ECLI:NL:RBZUT:2005:AU4895
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging testament en niet-ontvankelijkheid van eisers in vorderingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 5 oktober 2005 uitspraak gedaan in een civiele procedure betreffende de geldigheid van een testament. De erflaatster, die op 28 juli 2004 overleed, had op 13 juli 2004 een testament ondertekend ten overstaan van notaris mr. D.A.N.F. Koolen, waarin [gedaagde] als enige erfgenaam en executeur was benoemd. Echter, na haar overlijden werd duidelijk dat erflaatster haar testament wilde wijzigen, wat zij had verklaard aan kandidaat-notaris mr. R.V. Sahetapy. De eisers, [eiser] c.s., vorderden dat de rechtbank het testament nietig zou verklaren op basis van discrepantie tussen de wil en de verklaring van erflaatster, en dat [gedaagde] ontheven zou worden uit zijn functie als executeur.
De rechtbank heeft de procedure en de feiten in detail onderzocht, waaronder de omstandigheden van de ondertekening van het testament en de betrokkenheid van [gedaagde] bij de erflaatster. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de eisers een rechtens te respecteren belang hadden bij hun vorderingen, aangezien zij geen erfgenamen waren bij wilsbeschikking of versterf. De rechtbank verklaarde eisers niet-ontvankelijk in hun vorderingen en veroordeelde hen in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van testamenten en de noodzaak voor een duidelijke en onbetwiste wil van de erflaatster, evenals de vereisten voor het opstellen van een testament volgens de wet. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de kostenveroordeling onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.