RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/580029-06 en 06/850078-03 (tul)
Uitspraak d.d.: 19 september 2006
Tegenspraak / dip / oip
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in het HvB te Doetinchem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 september 2006.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 12 september 2005 in de gemeente Delft (aan de [straat])
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (giro)pas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] ([leeftijd]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(ZD 27)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 september 2005 in de gemeente Delft (aan de [straat])
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] ([leeftijd]) heeft bewogen tot de afgifte van een (giro)pas, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
(nadat hij/zij zich naar de woning van die [slachtoffer 1] had/hadden begeven en/of aldaar aangebeld had(den))
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij van de woningbouwvereniging ([naam]) was/waren en/of
((vervolgens) de woning van die [slachtoffer 1] is/zijn binnengegaan))
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij kwam(en) kijken of er geen lekkage in haar woning was en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat er water langs de deur van het balkon liep en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat de knoppen van de verwarming niet goed waren en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat hij/zij voor de verwarming kwam(en) en/of dat zij geld terugkreeg en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 1] een bank- en/of giropas gevraagd (omdat hij/zij haar bankrekening wilde(n) weten) en/of
- de woning van die [slachtoffer 1] bekeken, waardoor voornoemde [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(ZD 27)
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 09 december 2005 tot en met 10 december 2005,
in nader te noemen gemeente(n) (en/of op/bij nader te noemen locaties), althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit (een) geld- en/of betaalautoma(a)t(en) heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid (nader te noemen) geld (in totaal 4860,73 euro), (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] ([leeftijd]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen geld (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, (immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een gestolen en/of gevonden bankpas op naam van [slachtoffer 2], althans een pas die niet op zijn, verdachte's, en/of zijn mededader(s) na(a)m(en) was gesteld (en/of waartoe zij/hij (aldus) niet bevoegd was/waren om deze pas te gebruiken), door de pin-/betaalautomaat gehaald en/of gevoerd en/of laten halen/voeren en/of een aan de rechtmatige houder van die pas opgegeven (geheime) pincode ingetoetst);
Rheden te
Velp 9-12-2005 18.47 [locatie] 1200 Euro
Zutphen 9-12-2005 19.30 [locatie] 81 Euro
Zutphen 9-12-2005 19.37 [locatie] 744,95 Euro
Zutphen 9-12-2005 20.06 [locatie] 386 Euro
Arnhem 10-12-2005 00.12 [locatie] 1200 Euro
Apeldoorn 10-12-2005 09.07 [locatie] 143,80 Euro
Apeldoorn 10-12-2005 09.35 [locatie] 706 Euro
Apeldoorn 10-12-2005 09.43 [locatie] 398,98 Euro
(ZD 81)
artikel 310 Wetboek van Strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 09 december 2005 tot en met 28 februari 2006 in de gemeente(n) Apeldoorn en/of Arnhem en/of Zutphen en/of Lingewaard te Huissen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- een jas (met koeienprint) en/of
- 2, althans 1, slof(fen)/pakjes sigaretten (Marlboro en/of Barclay) en/of
- een hoeveelheid servies (Alessi) en/of
- 4, althans een aantal, bloemstukken en/of
- (een) horloge('s) (Festina en/of Guess) en/of
- 2, althans een aantal, armbanden (Sylvie Meis) en/of
- 2, althans een aantal, halscolliers (Sylvie Meiss) en/of
- een Sony PSP Gigapack en/of
- een game (Harry Potter) en/of
- PSP-speakers en/of
- andere goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van een of meer van voormeld(e) goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval door enig misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(ZD 81)
artikel 416 lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht
artikel 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 09 december 2005 te Velp, althans in de gemeente Rheden, en/of in de gemeente Arnhem, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] ([leeftijd]) heeft bewogen tot de afgifte van een pincode, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
(nadat voornoemde [slachtoffer 2] haar tas (met inhoud) verloren was en/of welke tas gestolen was)
