ECLI:NL:RBZUT:2004:AO8926

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
6 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
207153 VV 04-6
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.A.M. Smulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg en schorsing van concurrentie- en relatiebeding in kort geding

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Zutphen, gaat het om een kort geding tussen de besloten vennootschap Drukkerij Van der Wiel & Smit B.V. (hierna: W&S) en [gedaagde], die eerder in dienst was bij W&S. De zaak betreft de uitleg en schorsing van een concurrentiebeding en een relatiebeding na het ontslag van [gedaagde]. W&S vordert dat [gedaagde] zijn werkzaamheden voor een concurrent, Leiter-Nypels, staakt en dat hij gedurende zes maanden geen diensten aanbiedt aan cliënten van W&S. De kantonrechter oordeelt dat het concurrentiebeding in beginsel rechtsgeldig is, maar dat de duur van zes maanden onbillijk is gezien de korte duur van het dienstverband van [gedaagde]. De rechter schorst het concurrentiebeding voor de periode die langer is dan zes maanden en verbiedt [gedaagde] om gedurende zes maanden zijn diensten aan te bieden aan cliënten van W&S. De rechter wijst ook op de belangenafweging tussen W&S en [gedaagde], waarbij het belang van W&S om haar klanten te beschermen zwaarder weegt. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton
Locatie Zutphen
zaaknummer: 207153 VV 04-6
vonnis d.d. 6 april 2004
grosse en afschrift aan beide partijen d.d.
Vonnis in kort geding van de kantonrechter te Zutphen in de zaak van:
de besloten vennootschap Drukkerij Van der Wiel & Smit B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie,
gemachtigde: mr. G.J.M. Gussenhoven, advocaat te 3900 AE Veenendaal, postbus 237,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Zutphen,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. V.F.M. Jongerius, advocaat te 7000 AE Doetinchem, postbus 218.
Partijen worden hierna aangeduid als W&S respectievelijk [gedaagde].
1. HET PROCESVERLOOP
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding van 17 maart 2004;
- de akte van gedaagde van 30 maart 2004, houdende eis in reconventie;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 30 maart 2004.
2. DE FEITEN
2.1 [gedaagde] is op 1 oktober 2002 als commercieel medewerker in dienst getreden van drukkerij W&S op een arbeidsovereenkomst voor een jaar. Per 30 september 2003 werd de arbeidsovereenkomst verlengd met een jaar. De taakomschrijving van [gedaagde] bestond uit acquisitie van nieuwe klanten en het adviseren/begeleiden van klanten.
2.2 De arbeidsovereenkomst van 30 september 2003 bevatte, behalve een geheimhoudingsbeding, ook een concurrentiebeding, een relatiebeding en een boetebeding, onderscheidenlijk luidende:
"9. concurrentiebeding
Het is werknemer verboden om gedurende een periode van 1 jaar na beëindiging van deze arbeidsovereenkomst binnen een kring met een straal van 40 kilometer met als middelpunt de vestiging van werkgever, dan wel andere verkooppunten van de Smit Arnhem Groep, waar werknemer in de laatste 24 maanden voorafgaande aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft gewerkt in enigerlei vorm een zaak, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van werkgever te vestigen, te drijven, te doen drijven, mede te drijven, hetzij direct, hetzij indirect, of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook te hebben.
10. Relatiebeding
Gedurende 1 jaar na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is het de werknemer verboden zijn diensten aan te bieden aan of werkzaam te zijn voor of bij een cliënt of opdrachtgever van de werkgever, c.q. direct of indirect betrokken te zijn bij een onderneming, die aan cliënten van de werkgever dienst verleent;
Onder cliënt wordt verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon, alsmede zijn/haar werknemers, met wie de werkgever gedurende 1 jaar voorafgaande aan het einde van de arbeidsovereenkomst één of meer contracten heeft afgesloten.
Onder cliënt of opdrachtgever van werkgever wordt in dit verband tevens verstaan de potentiële cliënt of opdrachtgever die voorkomen in het offertebestand van werkgever en/of waarmee werkgever onderhandelingen voert omtrent mogelijke toekomstige opdrachten.
