ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ3272

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
29 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
81775 - KG ZA 06-301
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G. Vrieze
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing contactverbod in kort geding met beperking van de duur en dwangsommen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 29 november 2006, is een kort geding aan de orde waarin eiser een contactverbod heeft gevorderd tegen gedaagde. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond is, maar heeft de duur van het contactverbod beperkt tot twee jaar. Dit besluit is genomen in het licht van de proportionaliteit, waarbij rekening is gehouden met de jarenlange hinder die eiser heeft ondervonden van gedaagde, die eerder al in een soortgelijke zaak was veroordeeld tot een contactverbod.

De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat gedaagde een dwangsom van EUR 500,00 verbeurt voor iedere overtreding van het contactverbod, met een maximum van EUR 50.000,00. Dit bedrag is vastgesteld in verhouding tot de ernst van het geschonden belang en de prikkelende werking van de dwangsom. De rechter heeft ervoor gekozen om de gevorderde voorbeelden van contact (telefonisch, schriftelijk of mondeling) niet op te nemen in het vonnis, omdat dit overbodig zou zijn en mogelijk tot executieproblemen zou kunnen leiden.

Het vonnis is uitgesproken in het openbaar en gedaagde was niet verschenen. De proceskosten zijn aan de zijde van eiser begroot op EUR 866,87, te vermeerderen met wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis aan eiser wordt voldaan. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiser direct kan overgaan tot uitvoering van het vonnis, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK Zutphen
Sector Civiel
zaaknummer / rolnummer: 81775 / KG ZA 06-301
Vonnis in kort geding van 29 november 2006
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
procureur mr. H.L.J.M. Kersten,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de brief van [gedaagde] van 22 november 2006
- de mondelinge behandeling
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2. De brief van 13 november 2006 van de advocaat van [eiser] is in deze procedure buiten beschouwing gelaten. De bijbehorende producties zijn teruggegeven.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens het navolgende.
2.2. In verband met de eis van proportionaliteit zal de duur van de veroordeling worden beperkt tot twee jaar. Bij de vaststelling van deze termijn is gelet op de jarenlange duur (met tussenpozen) van de het lastigvallen van [eiser] door [gedaagde], de vasthoudendheid van [gedaagde] en de omstandigheid dat zij (ter zake van een soortgelijk feit) reeds eerder in kort geding is veroordeeld tot – kort gezegd – een contactverbod.
2.3. Aan de te verbeuren dwangsommen zal een maximum worden verbonden. Dit laat uiteraard onverlet, dat bij voortgaande overtreding van dit vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde prikkelende werking van de dwangsomoplegging.
2.4. Het gevorderde zal voor het overige worden toegewezen als na te melden. De gevorderde vermelding van voorbeelden van contact “(telefonisch, schriftelijk of mondeling)” zal daarbij worden weggelaten omdat deze strikt genomen overbodig is en slechts – al was het maar over de vraag of e-mails onder schriftelijk contact vallen zoals eiser beweert - tot executieproblemen zou kunnen leiden.
2.5. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 91,87
- vast recht 248,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 527,00
Totaal EUR 866,87
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. verbiedt [gedaagde] om gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis direct contact met [eiser] te zoeken;
3.2. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere keer dat zij in strijd handelt met het onder 3.1 bepaalde, aan [eiser] een dwangsom verbeurt van EUR 500,00, tot een maximum van EUR 50.000,00;
3.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 866,87, te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen na betekening van de uitspraak aan [eiser] voldoening daarvan plaatsvindt;
3.4. veroordeelt [gedaagde] op voorhand in de nakosten conform liquidatietarief, inclusief de kosten van de betekening van dit vonnis;
3.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Vrieze en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2006.?