- voornoemde [slachtoffer 2] opgebeld en/of zich (hierbij) voorgesteld als meneer [naam] van de politie (Arnhem) en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 2] gevraagd of zij haar tasje verloren was en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 2] zijn telefoonnummer doorgegeven en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 2] gezegd dat zij zich niet bezorgd moest maken omdat haar rijbewijs en bril nog in het tasje zat dat hij in zijn bezit had en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 2] gevraagd of het nummer van haar bankrekening klopte en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 2] haar pincode gevraagd en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 2] gezegd dat hij haar pincode moest hebben om haar rekening te blokkeren en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 2] gevraagd of ze naar het politiebureau aan de Beekstraat in Arnhem wilde komen om haar tasje af te halen en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zaterdag 10 december om 13.00 uur in het politiebureau in Velp zou zijn met haar tasje, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(ZD 81)
art 326 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 september 2005 tot en met 26 september 2005,
in nader te noemen gemeente(n) (en/of op/bij nader te noemen locaties), althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit (een) geld- en/of betaalautoma(a)t(en) heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid (nader te noemen) geld (in totaal 8239,39 euro), (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] ([leeftijd]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen geld (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, (immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een gestolen en/of gevonden bankpas op naam van [slachtoffer 3], althans een pas die niet op zijn, verdachte's, en/of zijn mededader(s) na(a)m(en) was gesteld (en/of waartoe zij/hij (aldus) niet bevoegd was/waren om deze pas te gebruiken), door de pin-/betaalautomaat gehaald en/of gevoerd en/of laten halen/voeren en/of een aan de rechtmatige houder van die pas opgegeven (geheime) pincode ingetoetst);
Gemeente: Datum: (Tijdstip): Locatie: Bedrag(en):
Rotterdam 19-09-2005 14.28 [locatie] 1000 Euro
Rotterdam 19-09-2005 15.15 [locatie] 99 Euro
Rotterdam 19-09-2005 15.16 [locatie] 81 Euro
Rotterdam 19-09-2005 16.02 [locatie] 434,90 Euro
Rotterdam 19-09-2005 16.47 [locatie] 87,45 Euro
Rotterdam 19-09-2005 17.06 [locatie] 372,46 Euro
en/of
Rotterdam 19-09-2005 17.36 [locatie] 970 Euro
Overbetuwe
te Elst 20-09-2005 00.23 [locatie] 1000 Euro
Arnhem 20-09-2005 09.49 [locatie] 9,80 Euro
Arnhem 20-09-2005 10.47 [locatie] 625 Euro
Arnhem 20-09-2005 10.57 [locatie] 250 Euro
Arnhem 20-09-2005 11.37 [locatie] 104,98 Euro
Arnhem 20-09-2005 11.41 [locatie] 984 Euro
Arnhem 20-09-2005 12.00 [locatie] 499,90 Euro
Lingewaard
te Huissen 21-09-2005 00.24 [locatie] 350 Euro
Arnhem 23-09-2005 10.05 [locatie] 20,90 Euro
Arnhem 23-09-2005 10.13 [locatie] 1000 Euro
Arnhem 26-09-2005 12.30 [locatie] 350 Euro
(ZD 86)
artikel 310 Wetboek van Strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 19 september 2005 tot en met 28 februari 2006
in de gemeente(n) Arnhem en/of Lingewaard te Huissen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen:
- twee, althans 1, LCD TV('s) (merk Grundig type Amira) en/of
- schoenen (zwarte heren enkellaarsjes) en/of
- een faxapparaat (Philips type Primo-Magic) en/of
- diverse Alessi goederen en/of
- andere goederen
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van een of meer van voormeld(e) goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval door enig misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(ZD 86)
artikel 416 lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht
artikel 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 08 november 2005 tot en met 28 februari 2006, in de gemeente Arnhem en/of te Velp, althans in de gemeente Rheden, en/of te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (digitale) (foto)camera (merk Nikon, type Coolpix 2100) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormelde camera wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; (ZD 87)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 28 februari 2006 te Groessen, althans in de gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand aan de [straat]) (een) gro(o)t(e) aantal(len) hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (ZD 99)
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 3 ahf/ond C Opiumwet
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 28 februari 2006 te Groessen, althans in de gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [straat]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 883, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(ZD 99)
art 3 ahf/ond B Opiumwet
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 28 februari 2006
te Groessen, althans in de gemeente Duiven, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) electriciteit/stroom, in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan Continuon Netbeheer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
(ZD 99)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair (eerste deel), 3 (eerste deel), 4, 5 primair en 6 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 12 september 2005 in de gemeente Delft (aan de [straat]) tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (giro)pas, toebehorende aan [slachtoffer 1] ([leeftijd]);
2.