Daarnaast is het werknemer na beëindiging van de arbeidsovereenkomst strikt verboden om te trachten, direct of indirect, personeel van werkgever - of van een met haar gelieerde vennootschap - ertoe te bewegen in dienst te treden bij (een onderneming van) werknemer dan wel bij een andere werkgever.
11. Boetebeding
11.1Bij overtreding door werknemer van het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 verbeurt werknemer aan werkgever zonder sommatie of ingebrekestelling een direct opeisbare boete van euro 50.000,--, vermeerderd met een bedrag van euro 1.000,-- voor elke dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd zijn gehoudenheid tot vergoeding aan werkgever van alle schade te dezer zake, indien deze schade meer bedraagt dan gemeld boetebedrag.
11.2Werkgever blijft bovendien steeds bevoegd om - zo nodig in kort geding - nakoming van de overeenkomst en/of een verbod op de onrechtmatige handelingen van werknemer te vorderen."
2.3 Per 15 februari 2004 heeft [gedaagde] ontslag genomen, waarna hij in dienst is getreden van Leiter-Nypels.
2.4 Op 27 januari 2004 heeft [gedaagde] aan een groot aantal zakenrelaties onder meer het volgende gemaild:
"[...]…
Per 15 februari ga ik Van der Wiel en Smit BV verlaten.
…. ja ja ik weet het ……..heel jammer he,
maar ik heb een schitterend aanbod gekregen met een toekomstperspectief binnen een nieuw opgerichte organisatie.
In deze organisatie participeren een 2 tal reklameburo''s (1xArnhem en 1xHeereveen) met daarin ook een IT bedrijf, softwarebedrijf Netprint BV en drukkerij LeiterNypels uit Maastricht. De vestiging is in Arnhem, Kroonpark 18, 6831 GV.
Wat we gaan doen laat ik nog wel weten.
[...]"
2.5 Op 19 februari 2004 heeft [gedaagde] aan een zakenrelatie onder meer het volgende gemaild:
"[...…]
Na een fantastisch aanbod afgelopen december om bij een ander bedrijf te beginnen (waar ik graag ja op zei) ben ik voortaan werkzaam voor:
Drukkerij LeiterNypels.
Deze drukkerij is gevestigd in …Maastricht .. maar mijn taak is om in Arnhem een filiaal op te zetten. LeiterNypels was voorheen PlatijnCasparie Maastricht en is al jaren een vreemde eend in de grafische markt.
We hebben in Arnhem een buro opgezet waarbij het hele voortraject tot aan het drukken wordt uitgevoerd. Dus ook prepress/rippen/plotproeven orderhandling enz.
Als een drukkerij ergens ver weg een filiaal opzet moet er wel iets bijzonder aan zijn, en dat is het ook.
Per j.l. december staat er in Maastricht de meest moderne pers van de Benelux. Met een voortraject van computer to plate wordt het drukwerk op de pers uitgevoerd in "satijn raster" of eigenlijk…rasterloos?! Misschien heb je al eens van stogastisch, kristal of fm-raster gehoord maar dit is helemaal het summum. Deze heidelberg 50x70 pers is een 5 kleuren pers waarbij zelfs pms'en in 2% gedrukt kunnen worden. Kunstdruk is er niets bij.
Totaal geen verlies meer. Een nadeel,,, de foto's moeten van zeer goede kwaliteit zijn want je ziet alles,
Ik zou graag binnenkort weer eens langs willen komen om onder het genot van een kopje thee even het verleden door te nemen en de toekomst aan te kondigen… of zo iets.
In iedergeval,… ik hoop dat ik nog binnen kan komen.
