichtgedrukt gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 05 november 2005 in de gemeente Apeldoorn en/of de gemeente Arnhem en/of de gemeente Epe en/of de gemeente Rheden, tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer] heeft bedreigd met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen en met verkrachting en met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling en met brandstichting, immers is/zijn dan wel heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededaders opzettelijk dreigend:
- op de achterbank naast die [slachtoffer] gaan zitten en voorkomen dat deze [slachtoffer] de auto uit zou gaan en
- een lege fles met benzine gevuld en deze fles boven het hoofd van die [slachtoffer] gehouden en vervolgens een aansteker in de nabijheid van het lichaam van die [slachtoffer] gehouden en
- meermalen tegen die [slachtoffer] de woorden geschreeuwd, althans aan die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Je gaat nu mee of ik sla je knock out. Of ik maak je af. Je gaat er gewoon in. Ik bind hem aan een boom en steek hem straks gewoon in de fik. Ik ga je in jouw bil neuken/nakken. Ik ga jouw grote teen breken. We gaan jouw kaak breken. Nog een, nog een. Hoe zit het met de blaffer, met demper.”
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders onder 1, 2 primair en 3 is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1: Medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroofd houden.
Feit 2 primair: Medeplegen van poging tot zware mishandeling.
Feit 3: Medeplegen van bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten en
met verkrachting en met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en met enig
misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling en met
brandstichting.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport, gedateerd 23 april 2006, opgemaakt door
drs. S. Wijga (klinisch psycholoog/psychotherapeut) en H.E.M. van Beek (psychiater). Voorts hebben beide deskundigen aanvullend gerapporteerd op 14 respectievelijk 9 november 2006.
Met de conclusie van de multidisciplinaire rapportage, te weten dat verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen – en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte, door te handelen als bewezen verklaard, het slachtoffer een zeer traumatische ervaring heeft bezorgd en – naar mag worden aangenomen – bovendien heeft bijgedragen aan de in de samenleving levende onveiligheidsgevoelens. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij zonder enige bedenking heeft deelgenomen aan een collectieve bestraffing van een kameraad wegens een geldkwestie, dat door alle daders veel geweld is gebruikt en dat niemand het geweld heeft doen stoppen, ondanks het feit dat voor ieder kenbaar moet zijn geweest dat het slachtoffer doodsangsten uitstond.
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat verdachte in de geweldspleging en de bedreigingen het verst is gegaan en het minst aandacht heeft gehad voor de psychische en lichamelijke schade, die aan het slachtoffer kon worden toegebracht. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte reeds eerder werd veroordeeld, ook wegens geweldsdelicten.
Uit de hiervoor vermelde multidisciplinaire rapportage komt onder meer het volgende naar voren:
Bij betrokkene is sprake van een ernstige scheefgroei in de ontwikkeling van de persoonlijkheid opgetreden. Dit heeft geleid tot een persoonlijkheidsstoornis NAO. Hij heeft de kenmerken van meer dan één persoonlijkheidsstoornis, maar hiermee wordt niet voldaan aan de volledige criteria van één van de stoornissen afzonderlijk. De kenmerken van de antiscoiale en narcistische persoonlijkheid staan op de voorgrond. Eveneens is sprake van afhankelijke en vermijdende trekken. Het intellectueel functioneren ligt op hoog niveau.
Bij betrokkene is sprake van alcoholmisbruik. Hij is gepreoccupeerd met de gedachte in sociale situaties bekritiseerd of afgewezen te worden en heeft moeilijkheden ergens alleen aan te beginnen of alleen te doen. Het delict is met name mede veroorzaakt door de aanwezigheid van antisociale en narcistische persoonlijkheidstrekken. Hij heeft zich door het niet nakomen van de afspraken van het slachtoffer gekwetst gevoeld. Een krenking van zijn narcistische kant heeft tot grote woede geleid. De antisociale persoonlijkheidstrekken, met name de prikkelbaarheid en agressiviteit, de roekeloze onverschilligheid ten opzichte van de veiligheid van zichzelf of van anderen, de impulsiviteit, het onvermogen “vooruit te plannen” en het gebrek aan inlevingsvermogen met het slachtoffer hebben eveneens een belangrijke rol gespreel bij het plegen van het ten laste gelegde. Door de woede van de krenking en de antisociale persoonlijkheidstrekken, is het gekomen tot een ernstige impulsdoorbraak. De ziekelijke stoornis en de gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogen kan opnieuw aanleiding geven tot soortgelijke of ernstige feiten of andere strafbare feiten als waarvan verdachte nu wordt verdachte. Zonder intensieve behandeling is het recidivegevaar zeer hoog. Er zijn weliswaar op beneden gemiddeld tot hoog niveau remmingen opgebouwd in zijn psychische structuur, maar deze zijn onvoldoende bij het oplopen van spanningen.
Betrokkene wil wel meewerken aan een behandeling, maar niet in de Forensische Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK) in Assen. Hij wil onder zijn voorwaarden behandeld worden. Die voorwaarden zijn onder andere vrijwillig en ambulant. Wanneer dat niet mogelijk is, wil hij niet behandeld worden. Een terbeschikkingstelling met voorwaarden is dan ook niet haalbaar. In het verslag van de FPK te Assen wordt de narcistische en antisociale persoonlijkheidspathologie, in combinatie met een basaal sociaal onvermogen genoemd. Het is vooralsnog lastig om uit te sluiten of zijn ‘roze bril’ narcistisch of autistiform van oorsprong is. Behandeling in het kader van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging lijkt de enige mogelijkheid het recidiverisico terug te brengen op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Opname in het Pieter Baan Centrum voor een beoordeling (na twee ambulante onderzoeken en een klinische observatie door de FPK Assen) lijkt niet geïndiceerd.
Nu de hiervoor vermelde rapporten en de daarop aansluitende rapporten van de FPK Assen en Tactus voor een eindbeslissing genoegzame informatie bevatten is de rechtbank van oordeel, dat voor aanvullende rapportage door het Pieter Baan Centrum (zoals subsidiair namens verdachte verzocht) geen aanleiding bestaat en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen vereist, dat aan verdachte zal worden opgelegd de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
De rechtbank stelt vast dat de bewezenverklaarde feiten, misdrijven zijn gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en dat ook overigens aan de in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht vermelde vereisten is voldaan.
In het licht van het voorgaande, mede gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, de straffen die zijn mededaders opgelegd hebben gekregen en de wenselijkheid van spoedige behandeling van verdachte, acht de rechtbank een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist, op zijn plaats.
In beslag genomen voorwerpen
Nu er geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van het na te melden voorwerp aan de veroordeelde.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.000,- , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 november 2005, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1, 2 primair en 3 bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden. Nu verdachte voor de schade naar burgerlijk recht (hoofdelijk) aansprakelijk is, zal de vordering worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Vordering tenuitvoerlegging
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 15 februari 2006 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Groningen van
10 december 2004 (parketnummer 18.052049/04) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van oordeel, dat onder de gegeven omstandigheden tenuitvoerlegging minder opportuun is dan verlenging van de proeftijd, zodat dienovereenkomstig zal worden beslist.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14f, 27, 36f, 37, 37a, 37b, 45, 47, 55, 282, 285 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders onder 1, 2 primair en 3 is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten: een spijkerbroek.
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Groningen van 10 december 2004 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf en verlengt de bij dit vonnis bepaalde proeftijd met één jaar.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
[slachtoffer], van een bedrag van € 5.000,-, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 november 2005.
Verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], een bedrag te betalen van € 5.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente
vanaf 5 november 2005, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 100 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, mrs. Van der Hooft en Van Breda, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 januari 2007.