hij op tijdstippen in de periode van 09 december 2005 tot en met 10 december 2005, in nader te noemen gemeenten (en bij nader te noemen locaties), tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit geld- en betaalautomaten heeft weggenomen een hoeveelheid (nader te noemen) geld (in totaal 4860,73 euro), telkens toebehorende aan [slachtoffer 2] ([leeftijd]), waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen geld telkens onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, immers hebben verdachte en/of zijn mededaders telkens een bankpas op naam van [slachtoffer 2], (en waartoe zij aldus niet bevoegd waren om deze pas te gebruiken), door de pin/ betaalautomaat gehaald en/of laten halen en een aan de rechtmatige houder van die pas opgegeven (geheime) pincode ingetoetst;
Rheden te
Velp 9-12-2005 18.47 [locatie] 1200,00 Euro
Zutphen 9-12-2005 19.30 [locatie] 81,00 Euro
Zutphen 9-12-2005 19.37 [locatie] 744,95 Euro
Zutphen 9-12-2005 20.06 [locatie] 386,00 Euro
Arnhem 10-12-2005 00.12 [locatie] 1200,00 Euro
Apeldoorn 10-12-2005 09.07 [locatie] 143,80 Euro
Apeldoorn 10-12-2005 09.35 [locatie] 706,00 Euro
Apeldoorn 10-12-2005 09.43 [locatie] 398,98 Euro.
3.
hij op tijdstippen in de periode van 19 september 2005 tot en met 26 september 2005, in nader te noemen gemeenten (en bij nader te noemen locaties), tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit geld- en betaalautomaten heeft weggenomen een hoeveelheid (nader te noemen) geld (in totaal 8239,39 euro), telkens toebehorende aan [slachtoffer 3] ([leeftijd]), waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen geld telkens onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, immers hebben verdachte en/of zijn mededader telkens een bankpas op naam van [slachtoffer 3], (en waartoe zij aldus niet bevoegd waren om deze pas te gebruiken), door de pin-/betaalautomaat gehaald en/of laten halen en een aan de rechtmatige houder van die pas opgegeven (geheime) pincode ingetoetst;
Gemeente: Datum: (Tijdstip): Locatie: Bedrag(en):
Rotterdam 19-09-2005 14.28 [locatie] 1000,00 Euro
Rotterdam 19-09-2005 15.15 [locatie] 99,00 Euro
Rotterdam 19-09-2005 15.16 [locatie] 81,00 Euro
Rotterdam 19-09-2005 16.02 [locatie] 434,90 Euro
Rotterdam 19-09-2005 16.47 [locatie] 87,45 Euro
Rotterdam 19-09-2005 17.06 [locatie] 372,46 Euro
Rotterdam 19-09-2005 17.36 [locatie] 970,00 Euro
Overbetuwe
te Elst 20-09-2005 00.23 [locatie] 1000,00 Euro
Arnhem 20-09-2005 09.49 [locatie] 9,80 Euro
Arnhem 20-09-2005 10.47 [locatie] 625,00 Euro
Arnhem 20-09-2005 10.57 [locatie] 250,00 Euro
Arnhem 20-09-2005 11.37 [locatie] 104,98 Euro
Arnhem 20-09-2005 11.41 [locatie] 984,00 Euro
Arnhem 20-09-2005 12.00 [locatie] 499,90 Euro
Lingewaard
te Huissen 21-09-2005 00.24 [locatie] 350,00 Euro
Arnhem 23-09-2005 10.05 [locatie] 20,90 Euro
Arnhem 23-09-2005 10.13 [locatie] 1000,00 Euro
Arnhem 26-09-2005 12.30 [locatie] 350,00 Euro
4.
hij in de periode van 08 november 2005 tot en met 28 februari 2006, te Velp, tezamen en in vereniging met een ander, een (digitale) (foto)camera (merk Nikon, type Coolpix 2100) voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde camera redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
hij op tijdstippen in de periode van 01 september 2005 tot en met 28 februari 2006 te Groessen, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld en bewerkt en vervoerd, (in een pand aan de [straat]) grote aantallen hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6.
