ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ6057

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
21 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/2597 en 2598 VEROR
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Rechtbank Zutphen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van kapvergunningen in het bestuursrechtelijke geschil tussen verzoekster en de gemeente Oude IJsselstreek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 21 december 2006, betreft het een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een geschil over kapvergunningen die zijn verleend aan de gemeente Oude IJsselstreek. De verzoekster heeft bezwaar aangetekend tegen de besluiten van 25 oktober 2006, waarbij de kapvergunningen zijn verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er aanleiding is om de bestreden besluiten te schorsen tot twee weken na de beslissing op de bezwaren. Dit besluit is genomen op basis van de opmerking van de verweerder tijdens de zitting, die aangaf dat de gemeente voorlopig geen gebruik zal maken van de kapvergunningen, ongeacht de uitkomst van de verzoeken om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen ook het belang van de verzoekster meegewogen, evenals de wettelijke bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter heeft bepaald dat de vergunningen pas van kracht worden na afloop van de bezwaartermijn, en dat indien er een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, de vergunningen pas van kracht worden na de beslissing op dat verzoek. De hoorzitting van de bezwaaradviescommissie is gepland op 9 januari 2007, wat ook een factor was in de beslissing van de voorzieningenrechter.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van 2 x € 141,00 door de gemeente Oude IJsselstreek moet worden vergoed. Er zijn geen kosten voor proceskostenveroordeling vastgesteld, omdat deze niet zijn aangetoond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid en het belang van een goede afweging van belangen in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Reg.nrs.: 06/2597 en 2598 VEROR
PROCES-VERBAAL VAN MONDELINGE UITSPRAAK
op de verzoeken om een voorlopige voorziening in het geschil tussen:
[verzoekster], verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek, verweerder; gemachtigden: [medewerker A], [medewerker B] en [medewerker C].
1. Bestreden besluiten
Besluiten van 25 oktober 2006.
2. Motivering
Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient te worden nagegaan of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, een voorlopige voorziening vereist.
De in bezwaar bestreden besluiten houden kapvergunningen ten behoeve van de gemeente Oude IJsselstreek in.
Omtrent de materiële rechtskracht daarvan heeft verweerder bij de bestreden besluiten bepaald dat de vergunningen pas van kracht worden na de dag waarop de bezwaartermijn afloopt. Indien binnen de bezwaartermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend wordt de betreffende vergunning pas van kracht nadat op dat verzoek is beslist.
Verzoekster heeft verzoeken om voorlopige voorziening ingediend, connex aan door haar tijdig tegen de bestreden besluiten ingediende bezwaarschriften.
Bij de aanvang van de zitting heeft verweerder te kennen gegeven dat de gemeente, ook al zouden de verzoeken om voorlopige voorziening thans of op korte termijn worden afgewezen, van de kapvergunningen voorlopig geen gebruik zal maken. Een concrete datum tegen welke de gemeente wel van de kapvergunningen gebruik wil maken kon niet worden genoemd. Evenmin is duidelijk wanneer verweerder op de bezwaarschriften zal beslissen. De hoorzitting van de bezwaaradviescommissie is gepland op 9 januari 2007.
De voorzieningenrechter ziet reeds in de opmerking van verweerder ter zitting aanleiding de bestreden besluiten te schorsen. Wanneer verweerder wel duidelijkheid heeft over het moment waarop de gemeente van de kapvergunningen gebruik wil maken, staat hem de mogelijkheid ten dienste om op grond van artikel 8:87 Awb de voorzieningenrechter te verzoeken de schorsing op te heffen of te wijzigen.
Alsdan zal, wanneer aan de overige wettelijke voorwaarden is voldaan, behandeling van dat verzoek ter zitting van de voorzieningenrechter kunnen plaatsvinden.
Bij die behandeling zullen ook de thans niet behandelde argumenten van verzoekster aan de orde kunnen komen.
Gelet op artikel 8:82, vierde lid, Awb ten slotte ziet de voorzieningenrechter aanleiding te bepalen dat het door verzoekster betaalde griffierecht (ad 2 x € 141,00) door de gemeente Oude IJsselstreek wordt vergoed.
Van voor een proceskostenveroordeling in aanmerking komende kosten is niet gebleken.
3. Beslissing
De voorzieningenrechter:
schorst de bestreden besluiten tot twee weken na het nemen van de besluiten op de bezwaren;
bepaalt dat het griffierecht ad 2x € 141,00 aan verzoekster wordt vergoed door de gemeente Oude IJsselstreek.
Deze uitspraak is gedaan op 21 december 2006.