ECLI:NL:RBZUT:2005:AT6070
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Schorsing bouwvergunning voor tijdelijke basisschool in Zutphen
Op 20 mei 2005 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de bouw van de semi-permanente basisschool Lea Dasberg in de Zutphense wijk Leesten. Verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], die zich hebben verenigd in het Actiecomité Kerkhofweg i.o., zijn omwonenden van de bouwlocatie en hebben bezwaar aangetekend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zutphen, dat vrijstelling en een bouwvergunning heeft verleend voor de bouw van het onderwijsgebouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt en dat hun bezwaar ontvankelijk is.
De rechtbank heeft vervolgens de juridische basis van het bestreden besluit onderzocht. In dit kader is gekeken naar de artikelen 17 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende concrete en objectieve gegevens zijn om aan te nemen dat het beoogde bouwwerk niet langer dan vijf jaren in stand zal blijven, wat een voorwaarde is voor het verlenen van vrijstelling. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met de wet en dat de gemeente Zutphen ten onrechte vrijstelling en bouwvergunning heeft verleend.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, en de gemeente Zutphen gelast om het betaalde griffierecht van € 138,- aan de verzoekers te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van omwonenden in het kader van bestemmingsplannen en de noodzaak voor overheden om zorgvuldig om te gaan met vrijstellingen van bestemmingsplannen.