hij op tijdstippen in de periode van 01 september 2005 tot en met 28 februari 2006 te Groessen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen hoeveelheden electriciteit/stroom, telkens toebehorende aan Continuon Netbeheer, waarbij verdachte en zijn mededaders telkens het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
Namens verdacht is al meest vergaand verweer gevoerd, dat de herkenning door aangeefster [slachtoffer 1] ( feit 1) op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden. Nu alle andere bewijsmiddelen in de zaak tegen verdachte direct voorkomen uit die herkenning dient integrale vrijspraak ten aanzien van alle feiten – en in elk geval met betrekking tot feit 1 – te volgen, aldus het verweer.
Hiertoe wordt in eerste plaats aangevoerd, dat de videobeelden onrechtmatig verkregen bewijs vormen, omdat deze van een burger afkomstig zijn en op initiatief en in aanwezigheid van een opsporingsambtenaar door [slachtoffer 1] bekeken zijn. In de tweede plaats dat de regels omtrent (foto)herkenningen geschonden zijn en in de derde plaats dat alleen twee stilstaande beelden van de videoband bewaard zijn gebleven (en in het dossier neergelegd), zodat toetsing van de beelden door de verdediging en de rechtbank volstrekt uitgesloten is.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
Door de verdediging is niet aangevoerd en uit het dossier valt dit ook niet af te leiden, dat de door de huismeester van de [woningbouwvereniging] aan [slachtoffer 1] getoonde videobeelden door deze onrechtmatig zijn vergaard, zodat in zoverre geen sprake is van onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Voorts is niet gebleken dat er bemoeienis van de opsporingsinstanties met de vergaring van die videobeelden is geweest. Uit het dossier valt slechts op te maken dat deze beelden zijn getoond in aanwezigheid van een opsporingsambtenaar.
Voorts leidt een enkelvoudige (video/foto/spiegel)confrontatie niet per definitie tot bewijsuitsluiting. Feitelijk is van een enkelvoudige confrontatie ook geen sprake geweest, nu [slachtoffer 1] blijkens de verklaring van de huismeester bij de rechter-commissaris door hem aan [slachtoffer 1] ongeveer een half uur aan beelden is getoond, waarbij ze bij de overige beelden geen twijfels had.
Dat alleen twee foto’s bewaard zijn gebleven leidt evenmin tot het bepleite gevolg. Niet valt in te zien waarom de herkenning door [slachtoffer 1] niet als betrouwbaar kan worden aangemerkt, dit in het bijzonder in het licht van de genoemde verklaring van de huismeester.
Gelet op het hiervoor overwogene heeft met betrekking tot feit 1 naast de aangifte ook (de herkenning door [slachtoffer 1] van verdachte op) de videobeelden/foto als bewijsmiddel te gelden. Verdachte heeft ook verklaard zichzelf op een van de twee foto’s te herkennen.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 is naar het oordeel van de rechtbank gelet op de voorhanden bewijsmiddelen sprake van medeplegen van diefstal van geldbedragen. Uit die bewijsmiddelen volgt een door verdachte en zijn medeverdachte(n) zodanig gezamenlijk gebruik en profijt van de desbetreffende bankpas, terwijl zij allen op de hoogte waren van de onrechtmatige verkrijging ervan, dat alle pintransacties aan verdachte en zijn medeverdachte(n) kunnen worden toegerekend. Dat verdachte niet zelf pintransacties bij een [locatie] heeft verricht staat een toerekening daarvan derhalve niet in de weg. Hetzelfde geldt voor de toerekening van pintransacties, waarvan onduidelijk is gebleven welke van de verdachten de betreffende goederen heeft gekocht.
Uit de bewijsmiddelen volgt voorts dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van schuldheling (feit 4). Het niet gebruiker zijn betekent niet zonder meer dat verdachte het fototoestel niet voorhanden (gekregen) heeft gehad.
