ECLI:NL:RBZUT:2006:AX5817
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van kinderen wegens strijd met de Nederlandse openbare orde
In deze zaak heeft eiser, J.W. Wolters, het Openbaar Ministerie verzocht om een verzoek in te dienen bij de rechtbank tot vernietiging van de erkenning van twee kinderen. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 1:205, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een erkenning te vernietigen indien deze strijdig is met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank Zutphen, enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken, heeft op 23 mei 2006 uitspraak gedaan in deze kwestie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 21 juli 2005 aan eiser heeft medegedeeld niet aan het verzoek te willen voldoen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft verder overwogen dat de indiening van een verzoek tot vernietiging van de erkenning niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de rechtbank niet kon oordelen over de inhoud van het verzoek, omdat het niet voldeed aan de vereisten van een publiekrechtelijke rechtshandeling.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de weigering van het Openbaar Ministerie om het verzoek in te dienen, niet kan worden beschouwd als een besluit in de zin van de Awb. Hierdoor was het bezwaarschrift van eiser niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft het verzoek om veroordeling van verweerder in de proceskosten afgewezen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was. De uitspraak van de rechtbank is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.