ECLI:NL:RBZUT:2005:AU1558

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
22 augustus 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
72120 / KG ZA 05-231
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake selectie voor wereldkampioenschappen tweespan mennen

In deze zaak vorderde eiser, een professionele menner, dat hij in plaats van een andere deelnemer geselecteerd zou worden voor het wereldkampioenschap tweespan mennen in Salzburg. De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) had op advies van de chef d’equipe een selectie gemaakt, waarbij eiser niet was gekozen. De rechtbank oordeelde dat het Federatiebestuur van de KNHS zelfstandig beslist over de selectie en dat deze beslissing was genomen op basis van de in de deelnemingsovereenkomst vastgestelde criteria. De rechtbank concludeerde dat de procedure correct was gevolgd en dat de keuze voor de geselecteerde deelnemer, ondanks de goede argumenten voor eiser, in redelijkheid kon worden goedgekeurd. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank Zutphen
Sector Civiel
Afdeling Handel
zaaknummer : 72120 / KG ZA 05-231
vonnis van : 22 augustus 2005
Vonnis in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser bij dagvaarding van 19 augustus 2005,
procureur: mr. E.G.M. Wiggers,
advocaat: mr. C.M. van der Corput te Veldhoven,
tegen:
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid KONINKLIJKE NEDERLANDSE HIPPISCHE SPORTFEDERATIE,
gevestigd te Ermelo,
gedaagde,
advocaat: mr. F.C. Kollen te Hilversum.
Partijen worden hierna mede [eiser] en de KNHS genoemd.
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
[eiser] heeft onder overlegging van producties de KNHS gedagvaard tegen de openbare zitting van 22 augustus 2005.
Ter zitting heeft de KNHS geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
Partijen hebben hun standpunten aan de hand van pleitnota's mondeling toegelicht, waarna zij vonnis hebben gevraagd.
2. VASTSTAANDE FEITEN
De volgende feiten zullen in dit kort geding als tussen partijen voorlopig vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen, voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet - dan wel onvoldoende gemotiveerd - zijn betwist.
2.1 [eiser] beoefent op professioneel niveau de tweespansport (mennen). In die hoedanigheid maakt hij deel uit van het nationale B-kader.
2.2 [eiser] is voor het jaar 2005 met de KNHS een “KNHS-deelnemingsovereenkomst mennen” aangegaan. Deze overeenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
Algemeen
1. Hoofddoelstelling is het sterkste team te selecteren en deze af te vaardigen naar
het WK en officiële (FEI) landenwedstrijden.
(...)
5. Uitzending naar het WK, officiële landenwedstrijden en overige internationale
wedstrijden kan alleen geschieden conform de statuten en reglementen van de
FEI / KNHS.
(...)
De TCM (lees: topsportcommissie mennen)
(...)
3. De TCM zal de voordracht voor het nationale team van de chef d’equipe,
voorzien van een schriftelijk advies, voordragen aan het KNHS Federatiebestuur
voor uitzending naar het WK.
(...)
De chef d’equipe
(...)
3. Selecteert op basis van resultaten én indrukken opgedaan tijdens de wedstrijden
en bondstrainingen.
(...)
6. Stelt de selectie vast van het nationale team en uitzendingen naar Internationale –
en Wereldbekerwedstrijden en bespreekt deze met de “selectiecommissie”
bestaande uit de TCM voorzitter en de teamtrainer van de desbetreffende
discipline.
(...)
De teamtrainer
1. Zal de chef d’equipe adviseren over de combinaties (aanspanningen) welke voor
uitzending in aanmerking komen.
De deelnemer
(...)
2. Respecteert (is bindend) de beslissingen van de chef d’equipe en de taken en
verantwoordelijkheden van het begeleidingskader.
(...)
Selectie WK
1. De chef d’equipe selecteert uit de leden van A- en B kadercombinaties het sterkst
mogelijke team voor deelname het WK, (...).
(...)
