ECLI:NL:RBZUT:2006:AY5113
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Harreveld
- A. Elders
- J. van Lookeren Campagne
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit overtredingen van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 juli 2006 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen [naam veroordeelde], die eerder op 8 juni 2005 was veroordeeld voor meerdere overtredingen van de Meststoffenwet, waaronder medeplegen van valsheid in geschrift en opzettelijke overtredingen van de Meststoffenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen in de vorm van bespaarde kosten, die zijn voortgekomen uit de bewezen verklaarde overtredingen. De rechtbank heeft het wederrechtelijk behaalde voordeel geschat op € 22.298,-, waarbij rekening is gehouden met een herberekening van de ontnemingsvordering die door de officier van justitie was verminderd van € 100.000,- tot € 73.995,-. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat de bijzondere grondslag van de ontnemingsvordering en de aard van de bespaarde kosten geen plaats bieden voor een kosten/batenanalyse zoals door de veroordeelde werd voorgestaan. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging verworpen, waaronder de stelling dat er geen sprake zou zijn van voordeel en dat de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel te hoog zou zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat het voordeel niet voor een vierde, maar voor een derde deel aan de veroordeelde moet worden toegerekend, gezien de gecompliceerde drie-partijenovereenkomst die aan de strafbare feiten ten grondslag lag. De rechtbank heeft de verplichting opgelegd aan de veroordeelde om het bedrag van € 22.298,- aan de Staat te betalen, met de mogelijkheid van lijfdwang indien niet aan deze verplichting wordt voldaan.