ECLI:NL:RBZUT:2006:AV1070

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
4 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
74384 / KG ZA 05-320
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ontruiming AZC Doetinchem door gedaagde na weigering passende huisvesting

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 4 januari 2006 uitspraak gedaan in een kort geding tussen het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en een gedaagde die in het AZC Doetinchem verbleef. De gedaagde, die sinds 9 januari 2004 houder is van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, had een aangeboden woning in Raamsdonksveer geweigerd. COA vorderde de ontruiming van het AZC, omdat de gedaagde niet had gereageerd op een sommatie om het AZC binnen drie dagen te verlaten. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de aangeboden woning niet passend was. De gedaagde had geen onderbouwing voor zijn stelling dat hij depressief zou worden zonder sociale contacten in de nieuwe woonplaats.

De rechtbank overwoog dat het COA een spoedeisend belang had bij de ontruiming, gezien de afname van opvangcapaciteit en de noodzaak om snel opvangplaatsen vrij te maken. De gedaagde's wens om in Doetinchem te blijven, werd niet zwaarder gewogen dan het belang van het COA. De voorzieningenrechter veroordeelde de gedaagde om binnen drie dagen het AZC te ontruimen en stelde de proceskosten vast op EUR 1145,60, die door de gedaagde aan COA moesten worden vergoed. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Zutphen
Sector Civiel
Afdeling Handel
Rolnummer: 74384 / KG ZA 05-320
Uitspraak: 4 januari 2006
Vonnis in kort geding in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS (COA),
gevestigd te Rijswijk,
eiseres,
procureur mr. C.B. Gaaf,
advocaat mr. C. Frijlink te ’s-Gravenhage,
tegen
[naam],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
in persoon verschenen.
Partijen zullen hierna COA en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het herstelexploot
- de mondelinge behandeling.
1.2 Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1 Sinds 3 juli 2001 verblijft [gedaagde] in het AZC Doetinchem aan de Christoffelstraat 2 (7009 BZ) te Doetinchem (hierna mede: het AZC).
2.2 [gedaagde] is sinds 9 januari 2004 houder van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd
2.3 COA heeft voor [gedaagde] woonruimte gevonden op het adres Baksweer 158a te Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg).
2.4 [gedaagde] heeft voormelde woonruimte geweigerd te betrekken en de huurovereenkomst niet getekend.
2.5 COA heeft [gedaagde] op 30 november 2005 gesommeerd het AZC binnen drie dagen te ontruimen. Aan die sommatie heeft [gedaagde] geen gehoor gegeven.
3. Het geschil
3.1 COA vordert - samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van het AZC Doetinchem aan de Christoffelstraat 2 (7009 BZ) te Doetinchem.
3.2 [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1 Op grond van artikel 7 lid 1 sub a van de Rva 20005 in verband gelezen met artikel 44 lid 1 van de Vreemdelingenwet 2000 eindigt indien op een asielaanvraag inwilligend is beslist de opvang van een asielzoeker van rechtswege op de dag waarop naar het oordeel van COA passende huisvesting buiten het centrum kan worden gerealiseerd.
4.2 [gedaagde] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de door COA aangeboden woning in redelijkheid niet kan worden beschouwd als passende huisvesting. De omstandigheid dat hij niemand kent in Raamsdonksveer en zijn stelling dat hij dan weer depressief wordt - welke stelling in het geheel niet is onderbouwd - zijn daartoe onvoldoende. Derhalve wordt met COA geoordeeld dat [gedaagde] zich na de weigering van de woning zonder recht of titel in het AZC bevindt.
4.3 Het COA heeft een voldoende spoedeisend belang bij haar vordering. Het COA heeft immers onweersproken gesteld dat haar flexibele opvangcapaciteit is verminderd met duizenden plaatsen en dat er sprake is van een situatie waarin behoefte bestaat aan het op korte termijn vrij krijgen van opvangplaatsen. Dat [gedaagde] vrijwillig zal meewerken aan de ontruiming is onvoldoende aannemelijk geworden, omdat hij hij niet heeft voldaan aan de sommatie van COA van 30 november 2005. Dat [gedaagde] gelet op het ontbreken van sociale contacten elders en zijn depressiviteit slechts een woning in Doetinchem wenst te accepteren, maakt niet dat zijn belangen zwaarder dienen te wegen dan het belang van het COA bij een spoedige ontruiming van de door [gedaagde] bewoonde woning.
4.4 De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge art. 556 lid 1 en art. 557 Rv overbodig is.
4.5 [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van COA worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,60
- vast recht 244,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1145,60
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1 veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na de betekening van dit vonnis met al het zijne en al de zijnen het AZC Doetinchem aan de Christoffelstraat 2 (7009 BZ) te Doetinchem te ontruimen en ontruimd te houden,
5.2 veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van COA tot op heden begroot op EUR 1145,60,
5.3 verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4 wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2006.?