4. Goede prestaties in de marathon (1e, 2e of 3e plaats) of de dressuur (1e, 2e of 3e
plaats) kunnen reden van selectie zijn boven een goede prestatie in de einduitslag,
maar dan moet er ook een goede vaardigheid gereden worden. Prestaties
behoeven dus niet altijd gerelateerd te zijn aan de plaatsing in de einduitslag van
een wedstrijd en/of een kampioenschap en kunnen ook een specifiek karakter
hebben.
(...)
Note: (...) Het Federatiebestuur van de KNHS zal op advies van de bondscoach / chef d’equipe / teammanager de goedkeuring moeten geven over de samenstelling van de selectie welke wordt uitgezonden naar het Internationale Kampioenschap.
2.3 Van 8 tot en met 11 september 2005 worden te Salzburg (Oostenrijk) de wereldkampioenschappen tweespan mennen gehouden. Deze wereldkampioenschappen bestaan uit een individuele wedstrijd en een landenwedstrijd. Voor Nederland mogen aan de individuele wedstrijd vier combinaties deelnemen. Van deze vier combinaties rijden drie combinaties tevens de landenwedstrijd en fungeert de vierde combinatie voor die wedstrijd als reserve.
2.4 De chef d’equipe heeft voor uitzending naar bovenbedoelde wereldkampioenschappen voor het nationale team geselecteerd [geselecteerde 1], [geselecteerde 2], [geselecteerde 3] en [geselecteerde 4], waarbij de drie eerstgenoemde tevens zijn geselecteerd voor de landenwedstrijd, met [geselecteerde 4] als reserve. Deze selectie is door de chef d’equipe besproken met de selectiecommissie.
2.5 De TCM heeft de voordracht voor het nationale team van de chef d’equipe voor uitzending naar de wereldkampioenschappen, voorzien van een schriftelijk advies, voorgedragen aan het KNHS
Federatiebestuur. Dit schriftelijk advies, gedateerd 4 augustus 2005, houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
Advies TCM:
Het TCM is unaniem van mening dat de heer [eiser] de aangewezen vierde man
moet zijn. Redenen hiervoor zijn zijn prestaties in de marathon. Hij heeft bewezen zowel
nationaal als internationaal op het hoogste niveau marathons te kunnen winnen, met
groot puntenverschil, daardoor een direct meerwaarde voor het team. De vaardigheid
tijdens de laatste wedstrijden, waaronder Oostenrijk met een internationaal
deelnemersveld, 43 deelnemers, drie foutloze ritten, waaronder de heer [eiser].
Tijdens Beekbergen bewijs hij opnieuw zijn kwaliteiten door zich bij de drie snelste
foutloze ritten te plaatsen. Het dressuuronderdeel is niet zijn sterke punt. Derhalve zal hij
in het team op het moment dat een andere deelnemer, [geselecteerde 1], [geselecteerde 3] of [geselecteerde 2], uitvalt, een
veel grotere meerwaarde hebben door zijn prestaties op beide andere onderdelen dan [geselecteerde 4].
[geselecteerde 4] zal in het onderdeel dressuur geen meerwaarde geven, ongeacht wie er
uitvalt, [geselecteerde 3], [geselecteerde 1] of [geselecteerde 2], omdat zijn prestatie op dit onderdeel minder is. Dit geldt
ook voor het marathononderdeel en in de vaardigheid heeft hij niet aan kunnen tonen
een vaste waarde te zijn voor een teamprestatie.
(...)
De TCM wil nadrukkelijk het KNHS Federatiebestuur verzoeken het advies om, op
sportieve gronden welke sterk zijn gericht op het teamresultaat, [eiser] op te
stellen boven [geselecteerde 4]. Als het individuele resultaat als hoofddoelstelling
gedefinieerd was zou [geselecteerde 4] de juiste keuze zijn geweest.
(...)”.
2.6 De schriftelijke motivering van [chef d'equipe], chef d’equipe, voor haar selectie voor de wereldkampioenschappen houdt – voor zover hier van
belang – het volgende in:
“(...)