[...…]"
3. HET GESCHIL
in conventie
3.1 W&S vordert (na wijziging van eis ter zitting) dat de kantonrechter, recht doende bij wege van voorlopige voorziening en indien mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
a) [gedaagde] zal gelasten zijn werkzaamheden voor Leiter-Nypels in de kring met een straal van 40 km met als middelpunt de vestiging van werkgever dan wel andere verkooppunten van de Smit Arnhem Groep, waar werknemer in de laatste 24 maanden (sc.: voorafgaand) aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft gewerkt, met onmiddellijke ingang te staken en voor de duur van één jaar, te rekenen vanaf 15 februari 2004, gestaakt te houden;
b) [gedaagde] zal verbieden om gedurende één jaar na 15 februari 2004 zijn diensten aan te bieden aan of werkzaam te zijn voor of bij een cliënt of opdrachtgever van de werkgever, c.q. direct of indirect betrokken te zijn bij een onderneming die aan cliënten van de werkgever diensten verleent, waarbij onder cliënt of opdrachtgever van W&S in dit verband tevens wordt verstaan de potentiële cliënt of opdrachtgever die voorkomt in het offertebestand van W&S en/of waarmee laatstgenoemde onderhandelingen voert omtrent mogelijke toekomstige opdrachten.
c) een en ander op verbeurte van de contractueel overeengekomen boete voor iedere dag dat [gedaagde] na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, subsidiair op straffe van een dwangsom van EUR 1.000,-- per dag;
3.2 W&S legt daaraan ten grondslag de vastgestelde feiten alsmede (samengevat) de stellingen:
- dat [gedaagde] bij W&S over alle vertrouwelijke gegevens, waaronder klanten- en debiteurenbestand, kon beschikken en nog beschikt;
- dat [gedaagde] thans werkzaam is in een in Arnhem nieuw opgestarte nevenvestiging van de Maastrichtse drukkerij Leiter-Nypels, waarmee hij het concurrentiebeding overtreedt, waaraan niet afdoet dat Leiter-Nypels daar samenwerkt met Netprint BV (een klant van W&S) en het daaraan gelieerde Orange Juice v.o.f.;
- dat de werkzaamheden die [gedaagde] voor Leiter-Nypels verricht vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden die hij voor W&S verrichtte;
- dat [gedaagde] blijkens zijn onder rubriek 2 geciteerde mails klanten van W&S benadert;
- dat W&S met dit alles in haar voortbestaan wordt bedreigd.
3.3 [gedaagde] heeft als verweer met name aangevoerd (samengevat) dat er geen sprake is van concurrerende activiteiten en dat hij zich houdt aan het relatiebeding. Op het overige verweer van [gedaagde] wordt zo nodig in het navolgende ingegaan.
in reconventie
3.4 [gedaagde] vordert, na wijziging van eis ter zitting, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. W&S zal veroordelen om aan [gedaagde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het netto-equivalent van een brutobedrag gelijk aan:
a) het loon vanaf de periode 2 tot en met 15 februari 2004;
b) de vakantiebijslag vanaf mei 2003 tot en met 15 februari 2004;
c) de bonus waarop [gedaagde] op grond van de bonusregeling recht heeft;
d) over voornoemde bedragen de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 15 februari 2004;
e) alsmede (sc: vergoeding van) de door [gedaagde] ingediende telefoonnota's
een en ander onder behoorlijke specificatie;
IIa. primair: het concurrentiebeding en het relatiebeding zal schorsen;
IIb. subsidiair: W&S zal veroordelen om aan [gedaagde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van EUR 2.500,-- te voldoen voor iedere maand te rekenen vanaf 15 februari 2004 dat [gedaagde] wordt belemmerd door W&S bij Leiter-Nypels werkzaam te zijn.
3.5 [gedaagde] legt daaraan ten grondslag de vastgestelde feiten alsmede (samengevat) de volgende stellingen. W&S is in gebreke gebleven om aan hem te betalen het loon vanaf de periode 2 van 2004 tot en met 15 februari 2004, de vakantiebijslag vanaf mei 2003 tot en met 15 februari 2004, de bonus over 2003 waarop [gedaagde] op grond van de bonusregeling recht heeft, en de door hem gedeclareerde telefoonnota's. Voorts heeft [gedaagde] betoogd dat hij door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld nu hij slechts ongeveer 16 maanden voor W&S heeft gewerkt en zich bij Leiter-Nypels aanzienlijk kon verbeteren, terwijl hij bij handhaving van het beding brodeloos dreigt te worden.
