ECLI:NL:RBZUT:2005:AU0575
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid wegens seksueel misbruik en bewijslevering door geschrift
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 20 juli 2005, staat de aansprakelijkheid wegens seksueel misbruik centraal. Eiseres, aangeduid als [eiseres], heeft de broers [gedaagden] aangeklaagd voor seksueel misbruik dat zou hebben plaatsgevonden in de periode van 1977 tot 1985. De rechtbank heeft de procedure gevolgd waarbij eiseres getuigen heeft laten horen, waaronder haar vader, moeder en zuster [naam 1]. Na de getuigenverhoren heeft eiseres een notariële akte overgelegd, waarin een relaas van haar is opgenomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bewijsvoering niet voldoende is om de vorderingen van eiseres te ondersteunen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat een partijgetuigenverklaring, zoals die van eiseres, niet voldoende bewijs kan opleveren zonder aanvullende bewijzen die de geloofwaardigheid van de verklaring versterken. In dit geval heeft eiseres ervoor gekozen om niet als partijgetuige te worden gehoord, waardoor haar verklaring niet als bewijs kan dienen. De schriftelijke verklaring van de notaris kan niet worden beschouwd als bewijs door getuigen, omdat deze niet is afgelegd in aanwezigheid van de wederpartij.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verklaring van de zuster van eiseres onvoldoende bewijs oplevert, aangezien zij geen eigen wetenschap heeft van de gestelde feiten. De rechtbank concludeert dat de gebreken in de bewijsvoering niet kunnen worden gecompenseerd door een deskundigenbericht. Daarom heeft de rechtbank de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.501,00. Dit vonnis is gewezen door mr. Th.C.M. Willemse en is openbaar uitgesproken op 20 juli 2005.