ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ1342

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/437475-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • H. Hemrica
  • Borgerhoff Mulder
  • Van Hoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een loonwerker wegens overtreding van de Kernenergiewet en het Besluit stralingsbescherming

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 1 november 2006 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een loonwerker uit Neede, die werd beschuldigd van overtredingen van de Kernenergiewet en het Besluit stralingsbescherming. De verdachte werd ervan beschuldigd op 30 juni 2004 en 21 april 2005 zonder vergunning radioactieve stoffen, te weten Ra-226+, Ra-228+ en Th-228+, te hebben vervoerd en/of voorhanden te hebben gehad. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet tijdig de verplichtingen van het Ministerie van VROM had nageleefd om de overtredingen op zo kort mogelijke termijn te rectificeren. Desondanks had de verdachte uiteindelijk een deskundig bedrijf ingeschakeld om de radioactieve stoffen te verwijderen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot twee voorwaardelijke geldboetes van elk € 200,-. De vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel werd afgewezen, omdat de verdachte inmiddels de nodige stappen had ondernomen om de overtredingen te verhelpen. De rechtbank overwoog dat de strafoplegging in overeenstemming was met de aard en ernst van de feiten, en dat er rekening werd gehouden met de omstandigheden waaronder de overtredingen waren begaan. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was, maar sprak hem vrij van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden.

De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Kernenergiewet in haar overwegingen betrokken, en heeft de strafoplegging gemotiveerd op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Economische kamer
Parketnummer: 06/437475-05
Uitspraak d.d.: 1 november 2006
Tegenspraak/ oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 juni 2004 en/of 21 april 2005, in de gemeente Eibergen
(thans gemeente Berkelland) en/of te Neede, gemeente Berkelland, in elk geval
in Nederland, (telkens) zonder vergunning bij of krachtens het Besluit
stralingsbescherming aangewezen radioactieve stoffen, te weten Ra-226+,
Ra-228+ en/of Th-228+ heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad;
art 107 lid 1 Besluit stralingsbescherming
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 30 juni 2004 en 21 april 2005, in de gemeente Eibergen (thans gemeente Berkelland), telkens zonder vergunning bij het Besluit stralingsbescherming aangewezen radioactieve stoffen, te weten Ra-226+, Ra-228+ en/of Th-228+ heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de overtredingen:
Overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 29 van de Kernenergiewet, tweemaal gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting voorts in aanmerking genomen dat verdachte weliswaar niet de verplichtingen van het Ministerie van VROM heeft nageleefd om de overtreding op zo kort mogelijke termijn teniet te doen, doch dat dit anderzijds mede is gekomen doordat vanuit het Ministerie van VROM niet altijd op adequate wijze met verdachte is gecommuniceerd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 62, 63 en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 29 van de Kernenergiewet;
- 107 van het Besluit stralingsbescherming.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
- een geldboete van € 200,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 4 dagen hechtenis;
en
- een geldboete van € 200,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 4 dagen hechtenis.
Bepaalt, dat de geldboetes niet zullen worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van
2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Van Hoorn, rechters,
in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
1 november 2006.