ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ6057
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtbank Zutphen
- Rechtspraak.nl
Schorsing van kapvergunningen in het bestuursrechtelijke geschil tussen verzoekster en de gemeente Oude IJsselstreek
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 21 december 2006, betreft het een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een geschil over kapvergunningen die zijn verleend aan de gemeente Oude IJsselstreek. De verzoekster heeft bezwaar aangetekend tegen de besluiten van 25 oktober 2006, waarbij de kapvergunningen zijn verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er aanleiding is om de bestreden besluiten te schorsen tot twee weken na de beslissing op de bezwaren. Dit besluit is genomen op basis van de opmerking van de verweerder tijdens de zitting, die aangaf dat de gemeente voorlopig geen gebruik zal maken van de kapvergunningen, ongeacht de uitkomst van de verzoeken om voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen ook het belang van de verzoekster meegewogen, evenals de wettelijke bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter heeft bepaald dat de vergunningen pas van kracht worden na afloop van de bezwaartermijn, en dat indien er een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, de vergunningen pas van kracht worden na de beslissing op dat verzoek. De hoorzitting van de bezwaaradviescommissie is gepland op 9 januari 2007, wat ook een factor was in de beslissing van de voorzieningenrechter.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van 2 x € 141,00 door de gemeente Oude IJsselstreek moet worden vergoed. Er zijn geen kosten voor proceskostenveroordeling vastgesteld, omdat deze niet zijn aangetoond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid en het belang van een goede afweging van belangen in bestuursrechtelijke procedures.