Voor wat betreft feit 6 volgt uit de bewijsmiddelen evenzeer dat verdacht zich schuldig heeft gemaakt het medeplegen van diefstal van elektriciteit. Het enkele feit dat de woning niet zijn eigendom was en de eigenaren de afgetapte stroomvoorziening aan anderen ter beschikking hebben gesteld doet het aandeel dat betrokkene heeft gehad in de diefstal niet teniet.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat onder 1 primair, 2 primair (eerste deel), 3 (eerste deel), 4, 5 primair en 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1 primair:
Diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 2 primair (eerste deel) en 3 (eerste deel) telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
Feit 4:
Medeplegen van schuldheling;
Feit 5 primair:
Medeplegen van handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 6:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu er geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage 1).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander bij het onderzoek is gebleken.
Verdachte is, met zijn medeverdachte, op zeer brutale wijze een woning van een bejaarde vrouw binnengegaan en heeft daar haar giropas ontfutseld, zeer waarschijnlijk met de bedoeling later ook haar pincode te ontfutselen en haar bankrekening leeg te halen. Daarnaast heeft verdachte met zijn mededaders een pinpas en pincode van een bejaarde vrouw gebruikt en daarmee grote bedragen van haar rekening gehaald en dure aankopen gedaan. De betreffende vrouw had haar tas met pinpas en andere bescheiden per ongeluk een moment in haar auto laten liggen. De pinpas is in de macht van verdachte en zijn mededaders gekomen. De pincode hebben zij de vrouw ontfutseld door zich als politie te presenteren en zodoende haar vertrouwen te winnen. Op een vergelijkbare wijze hebben verdachte en zijn mededader de macht bekomen over de pinpas en pincode van een bejaarde vrouw die verward was na het overlijden van haar man. Ook van haar bankrekening hebben zij grote bedragen gepind. Verdachte en zijn mededader(s) hebben daarmee op gewetenloze en laaghartig wijze misbruik gemaakt van kwetsbare bejaarden en hen aanzienlijke schade toegebracht. Verdachte heeft de onderhavige feiten gepleegd terwijl hij nog in een proeftijd liep wegens vermogensdelicten. Tevens heeft verdachte de Opiumwet overtreden en zich schuldig gemaakt aan diefstal van elektriciteit en (schuld)heling van een fototoestel. Naar het oordeel van de rechtbank is, met name gelet op de ernst van onder 1 tot en met 3 tenlastegelegde feiten, een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van langere duur gerechtvaardigd.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu de voorwerpen geheel door middel van het bewezenverklaarde zijn verkregen.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 2], [adres] (bankrek.nr. [cijfers]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.491,08 gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezenverklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag - het totaal van de pintransacties - te worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 december 2005. Wat betreft het meer of anders gevorderde moet de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu deze in zoverre niet ziet op een bewezenverklaard feit.
De benadeelde partij [slachtoffer 3], [adres] (gironr. [cijfers]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 8.439,39 gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 bewezenverklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank van 23 december 2003 (06/850078-03) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer gelegd te worden.
Toepasselijke wettelijke artikelen
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 33, 33a, 36f, 47, 57, 63, 91, 310 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair (eerste deel), 3 (eerste deel), 4, 5 primair en 6 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair (eerste deel), 3 (eerste deel), 4, 5 primair en 6 meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als hiervoor vermeld.
Verklaart de verdachte ter zake het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een lege schoenendoos;
- een herenhorloge, merk Festina;
- een televisie, merk Grundig, LCD tv met AB;
- een vaas, merk Alessi;
- een doos, merk Alessi;
- 3 schalen, merk Alessi;
- een sieraad, merk Sylvie Meiss;
- een computer, merk Logitech, playstation;
- een computer, merk Sony, playstation;
- een fototoestel
- een telefax.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 23 december 2003, te weten:
Gevangenisstraf voor de duur van 3(drie) maanden.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], [adres] (bankrek.nr. [cijfers]), van een bedrag van € 4.860,73, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 december 2005, met veroordeling in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Verstaat dat indien en voor zover door de mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Legt aan verdachte de verplichting op om aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] voornoemd, een bedrag te betalen van € 4.860,73, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 97 dagen hechtenis zullen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3], [adres] (gironr. [cijfers]), van een bedrag van € 8.439,39, met veroordeling in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Legt aan verdachte de verplichting op om aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] voornoemd, een bedrag te betalen van € 8.439,39, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 168 dagen hechtenis zullen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door:
Mr. De Bie, voorzitter,
Mrs. Krijger en Van der Hooft, rechters,
in tegenwoordigheid van Damink, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 september 2006.