ECLI:NL:RBZUT:2004:AR4727

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
27 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
64687 / KG ZA 04-241
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een dienstwoning na beëindiging arbeidsovereenkomst

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Medicotel Almen, handelende onder de naam Landgoed Ehzerwold, ontruiming van een dienstwoning die door gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], werd bewoond. De vordering was gebaseerd op het feit dat de arbeidsovereenkomsten van gedaagden met Medicotel waren beëindigd, waardoor volgens Medicotel het recht op bewoning van de dienstwoning was komen te vervallen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verplichting om in de dienstwoning te wonen niet meer van toepassing was na de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten en dat de woning vanaf 1 maart 2003 niet meer als dienstwoning kon worden aangemerkt. Dit leidde tot de conclusie dat de wettelijke bepalingen van het huurrecht woonruimte van toepassing waren, waardoor gedaagden huurbescherming genoten. De vordering tot ontruiming werd afgewezen, en Medicotel werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 27 oktober 2004.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
SECTOR CIVIEL
VOORZIENINGENRECHTER
kort gedingnummer: 64687 / KG ZA 04-241
vonnis van: 27 oktober 2004
Vonnis in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BV MEDICOTEL ALMEN, handelende onder de naam
Landgoed Ehzerwold,
gevestigd te [woonplaats], [gemeente naam],
eiseres bij dagvaarding van 16 september 2004,
procureur: mr. A.V.P.M. Gijselhart,
tegen:
1. [gedaagde 1],
en diens echtgenote
2. [gedaagde 2],
beiden wonende te [woonplaats], [gemeente naam],
gedaagde,
procureur: mr. W.J.C. Schalken.
Eiseres wordt hierna mede aangeduid als Medicotel en gedaagden gezamenlijk al het [gedaagden] dan wel afzonderlijk als [gedaagde 1] en [gedaagde 2].
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Medicotel heeft onder overlegging van producties het [gedaagden] gedagvaard tegen de openbare zitting van 19 oktober 2004.
Ter zitting heeft het [gedaagden] onder overlegging van producties geconcludeerd tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van Medicotel in de proceskosten.
Partijen hebben hun standpunten aan de hand van pleitnota's mondeling toegelicht, waarna zij vonnis hebben gevraagd.
2. VASTSTAANDE FEITEN
De volgende feiten zullen in dit kort geding als tussen partijen voorlopig vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen, voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.1 Medicotel is eigenaar van het landgoed Ehzerwold aan de Ehzerallee te Almen, gemeente Gorssel. Op het landgoed exploiteert Medicotel een hotel- en conferentiecentrum.
2.2 Op het landgoed bevindenden zich een viertal woningen, waaronder de door het [gedaagden] bewoonde woning, plaatselijk bekend [woonadres] te Almen, gemeente Gorssel.
2.3 Een gedeelte van het landgoed van Ehzerwold is in gebruik geweest als aanvullende opvang voor asielzoekers, hierna mede: de AVO.
2.4 Op 16 oktober 1997 is [gedaagde 1] voor 40 uur per week in dienst getreden bij Medicotel in de functie van algemeen medewerker ten behoeve van de AVO. De daarvan door partijen op 31 maart 1998 ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
2.4 Werknemer dient ter vervulling van de (...) werkzaamheden (ook) buiten de werktijden (...)
direct (op afroep) beschikbaar te zijn.
(...)
3.1 Werknemer zal de bedongen werkzaamheden verrichten te Almen.
3.2 Ter bevordering van een goede vervulling van de functie van algemeen medewerker en gelet
op de aard van de te verrichten werkzaamheden is werknemer gehouden de dienstwoning op
het landgoed Ehzerwold, staande en gelegen aan de [adres] te Almen in gebruik te
nemen.
3.3 Werknemer verklaart zich reeds nu voor alsdan bereid met ingang van het einde van deze
arbeidsovereenkomst de dienstwoning te ontruimen.
(...)”.
2.5 Met ingang van 16 januari 2003 is de AVO gesloten.
2.6 Op 8 januari 2003 is tussen Medicotel en [gedaagde 1] een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten met een fulltime dienstverband, waarbij [gedaagde 1] met ingang van 1 maart 2003 voor onbepaalde tijd in de functie van technische dienst medewerker/nachtportier in dienst is getreden van Medicotel.
