ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ3367

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
29 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460434-06, 06/080337-04 (tul) en 06/460057-06 (tul)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Hemrica
  • Elders
  • Van Hoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van Apeldoornse verdachte voor reeks autoinbraken met onvoorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 29 november 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte uit Apeldoorn, die werd beschuldigd van het plegen van meerdere autoinbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in augustus 2006 en maart 2006 in Apeldoorn inbraken heeft gepleegd in voertuigen en een kelderbox, waarbij hij goederen heeft weggenomen die toebehoorden aan verschillende slachtoffers. De verdachte heeft zich toegang verschaft tot de voertuigen door middel van braak, verbreking en inklimming. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte kort na het ondergaan van een eerdere gevangenisstraf opnieuw in de fout is gegaan. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en heeft de tenuitvoerlegging bevolen van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder [bedrijf A] en [slachtoffer D]. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering en heeft een bijzondere voorwaarde verbonden aan de voorwaardelijke straf, waarbij de verdachte bereid is om mee te werken aan een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is gesteld voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van zijn daden.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer(s): 06/460434-06, 06/080337-04 (tul) en 06/460057-06 (tul)
Uitspraak d.d.: 29 november 2006
Tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [plaats],
thans verblijvende in PI Achterhoek, Lunettestraat Zutphen, te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
15 november 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (bestelbusje, merk: Seat, type: Inca, kenteken: [kenteken]) (op/aan [straat]) heeft weggenomen een autoradio (merk JVC) en/of een pakje sigaretten (merk Chesterfield) en/of een (groene) aansteker en/of een lifehamer en/of een mapje inhoudende autopapieren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, al dan niet gepleegd in vereniging met een ander of anderen;
(incident 1)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 17 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit auto (merk: Toyota, tupe: Corolla station, kleur: grijs, kenteken: [kenteken]) (bij een woning op/aan [straat]) heeft weggenomen een zwarte koffer (inhoudende een navigatiesteem) en/of een camera (merk Sony) en/of een of meerdere muziekcd's en/of een kentekenbewijs en/of een carkit en/of een cd-opbergmap en/of een colbert, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [bedrijf A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, al dan niet gepleegd in vereniging met een ander of anderen;
(incident 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 17 augustus 2006 te Apeldoorn (aan [straat]) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen door middel van braak, verbreking en/of inklimming goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, rubbers van de achterruit van de personenauto van die [slachtoffer D] (merk: Opel, type: Corsa, kleur: blauw, kenteken [kenteken]) heeft weggesneden en/of met een schroevendraaier heeft geprobeerd die achterruit uit de sponning van de auto te halen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks een tijdstip in de periode van 19 maart 2005 tot en met 23 maart 2005 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kelderbox (aan [straat]) heeft weggenomen een damesfiets (merk: Gazelle, type Medeo, framenummer [nummers]) en/of een kinderzitje (merk: Bobike), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer E], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(incident 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks een tijdstip in de periode van 19 maart 2005 tot en met 18 augustus 2006 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een damesfiets (merk: Gazelle, type Medeo, framenummer [nummers])en/of een kinderzitje (merk: Bobike) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets en/of dat kinderzitje wist of had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2006 tot en met 16 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kelderbox (behorende bij perceel [straat]) heeft weggenomen een scooter (merk Kymco), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer F], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(incident 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2006 tot en met 17 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een scooter (merk Kymco) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die scooter wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het
een door misdrijf verkregen goed betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (grijze Ford Scorpio, gekentekend [kenteken]) heeft weggenomen een autoradio (merk Pioneer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf B] en/of [slachtoffer G], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(parketnummer 06/800760-06, incident 1)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn [slachtoffer H] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/is verdachte opzettelijk dreigend met een (lange) schroevendraaier, althans met een scherp voorwerp, in zijn hand(en) naar die [slachtoffer H] toegelopen en/of - zich bevindend op circa 1 meter afstand van die [slachtoffer H]- met die schroevendraaier/dat voorwerp een
of meer stekende beweging(en) gemaakt naar de zij, althans naar het lichaam van die [slachtoffer H] en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "Rot op man, ik steek je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(parketnummer 06/800760-06, incident 3)
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (blauwe Seat Cordoba Stationcar, gekentekend [kenteken]) heeft weggenomen een autoradio/MP 3 speler (merk Red Star), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer I], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (parketnummer 06/800760-06,incident 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een autoradio/MP3 speler (merk Red Star) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die autoradio/MP3 speler wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(incident 4)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, een autoradio/MP3 speler (merk Red Star) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die autoradio/MP 3 speler redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(incident 4)
art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 primair, 5 primair en 7 tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 en 8 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 17 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (bestelbusje, merk: Seat, type: Inca, kenteken: [kenteken]) aan [straat] heeft weggenomen een autoradio (merk JVC) en een pakje sigaretten (merk Chesterfield) en een groene aansteker en een lifehamer en een mapje inhoudende autopapieren, toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 7 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit auto (merk: Toyota, type: Corolla station, kleur: grijs, kenteken: [kenteken]) bij een woning aan [straat] heeft weggenomen een zwarte koffer inhoudende een navigatiesteem en een camera (merk Sony) en meerdere muziekcd's en een kentekenbewijs en een carkit en een cd-opbergmap en een colbert, toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [bedrijf A], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
3.