3.6 W&S heeft als verweer verwezen naar hetgeen zij in conventie heeft betoogd, heeft zich voor wat betreft de vordering onder I beroepen op verrekening, heeft betoogd dat [gedaagde] door het concurrentiebeding nauwelijks belemmerd wordt om elders dan bij W&S werkzaam te zijn en dat de subsidiaire vordering niet onderbouwd is. Op het overige verweer van W&S wordt zo nodig in het navolgende ingegaan.
4. DE BEOORDELING
in conventie en in reconventie
4.1 De vorderingen zijn naar hun aard voldoende spoedeisend.
4.2 [gedaagde] heeft niet betwist dat het concurrentiebeding en het relatiebeding op zichzelf rechtsgeldig zijn overeengekomen. Voorzover [gedaagde] heeft willen betogen dat W&S bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [gedaagde] afstand heeft gedaan van haar rechten uit het concurrentiebeding kan de kantonrechter hem hierin vooralsnog niet volgen, reeds omdat W&S gemotiveerd heeft betwist dat [gedaagde] tijdig volledige opening van zaken heeft gegeven.
4.3 Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting moet het er vooralsnog voor worden gehouden dat Leiter-Nypels als drukkerij weliswaar is gevestigd in Maastricht, maar dat zij - naar ook blijkt uit de overgelegde persberichten en de mail van [gedaagde] van 27 januari 2004 - een nevenvestiging in Arnhem heeft geopend, waar (c.q. van waaruit) [gedaagde] hoofdzakelijk werkzaam is. Dat Leiter-Nypels met betrekking tot die nevenvestiging (en in het kader van een nieuw procédé) samenwerkt met Netprint BV en Orange Juice v.o.f. maakt dit naar voorlopig oordeel niet anders.
4.4 [gedaagde] erkent dat deze nevenvestiging ligt binnen een straal van 40 kilometer rondom de vestiging van W&S. [gedaagde] betoogt evenwel dat Leiter-Nypels geen concurrent is van W&S, aangezien de laatste de onderkant van de markt bedient met hoofdzakelijk handelsdrukwerk gemaakt op tweekleurenpersen, terwijl Leiter-Nypels (nog daargelaten het bijzondere procédé) de bovenkant van de markt bedient met hoofdzakelijk full-colourdrukwerk gedrukt op een vijfkleurenpers. W&S heeft deze stellingen van [gedaagde] betwist, daaraan toevoegende dat zij alles kan wat Leiter-Nypels ook kan, met dien verstande dat zij eventueel meerdere drukgangen moet toepassen.
Nu [gedaagde], tegenover de betwisting door W&S, niet middels bescheiden of anderszins aannemelijk heeft gemaakt dat Leiter-Nypels een markt bedient die voor W&S gesloten is, moet het er vooralsnog voor worden gehouden dat Leiter-Nypels (in de termen van het concurrentiebeding) een onderneming is die - zoal niet soortgelijk, dan toch - aanverwant is aan die van W&S.
4.5 Uit het onder de rechtsoverwegingen 4.3 en 4.4 overwogene volgt in beginsel dat [gedaagde], door in de nevenvestiging Arnhem voor Leiter-Nypels werkzaam te zijn, handelt in strijd met het concurrentiebeding. Dat het eigenlijke drukken plaatsvindt in Maastricht doet daar niet aan af, nu de verkoop, voorbewerking en dienstverlening geschieden vanuit Arnhem en partijen het er ter zitting over eens bleken dat het verwerven en behouden van relaties van doorslaggevend belang is.
4.6 Voor wat betreft het relatiebeding heeft [gedaagde] betoogd dat dit geen betrekking heeft op door hemzelf bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst "meegebrachte" relaties en dat hij zijn contacten daartoe beperkt. Nog daargelaten dat de tekst van het relatiebeding geen grond geeft voor die stelling, W&S heeft betwist dat er "eigen" relaties van [gedaagde] zijn meegebracht of ontstaan en [gedaagde] heeft daarop zelfs geen begin van bewijs voor zijn stelling bijgebracht. De kantonrechter is dan ook vooralsnog van oordeel dat het relatiebeding ziet op alle cliënten en opdrachtgevers van W&S.
