ECLI:NL:RBZUT:2004:AP0423

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 mei 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06-080058-04
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. van Apeldoorn
  • M. de Bie
  • A. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor een reeks autoinbraken in Doetinchem

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 mei 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere autoinbraken in de gemeente Doetinchem. De verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum], was op het moment van de uitspraak gedetineerd in het Huis van Bewaring Doetinchem. De tenlastelegging omvatte vijf incidenten van diefstal uit voertuigen, waarbij de verdachte telkens de toegang tot de voertuigen verkreeg door middel van braak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in januari 2004 mobiele telefoons, handtassen en andere persoonlijke bezittingen heeft weggenomen, waarbij hij telkens een steen door de ruit van de auto gooide om binnen te komen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor deze feiten, die zijn gepleegd met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, en heeft daarbij de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht toegepast.

Bij de straftoemeting heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de grote schade en overlast die de slachtoffers hebben ondervonden, en het feit dat de verdachte in het verleden al meerdere keren met politie en justitie in aanraking is geweest. De rechtbank heeft geoordeeld dat een aanzienlijke vrijheidsstraf gerechtvaardigd is, maar heeft ook rekening gehouden met de persoonlijkheid van de verdachte. Daarom is een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte moet zich tijdens de proeftijd onder toezicht stellen van de Stichting Reclassering Nederland en zich houden aan de voorschriften die deze instelling hem oplegt.

Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partijen, waaronder Boetiek 't Höfke B.V. en Stichting Slingeland Ziekenhuis, in hun vorderingen tot schadevergoeding gedeeltelijk in het gelijk gesteld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoedingen aan deze partijen, en heeft daarbij de verplichting opgelegd om aan de Staat te betalen indien hij niet aan zijn verplichtingen voldoet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK TE ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummers: 06-080058-04
Uitspraak d.d.: 18 mei 2004
tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Doetinchem, te Doetinchem,
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 mei 2004.
De tenlastelegging
Aan verdachte is het volgende ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 4 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een rode [merk] met het kenteken [kenteken1]) heeft weggenomen een mobiele telefoon (Nokia 6610), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
(incident 1, pagina 148 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2. hij op of omstreeks 6 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een blauwe [merk] met het kenteken [kenteken2]) heeft weggenomen een zwart leren damestasje met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (klinker) door een ruit van de auto te gooien);
(incident 2, pagina 265 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3. hij op of omstreeks 6 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een rode [merk] met het kenteken [kenteken3]) heeft weggenomen een bruine handtas met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
(incident 3, pagina 272 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4. hij op of omstreeks 13 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een blauwe [merk] met het kenteken [kenteken4]) heeft weggenomen een tas met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan 't Hofke, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
(incident 8, pagina 338 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5. hij op of omstreeks 22 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een bus (een blauwe [merk] met het kenteken [kenteken5]) heeft weggenomen een mobiele telefoon (Nokia 6310i), geheel of ten dele toebehorende aan het Slingeland ziekenhuis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
(incident 15, pagina 412 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1. hij op 4 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een rode [merk] met het kenteken [kenteken1]) heeft weggenomen een mobiele telefoon (Nokia 6610), toebehorende aan [benadeelde1], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
2. hij op 6 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een blauwe [merk] met het kenteken [kenteken2]) heeft weggenomen een zwart leren damestasje met inhoud, toebehorende aan [benadeelde2], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (klinker) door een ruit van de auto te gooien);
3. hij op 6 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een rode [merk] met het kenteken [kenteken3]) heeft weggenomen een bruine handtas met inhoud, toebehorende aan [benadeelde3], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
4. hij op 13 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een auto (een blauwe [merk] met het kenteken [kenteken4]) heeft weggenomen een tas met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
5. hij op 22 januari 2004 in de gemeente Doetinchem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een bus (een blauwe [merk] met het kenteken [kenteken5]) heeft weggenomen een mobiele telefoon (Nokia 6310i), toebehorende aan het Slingeland ziekenhuis, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak (door een steen (een klinker) door een ruit van de auto te gooien);
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde:
telkens:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf leiden - dat verdachte -binnen een tijdsbestek van enkele weken- zich louter uit geldelijk gewin en op grote schaal heeft beziggehouden met het plegen van gekwalificeerde vermogensdelicten waarbij grote schade en overlast voor de slachtoffers zijn veroorzaakt.
De rechtbank houdt voorts rekening met het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit het algemeen justitieel documentatieregister in het verleden veelvuldig met politie en justitie in aanraking is geweest en een aantal malen is veroordeeld tot onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen, hetgeen verdachte er echter niet van heeft kunnen weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Deze feiten rechtvaardigen een aanzienlijke vrijheidsstraf, zij het dat de rechtbank, gelet op de persoonlijkheid van verdachte, een deel voorwaardelijk oplegt met de bijzondere voorwaarde dat verdachte gedurende de proeftijd zich stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland te Doetinchem, en zich gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen, door deze instelling te geven in het reclasseringsbelang van verdachte, ook indien en voor zover deze voorschriften en aanwijzingen inhouden (voortzetting van de) behandeling bij de Henriëtte Hartsenkliniek te Zutphen.
De rechtbank heeft daarnaast in aanmerking genomen het achttal ter kennisneming gevoegde zaken, vermeld op de dagvaarding.
Het gaat hierbij om de volgende gevoegde zaken:
- 07 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 12 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 13 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 13 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 19 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 29 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 31 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 08 februari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 10 februari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 10 februari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 14 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 21 januari 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto;
- 11 december 2004, Doetinchem, Gemeente Doetinchem, diefstal door middel van braak uit een auto.
Verdachte heeft bekend deze feiten te hebben begaan en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor deze feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partij Boektiek 't Höfke B.V., gevestigd te Dinxperlo (bankrekeningnummer [bankrekeningnummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 97,57 gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaard handelen schade heeft geleden tot een bedrag van EUR 75,-, te weten het gevorderde bedrag exclusief de BTW, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Verdachte en zijn raadsvrouw hebben de door de benadeelde partij ingediende vordering niet althans niet voldoende betwist of weersproken.
Wat betreft het meer of anders gevorderde dient de benadeelde partij niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van EUR 75,- ten behoeve van genoemd slachtoffer.
De benadeelde partij Stichting Slingeland Ziekenhuis, gevestigd te Doetinchem (bankrekeningnummer [bankrekeningnummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 366,- gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 bewezen verklaard handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, te weten EUR 366,-, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Verdachte en zijn raadsvrouw hebben de door de benadeelde partij ingediende vordering niet althans niet voldoende betwist of weersproken.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van EUR 366,- ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde:
telkens:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 8 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte gedurende de proeftijd zich stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland te Doetinchem en zich gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen, door deze instelling te geven in het reclasseringsbelang van verdachte, ook indien en voor zover deze voorschriften en aanwijzingen inhouden (voortzetting van de) behandeling bij de Henriëtte Hartsenkliniek te Zutphen.
Geeft deze instelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Boetiek 't Höfke B.V., gevestigd te Dinxperlo (bankrekeningnummer [bankrekeningnummer]), van een bedrag van EUR 75,-, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij Boetiek 't Höfke B.V. voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Boetiek 't Höfke B.V., een bedrag te betalen van EUR 75,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van EUR 75,-, ten behoeve van het
slachtoffer voornoemd, daarmee de verplichting van verdachte om dit bedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van EUR 75,- heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Stichting Slingeland Ziekenhuis, gevestigd te Doetinchem (bankrekeningnummer [bankrekeningnummer]), van een bedrag van EUR 366,-, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Stichting Slingeland Ziekenhuis, een bedrag te betalen van EUR 366,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van EUR 366,-, ten behoeve van het slachtoffer voornoemd, daarmee de verplichting van verdachte om dit bedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van T 366,- heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Aldus gewezen door mr. Van Apeldoorn, voorzitter, mrs. De Bie en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. van Onna, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 mei 2004.
Mr. Van de Wetering is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.