De nummer 4 ([geselecteerde 4]) zal in principe én naar grote waarschijnlijkheid als individuele rijder in Salzburg starten en is door mij voorgedragen op basis van allround-resultaten gedurende het gehele seizoen, met name op de twee observatiewedstrijden in Zelhem & Beekbergen. Mijn voorkeur ging uit naar [geselecteerde 4] ten nadele van [eiser] die met name in de marathon uitstekende resultaten neerzet & de laatste twee wedstrijden (Altenfelden & Beekbergen) eveneens een goed vaardigheid. Mijn mening is dat [geselecteerde 4] een grotere kans heeft op een goed individueel resultaat dan [eiser] & dat de kans dat een vierde man in het team zal plaatsvinden, niet erg groot is.
Afgezien van het bovenstaande heb ik het teambelang vanzelfsprekend niet uit het oog verloren, waarbij ik nogmaals herhaal dat de vierde deelnemer alleen dan in beeld komt als één van de teamleden (of één van hun paarden) uitvalt.
Dressuur: Mocht één van de twee dressuurresultaten van [geselecteerde 3] of [geselecteerde 1] (beste dressuurrijders) om een of andere reden uitvallen, dan is [geselecteerde 4] in staat om een goede dressuurproef neer te zetten – hij heeft gedurende het afgelopen seizoen betere resultaten neergezet dan [geselecteerde 2] (& zeker [eiser]) en dus is de verwachting gerechtvaardigd dat hij dit op een WK kan herhalen & derhalve eventueel een meetellend resultaat neer kan zetten.
Marathon: [eiser] is een absolute marathoncrack en heeft nagenoeg alle marathons dit jaar gewonnen. Mocht één van de teamleden (hetzij [geselecteerde 1], [geselecteerde 3] of [geselecteerde 2]) uitvallen, dan is hij een zeer goede keuze, met dien verstande dat de marge waarmee hij de marathon over het algemeen wint (gemiddeld 2 – 4 punten t.o.v. [geselecteerde 2] & 3 – 5 op [geselecteerde 4]) niet extreem is.
Vaardigheid: (...) [eiser] heeft de afgelopen twee jaar slechts twee maal foutloos gereden, te weten in Altenfelden (2005) en eind vorige maand in Beekbergen (...). Zijn gemiddelde ligt over 2005 aanmerkelijk hoger: 11 strafpunten gemiddeld per wedstrijd (t.o.v. ruimt 17 in 2004)! [eiser] kan dus zeker geen safe vaardigheidsrijder genoemd worden. Ook [geselecteerde 4] is hierin geen safe factor. Ook hij reed een goede vaardigheidsproef in Beekbergen 2005 (0.01 strafpunt), maar met een gemiddelde over 2005 van 7.5 strafpunt, nivelleert hij zijn mindere prestatie t.o.v. [eiser].
In totaliteit kan evenwel gesteld worden dat welke menner dan ook als vierde man toegevoegd worden aan het team, voor beide tweespanrijders de nodige voors en tegens kunnen worden geformuleerd en dat beide menners hun waarde kunnen bewijzen in het geval dat een teamlid uitvalt. Daarbij in achtnemend dat [geselecteerde 4] voor Nederland als individuele rijder een beter resultaat kan neerzetten dan [eiser] (...).
(...)”.
2.7 Het KNHS Federatiebestuur heeft zijn goedkeuring gegeven aan de door de chef d’equipe samengestelde selectie voor uitzending naar de wereldkampioenschappen te Salzburg.
2.8 Bij brief van 11 augustus 2005 heeft [teamtrainer], teamtrainer, aan het KNHS Federatiebestuur – voor zover hier van belang – het volgende bericht:
“(...)
Deze middag ben ik door [naam 1] op de hoogte gebracht van Uw besluit het voorstel van [chef d'equipe] met betrekking tot het aanwijzen van de vierde man voor het W.K. tweespan te volgen.
In mijn brief waarin ik U uitleg heb gegeven hoe wij tot een andere keuze waren gekomen stelde ik het team belang voorop.
(...)
Terugkomend op het gesprek met de topsportcommissie [naam 2], [naam 3], [chef d'equipe] en [naam 4] op dinsdag 9 augustus waarin [chef d'equipe] uitlegt hoe zij tot haar keuze is gekomen.