Deze arbeidsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
De werknemer zal werkzaam zijn in het bedrijf van werkgever te Almen.
(...)”.
2.7 Op 29 januari 2004 is tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand gekomen, waarbij [gedaagde 1] met ingang van 1 januari 2004 tot 1 augustus 2004 voor een parttime dienstverband, 33 uren per week, als technisch medewerker/nachtportier in dienst is getreden van Medicotel.
Deze arbeidsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
De werknemer zal werkzaam zijn in het bedrijf van werkgever te Almen.
(...)”.
2.8 De arbeidsovereenkomst tussen Medicotel en [gedaagde 1] is op 31 juli 2004 geëindigd.
2.9 Op 20 mei 1997 is [gedaagde 2] voor 32 uur per week in dienst getreden bij Medicotel in de functie van medewerker ten behoeve van de AVO. De daarvan door partijen op 25 juni 1997 ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
Artikel 1. Duur
De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd te weten tot en met maart 1998; met een optie tot verlenging van het contract als het contract met de COA ook verlengd wordt.
(...)”.
2.10 Een niet gedateerde aanvulling op de arbeidsovereenkomst tussen Medicotel en [gedaagde 2] houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
ter wijziging van de per 25 juli 1997 overeengekomen arbeidsovereenkomst:
Artikel 3. Arbeidsduur
Deze bedraagt met ingang van 1 maart 1998 vijf dagen per week.
(...)
Artikel 9. Uitvoering van beheerstaken
De op werknemer rustende en door haar gedelegeerde beheerstaken met betrekking tot het asielzoekerscentrum, inhoudende een 24-uurs bereikbaarheid ten behoeve van de AVO, worden met ingang van 1 mei 1998 weer door werknemer zelf uitgevoerd.
Voorts zullen de beheerstaken vanaf 1 mei 1998 tevens behelzen een directe inzetbaarheid op het landgoed Ehzerwold en in het hoofdgebouw en de bijgebouwen in geval van eventuele calamiteiten.
Werknemer zal hiervoor één van de drie mobilofoonposten bemannen.
Om de uitbreiding van de functie naar behoren te kunnen vervullen, is werknemer gehouden om de dienstwoning [adres] te Almen per 1 mei 1998 te betrekken.
De dienstwoning dient bij het einde van de arbeidsovereenkomst weer leeg te worden opgeleverd.
(...)”.
2.11 Bij op 31 maart 1998 ondertekende overeenkomst hebben Medicotel en [gedaagde 2] voormelde arbeidsovereenkomst gewijzigd. Deze wijzigingsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
IN AANMERKING NEMENDE:
(...)
C. dat met ingang van 12 mei 1998 zowel de functie van werkneemster als de arbeidsduur is
gewijzigd.
(...)
VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
1. Werkneemster is met ingang van 1 mei 1998 voor 40 uur per week in dienstbetrekking bij
werkgeefster in de functie van algemeen medewerker.
2. De overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. Er geldt geen proeftijd.
(...)
4.Werknemster dient ter vervulling van de (...) werkzaamheden (ook) buiten de werktijden (...)
direct (op afroep) beschikbaar te zijn.
(...)
5. Ter bevordering van een goede vervulling van de functie van algemeen medewerker en gelet
op de aard van de te verrichten werkzaamheden is werknemer gehouden de dienstwoning op
het landgoed Ehzerwold, staande en gelegen aan de [adres] te Almen in gebruik te
nemen.
Werknemer verklaart zich reeds nu voor alsdan bereid met ingang van het einde van deze
arbeidsovereenkomst de dienstwoning te ontruimen.
(...)”.
2.12 Op 8 januari 2003 is tussen Medicotel en [gedaagde 2] een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten met een fulltime dienstverband, waarbij [gedaagde 2] met ingang van 1 maart 2003 voor onbepaalde tijd in de functie van kameronderhoud/service in dienst is getreden van Medicotel.
Deze arbeidsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
De werknemer zal werkzaam zijn in het bedrijf van werkgever te Almen.
(...)”.
