ECLI:NL:RBZUT:2005:AU1592
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Elders
- Hemrica
- Van Gelein Vitringa
- Rechtspraak.nl
Partiële vrijspraak en veroordeling voor bezit van XTC in zaak tegen verdachte betrokken bij beroving antiekhandelaar
In de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de beroving van een antiekhandelaar in Vaassen op 29 december 2004, heeft de Rechtbank Zutphen op 18 augustus 2005 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte hiervoor te veroordelen. De aangifte, getuigenverklaringen, mastgegevens en tapverslagen gaven niet voldoende aanknopingspunten om de betrokkenheid van de verdachte bij de beroving vast te stellen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten met betrekking tot de beroving.
Echter, de verdachte werd wel veroordeeld voor het in bezit hebben van 32 XTC-pillen op 4 april 2005 in Zeist. De rechtbank oordeelde dat dit feit wettig en overtuigend bewezen was, en kwalificeerde dit als opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank hield rekening met de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder het was begaan, waaronder de bijdrage van de verdachte aan de verslaving van anderen.
De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie maanden op, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering zou worden gebracht. Daarnaast werd de teruggave van in beslag genomen voorwerpen gelast aan de rechthebbende. De rechtbank besloot ook dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van een eerder vonnis ten uitvoer moest worden gelegd, nu de verdachte zich opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de rechters Elders, Hemrica en Van Gelein Vitringa.