Zij zegt zeer duidelijk dat zij de individuele prestatie van de vierde man boven het team belang heeft gesteld, er van uitgaande dat deze toch niet in het team opgesteld zal worden. Op deze manier viel haar keus op [geselecteerde 4].
(...)
Ik vind Uw keuze daarom een onbegrijpelijke keuze, zeer beslist in strijd met de KNHS deelnemingsovereenkomst, een chef d’equipe hoort op deze gronden niet te selecteren.
(...)
Er van uitgaande dat Uw beslissing nogmaals in overweging zal worden genomen hoop ik op een zo spoedig mogelijke reactie.
(...)”.
2.9 Bij brief van 15 augustus 2005 heeft de KNHS – voor zover hier van belang – het volgende aan [teamtrainer] bericht:
“(...)
Naar aanleiding van jouw telefonisch contact met [naam 5] wil ik bevestigen dat de KNHS van mening is dat wij gezien de omstandigheden een beslissing hebben genomen met als uitgangspunt hetgeen in de deelnemersovereenkomst is verwoord.
(...)
Wij zijn ons bewust dat de TCM argumenten heeft aangedragen om als nog voor een andere team samenstelling te kiezen. Wij zijn echter van mening dat dit niet voldoende is om af te wijken van de voordracht zoals die door [chef d'equipe] als Chef d’equipe is ingebracht.
(...)”.
2.10 Bij brief van 17 augustus 2005 heeft mr. Van der Corpunt namens [eiser] de KNHS gesommeerd alsnog in plaats van [geselecteerde 4] [eiser] aan te wijzen als vierde lid voor het WK team tweespan te Salzburg.
Aan deze sommatie heeft het KNHS geen gevolg gegeven.
3. DE VORDERING, DE GRONDEN EN HET VERWEER
3.1 [eiser] vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de KNHS zal veroordelen om [eiser] aan te wijzen, te selecteren en op te nemen in de WK-selectie tweespan mennen voor de wereldkampioenschappen tweespan te Salzburg, welke zullen worden gehouden op 10 september 2005 en wel als vierde man in plaats van [geselecteerde 4], op straffe van een dwangsom van € 100.000,00, te verbeuren nadat twee dagen na betekening van dit vonnis zijn verstreken en de KNHS niet aan dit vonnis heeft voldaan, een voorts de KNHS zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2 Aan deze vordering heeft [eiser] tegen de achtergrond van de vaststaande feiten het volgende ten grondslag gelegd.
Door [geselecteerde 4] en niet hemzelf te selecteren voor de wereldkampioenschappen tweespan mennen te Salzburg handelt de KNHS in strijd met doel en strekking van de deelnemingsovereenkomst, schiet de KNHS toerekenbaar tekort en handelt zij onrechtmatig.
3.3 De KNHS heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop in het hierna volgende zo nodig zal worden ingegaan.
4. DE BEOORDELING
4.1 Uitgangspunt voor de beoordeling van de vordering van [eiser] is, dat het Federatiebestuur van de KNHS op advies van de chef d’equipe zelfstandig beslist over de te verlenen goedkeuring over de samenstelling van de selectie welke wordt uitgezonden naar het wereldkampioenschap. Daarbij is het Federatiebestuur gebonden aan de in de deelnemingsovereenkomst vastgestelde selectiecriteria en procedure. Dit betekent dat thans slechts kan worden getoetst of de voorgeschreven procedure is gevolgd en voorts of het Federatiebestuur in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de bestreden beslissing heeft kunnen komen.
4.2 Tussen partijen staat onweersproken vast, dat de in de deelnemingsovereenkomst vastgestelde procedure om te komen tot de selectie voor de wereldkampioenschappen te Salzburg is gevolgd, zodat hieraan geen grond kan worden ontleend om de gevraagde voorziening te treffen.
4.3 Met betrekking tot de te hanteren selectiecriteria is in de deelnemingsovereenkomst neergelegd, dat de hoofddoelstelling is het sterkste team te selecteren en deze af te vaardigen naar de wereldkampioenschappen en voorts dat de chef d’equipe selecteert op basis van resultaten én indrukken opgedaan tijdens de wedstrijden en bondstrainingen.