2.13 Op 15 april 2003 is tussen Medicotel en [gedaagde 2] een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten met een dienstverband van 30 uur per week, waarbij [gedaagde 2] met ingang van 1 juni 2003 voor onbepaalde tijd in de functie van kameronderhoud/service in dienst is getreden van Medicotel.
Deze arbeidsovereenkomst houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:
“(...)
De werknemer zal werkzaam zijn in het bedrijf van werkgever te Almen.
(...)”.
2.14 De arbeidsovereenkomst tussen Medicotel en [gedaagde 2] is op 30 september 2003 geëindigd.
2.15 Bij aangetekende brief van 29 juni 2004 heeft Medicotel – voor zover hier van belang – het volgende aan [gedaagde 1] bericht:
“(...)
Bij deze zeg ik hierbij schriftelijk de huur op van de dienstwoning, staande en gelegen aan de [adres] te Almen, per 01-01-2005.
De redenen voor de opzegging van de huur zijn de volgenden;
Landgoed Ehzerwold heeft de woning zo dringend nodig voor eigen gebruik, dat van hem, de belangen en behoeften van beide partijen en van de onderhuurder naar billijkheid in aanmerking genomen, niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd.
(...)
De woning is nodig als dienstwoning voor ons personeel.
Uw dienstverband bij Landgoed Ehzerwold en/of een zusterbedrijf is beëindigd per 31-07-2004.
(...)”.
2.16 Bij aangetekende brief van 29 juni 2004 heeft Medicotel – voor zover hier van belang – het volgende aan [gedaagde 2] bericht:
“(...)
Bij deze zeg ik hierbij schriftelijk de huur op van de dienstwoning, staande en gelegen aan de [adres] te Almen, per 01-01-2005.
De redenen voor de opzegging van de huur zijn de volgenden;
Landgoed Ehzerwold heeft de woning zo dringend nodig voor eigen gebruik, dat van hem, de belangen en behoeften van beide partijen en van de onderhuurder naar billijkheid in aanmerking genomen, niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd.
(...)
De woning is nodig als dienstwoning voor ons personeel.
Uw dienstverband bij Landgoed Ehzerwold en/of een zusterbedrijf is reeds beëindigd.
(...)”.
2.17 Bij brief van 9 augustus 2004 heeft het [gedaagden] aan de advocaat van Medicotel bericht, dat zij niet in staat zijn de woning te verlaten en dat het nog wel twee jaar kan duren voor het de beschikking heeft over vervangende woonruimte.
3. DE VORDERING, DE GRONDEN EN HET VERWEER
3.1 Medicotel vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. het [gedaagden] zal veroordelen om het perceel met de zich daarop bevindende
woning aan de Ehzerallee no. 10 te Almen, gemeente Gorssel, binnen vier weken, althans
binnen een door de voorzieningenrechter nader te bepalen redelijke termijn, na
betekening van dit vonnis te ontruimen en ontruimd te houden, en de sleutels aan
Medicotel ter hand te stellen, met machtiging van Medicotel om deze ontruiming zo
nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen;
2. het [gedaagden] zal veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2 Aan deze vordering heeft Medicotel tegen de achtergrond van de vaststaande feiten het volgende ten grondslag gelegd.
Met het eindigen van de arbeidsovereenkomsten met het [gedaagden], respectievelijk op 30 september 2003 en 31 juli 2004, is ook het recht van het echtpaar vervallen de eigenlijke dienstwoning aan de [woonadres] te Almen, gemeente Gorssel, nog langer te bewonen.
Eén van de werknemers van Medicotel is aangesteld in de functie van nachtportier en dient ter vervulling van die functie in de onderhavige dienstwoning te wonen.
3.3 Het [gedaagden] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop in het hierna volgende zo nodig zal worden ingegaan.
4. DE BEOORDELING
4.1 Door het [gedaagden] is niet betwist, dat ingevolge de hiervoor onder 2.4 vermelde arbeidsovereenkomst voor [gedaagde 1] met ingang van 16 oktober 1997 en ingevolge de hiervoor onder 2.11 vermelde wijziging van de arbeidsovereenkomst voor [gedaagde 2] met ingang van 1 mei 1998 de verplichting tot bewoning van de woning aan de [adres] te Almen, gemeente Gorssel, is ontstaan ter bevordering van een goede vervulling van hun functies bij Medicotel. Voorts heeft het [gedaagden] niet betwist, dat die woning alstoen diende te worden aangemerkt als een dienstwoning waarop de wettelijke bepalingen huurrecht woonruimte niet van toepassing waren.