hij op 17 augustus 2006 te Apeldoorn aan [straat] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen door middel van braak, goederen en/of geld, toebehorende aan [slachtoffer D], rubbers van de achterruit van de personenauto van die [slachtoffer D] (merk: Opel, type: Corsa, kleur: blauw, kenteken [kenteken]) heeft weggesneden en met een schroevendraaier heeft geprobeerd die achterruit uit de sponning van de auto te halen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op een tijdstip in de periode van 1 augustus 2006 tot en met 18 augustus 2006 te Apeldoorn, een damesfiets (merk: Gazelle, type Medeo, framenummer [nummers]) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fiets had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
hij in de periode van 15 augustus 2006 tot en met 17 augustus 2006 in de gemeente Apeldoorn, een scooter (merk Kymco) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die scooter wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
hij in de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (grijze Ford Scorpio, gekentekend [kenteken]) heeft weggenomen een autoradio (merk Pioneer), toebehorende aan [bedrijf B], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
8.
hij in de nacht van 4 op 5 maart 2006 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto (blauwe Seat Cordoba Stationcar, gekentekend [kenteken]) heeft weggenomen een autoradio/MP 3 speler (merk Red Star), toebehorende aan [slachtoffer I], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1, 2 en 8: telkens: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3 poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
4 subsidiair: schuldheling;
5. subsidiair: opzetheling;
6. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een reeks gekwalificeerde diefstallen, waardoor veel schade en overlast voor de benadeelden is veroorzaakt. Daarnaast heeft verdachte goederen onder zich gehad en gebruikt die afkomstig waren van misdrijf.
Bij de bepaling van de duur van de vrijheidsstraf houdt de rechtbank er voorts rekening mee dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten en dat verdachte al kort na het ondergaan van een gevangenisstraf is teruggevallen in het plegen van strafbare feiten.
Anderzijds zal de rechtbank er rekening mee houden dat zij is gekomen tot een geringere bewezenverklaring van feiten dan waar de officier van justitie zijn eis op heeft gebaseerd.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf een bijzondere voorwaarde verbinden, waarbij zij rekening heeft gehouden met de ter terechtzitting gedane mededeling van verdachte dat hij bereid is om, indien dit noodzakelijk wordt geacht, mee te werken aan een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaak, bekend onder parketnummer 06/460434-06.
Verdachte heeft bekend dat feit te hebben begaan en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor dat feit geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [bedrijf A] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 497,85 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het onder 2 tenlastegelegde bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag exclusief BTW en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk
Voor wat betreft de gevorderde BTW zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, daar de benadeelde partij dit bedrag kan verrekenen met de belastingdienst.
De benadeelde partij [slachtoffer D] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 136,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het onder 3 tenlastegelegde bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht telkens de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten, dienen:
- het bij vonnis van deze rechtbank van 8 februari 2005 (parketnummer 06/080337-04) thans nog resterende voorwaardelijk deel van opgelegde gevangenisstraf;
- en de bij vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 25 juli 2006 (parketnummer 06/460057-06) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf;
ten uitvoer gelegd te worden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 45, 57, 63, 310, 311, 416 en 417 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 4 primair, 5 primair en 7 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 en 8 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 3 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering , zolang de reclassering dit noodzakelijk oordeelt, ook indien zulks inhoudt dat veroordeelde deel dient te nemen aan een psychiatrisch en/of psychologisch onderzoek.
Geeft de reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van rechtbank van 8 februari 2005, te weten van:
5 maanden gevangenisstraf.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 25 juli 2006, te weten van:
3 maanden gevangenisstraf.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [bedrijf A], gevestigd te [plaats], [straat], rekeningnummer [nummers] (onder ref.nr. [nummers]), van een bedrag van € 418,36, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf A], een bedrag te betalen van € 418,36, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 8 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer D], [adres], rekeningnr. [nummers], van een bedrag van € 136,--, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer D], een bedrag te betalen van € 136,--, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 2 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, Elders en Van Hoorn, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 november 2006.