ECLI:NL:RBZUT:2006:AX2436
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewijsvoering hoofdverblijf recreatiewoning door gemeente in geschil met eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 5 april 2006 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres, wonende te [woonplaats], en de gemeente Ermelo. De gemeente had in het kader van een dwangbevel gesteld dat eiseres in de periode van 1 januari 2003 tot en met 28 mei 2003 haar hoofdverblijf had in een recreatiewoning. Eiseres betwistte dit en voerde aan dat zij in een andere gemeente woonde, waar zij ook werkte. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat eiseres in een andere gemeente werkt, niet voldoende is om te concluderen dat zij daar ook woont. De gemeente heeft bewijs geleverd dat eiseres in de recreatiewoning haar hoofdverblijf had, onderbouwd door getuigenverklaringen van [getuige A] en [getuige B]. Deze getuigen verklaarden dat eiseres in de betreffende periode niet bij hen verbleef en dat zij geen bewijs kon leveren van haar verblijf elders. De rechtbank concludeerde dat de gemeente geslaagd was in haar bewijsopdracht en dat eiseres de opgelegde last niet had nageleefd, wat leidde tot de verbeurde dwangsommen. De rechtbank heeft het verzet van eiseres gegrond verklaard, het dwangbevel voor een deel buiten werking gesteld en eiseres veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in geschillen over hoofdverblijf.