4.2 Allereerst dient te worden beoordeeld of de onderhavige woning nog steeds heeft te gelden als een dienstwoning als hiervoor bedoeld.
Dienaangaande staat vast, dat het [gedaagden] in dienst is getreden van Medicotel ten behoeve van de AVO op een gedeelte van het landgoed Ehzerwold. Wegens de sluiting van de AVO met ingang van 16 januari 2003 zijn deze arbeidsovereenkomsten geëindigd.
In de door [gedaagde 1] met ingang van 1 maart 2003 gesloten arbeidsovereenkomst met Medicotel is de verplichting tot bewoning van een dienstwoning niet meer opgenomen en ook niet in de daarop volgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met ingang van 1 januari 2004. Ditzelfde geldt voor de door [gedaagde 2] met ingang van 1 maart 2003 gesloten nieuwe arbeidsovereenkomst en in de daarop volgende arbeidsovereenkomst ingaande 1 juni 2003.
4.3 Op grond van het feit, dat in de na de sluiting van de AVO tussen partijen tot stand gekomen arbeidsovereenkomsten niet meer de verplichting is opgenomen tot bewoning van een dienstwoning is niet onaannemelijk dat het bewonen van een dienstwoning niet meer nodig was voor een goede vervulling van de nieuwe functies van het [gedaagden]. Dit zou anders kunnen zijn als de aard en de inhoud van de nieuwe functies zodanig gelijk zijn aan de eerder vervulde functies dat de nieuwe arbeidsovereenkomsten in feite zijn te beschouwen als een voortzetting van de eerder gesloten arbeidsovereenkomsten. In dat geval zou nog steeds sprake kunnen zijn van een dienstwoning ondanks dat dit niet meer als zodanig in de arbeidsovereenkomst is opgenomen.
4.4 Bij brief van 3 september 2003 heeft Medicotel evenwel – voor zover hier van belang – het volgende aan het [gedaagden] bericht:
“(...)
Conform ons gesprek gisteren bevestig ik hierbij schriftelijk de opzegging van de dienstwoning, staande en gelegen aan de [adres] te Almen, per 01-01-2004.
Deze opzegging is ook conform uw arbeidsovereenkomsten d.d. 31-03-1998.
In deze overeenkomsten heeft u zich reeds bereid verklaart met ingang van het einde van de arbeidsovereenkomst de dienstwoning te ontruimen.
Vanaf 01-03-2003 werkt u bij ons in een nieuwe functie(s). Voor deze nieuwe functie(s) is het niet langer noodzakelijk in de directe nabijheid van ons bedrijf te wonen.
(...)”.
4.5 In het licht van het vorenstaande is voorshands voldoende aannemelijk, dat vanaf 1 maart 2003 voor het [gedaagden] de verplichting om in het kader van de met Medicotel gesloten arbeidsovereenkomsten in de onderhavige woning te wonen, is komen te vervallen. Dit brengt met zich dat 1 maart 2003 die woning niet meer is aan te merken als een dienstwoning, zodat vanaf die datum de wettelijke bepalingen van het huurrecht woonruimte van toepassing zijn. Het vorenstaande heeft tot gevolg, dat ondanks de door Medicotel op 3 september 2003 gedane opzegging de tussen partijen bestaande huurovereenkomst van rechtswege van kracht blijft zolang niet door de bodemrechter is beslist op een mogelijk door Medicotel in te stellen vordering tot vaststelling van het tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen.
De vordering van Medicotel moet derhalve worden afgewezen.
4.6 Medicotel zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
5. BESLISSING
De voorzieningenrechter, recht doende in kort geding:
1. wijst de vordering van Medicotel af;
1. veroordeelt Medicotel in de kosten van het geding die, voor zover gevallen aan de zijde van het [gedaagden] tot op deze uitspraak worden begroot op € 241,-- wegens verschotten en € 703,-- wegens salaris procureur;
3. verklaart dit vonnis met betrekking tot de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2004 in tegenwoordigheid van Chr.D.W. van Meurs, griffier.