4.4 Partijen verschillen van mening over de vraag wat onder “het sterkste team” moet worden verstaan. Vaststaat, dat het wereldkampioenschap zowel een landenwedstrijd als een individuele wedstrijd omvat. Dit brengt met zich, dat voorshands voldoende aannemelijk is dat onder “het sterkste team” dient te worden verstaan de selectie van het uit te zenden nationale team tweespan combinaties waarbij niet slechts één doch beide aspecten in ogenschouw zijn genomen.
4.5 Dienaangaande staat onbetwist vast, dat [geselecteerde 1], [geselecteerde 2] en [geselecteerde 3] op dit moment de drie best presterende combinaties tweespan mennen zijn en hun selectie zowel voor de landenwedstrijd als de individuele wedstrijd staat dan ook niet tussen partijen ter discussie. Voorts staat vast, dat [geselecteerde 4] in het afgelopen seizoen over de drie onderdelen dressuur, vaardigheid en marathon gemiddeld beter heeft gepresteerd dan [eiser] en dat hij als deelnemer aan de individuele wedstrijd naar alle waarschijnlijk hoger zal eindigen dan [eiser]. Alle betrokken partijen zijn dan ook van mening, dat de selectie van [geselecteerde 4] geheel terecht is als de wereldkampioenschappen uitsluitend een individuele wedstrijd zouden omvatten.
4.6 Ter zitting is gebleken, dat de landenwedstrijd tweespan mennen wordt gereden door drie combinaties per land over de onderdelen dressuur, marathon en vaardigheid, waarbij voor ieder onderdeel slechts de resultaten van de twee beste combinaties worden meegerekend. Echter, indien één van de combinaties tijdens de wedstrijd uitvalt of voor een onderdeel wordt gediskwalificeerd worden alle resultaten van die combinatie weggestreept en tellen slechts de resultaten van de twee overgebleven combinaties. Het inzetten van de reserve combinatie, waarvoor [geselecteerde 4] is geselecteerd, is slechts toegelaten vóór aanvang van het eerste onderdeel van de wedstrijd. Bij het inzetten van [eiser] zal naar verwachting door diens uitstekende kwaliteiten op de marathon het uiteindelijk door het team te behalen resultaat beter zijn dan bij het inzetten van [geselecteerde 4] mits geen van de beide andere combinaties tijdens de wedstrijd zal uitvallen of gediskwalificeerd zal worden. In dat laatste geval zal de keus voor [geselecteerde 4] tot een beter teamresultaat leiden omdat hij over de drie onderdelen tezamen gemiddeld beter presteert dan [eiser]. Noch over de noodzaak om vóór de aanvang van het eerste onderdeel de reserve combinatie in te zetten noch over het eventueel uitvallen of gediskwalificeerd worden van één van de twee andere combinaties is vooraf een redelijke inschatting te maken. Dit betekent, dat zowel aan de keus voor [geselecteerde 4] als aan de keus voor [eiser] voor- en nadelen zijn verbonden.
4.7 Het vorenstaande leidt tot de conclusie, dat zowel voor het selecteren van [geselecteerde 4] als voor het selecteren van [eiser] goede argumenten zijn aan te voeren. De chef d’equipe heeft dan ook op basis van het vaststaande gegeven dat [geselecteerde 4] in de individuele wedstrijd naar mag worden aangenomen beter zal presteren dan [eiser] en gelet op de hiervoor onder 4.6 omschreven omstandigheden, in redelijkheid tot de selectie van [geselecteerde 4] kunnen komen. Het Federatiebestuur van de KNHS heeft derhalve in redelijkheid de voordracht van de chef d’equipe kunnen goedkeuren.
De vordering van [eiser] moet daarom worden afgewezen.
4.8 [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
5. BESLISSING
De voorzieningenrechter, recht doende:
1. wijst de vordering van [eiser] af;
1. veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding die, voor zover gevallen aan de zijde van de KNHS tot op deze uitspraak worden begroot op € 244,00 wegens verschotten en € 816, wegens salaris advocaat;
3. verklaart dit vonnis met betrekking tot de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. D. Vergunst, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 augustus 2005 in tegenwoordigheid van Chr.D.W. van Meurs, griffier.