Naar voorlopig oordeel overtreedt [gedaagde] dan ook het relatiebeding.
4.7 Met betrekking tot het verzoek om schorsing van het relatiebeding en het concurrentiebeding wordt het volgende overwogen. Voor schorsing is slechts plaats indien aannemelijk is dat de onderscheiden bedingen in een eventueel volgende bodemprocedure niet of niet geheel stand zullen houden, waarbij het met name aankomt op de afweging van belangen als voorzien in artikel 7:653 lid 2 BW.
4.8 W&S heeft in dit verband onweersproken betoogd:
- dat [gedaagde] over alle vertrouwelijke gegevens, waaronder klanten- en debiteurenbestanden, van W&S beschikt;
- dat Leiter-Nypels blijkens overgelegde persberichten vanuit het zuiden wil penetreren in de drukkerijmarkt van midden-Nederland, waar W&S en haar zusterondernemingen actief zijn;
- dat "relatiebeheer" in de drukkerijwereld de sleutel tot succes is.
Aannemelijk is dan ook dat [gedaagde], die de regionale markt goed heeft leren kennen, een duidelijke aanwinst zal zijn voor Leiter-Nypels in haar nieuw opgezette Arnhemse samenwerking met Netprint en Orange Juice, ook in die zin dat W&S daardoor heeft te vrezen voor haar bedrijfsdebiet. Voorts blijkt uit de in rubriek 2 geciteerde e-mails en het verhandelde ter zitting dat [gedaagde], sinds hij met Leiter-Nypels tot overeenstemming is gekomen, in elk geval die (potentiële) klanten van W&S benadert die hij beschouwt als zijn "eigen" relaties, terwijl er aanwijzingen zijn dat het daarbij niet is gebleven.
4.9 [gedaagde] heeft zich op zichzelf terecht beroepen op een bij Leiter-Nypels gerealiseerde positieverbetering (waarover hierna meer). Het belang van W&S dat haar relaties niet worden uitgespannen dient echter zwaarder te wegen. Bijgevolg is er geen plaats voor schorsing van het relatiebeding, terwijl de vordering in conventie onder b voor toewijzing gereed ligt als na te melden.
4.10 Voor wat betreft het concurrentiebeding verschillen partijen omtrent de uitleg ervan. [gedaagde] houdt het ervoor dat het concurrentiebeding hem slechts beperkt om werkzaam te zijn voor een aanverwante zaak binnen een straal van 40 kilometer rond de vestiging (in Arnhem) van W&S. W&S daarentegen betoogt dat het [gedaagde] ook verboden is om aldus werkzaam te zijn binnen een straal van 40 kilometer rond de zusterbedrijven van W&S in Nieuwegein en Wychen, alsmede om - hoe en waar dan ook - nieuwe klanten te verwerven die wonen of gevestigd zijn binnen een van die kringen.
De kantonrechter is - nu buiten geschil is dat [gedaagde] nimmer heeft gewerkt in een van bedoelde zusterbedrijven - vooralsnog van oordeel dat het gelijk in deze aan de zijde van [gedaagde] ligt, reeds op grond van de tekst van het concurrentiebeding. Nu de toegepaste interpunctie echter enige grond voor twijfel biedt en voorts [gedaagde] bij aanname van de lezing van W&S onevenredig door het concurrentiebeding zou worden beperkt, acht de kantonrechter voldoende grond aanwezig om een deel van het concurrentiebeding te schorsen en wel als na te melden.
4.11 Voorts is nog van belang:
- dat [gedaagde] ook reeds in een vorige functie in de grafische industrie te maken heeft gehad met een concurrentiebeding en zich (blijkens zijn sollicitatiebrief gericht aan W&S) daarnaar ook expliciet heeft gedragen;
- dat het concurrentiebeding met W&S niet alleen bij indiensttreding van [gedaagde], maar ook nadien op 30 september 2003 schriftelijk is overeengekomen;
- dat [gedaagde] uit eigen beweging ontslag heeft genomen;
- dat het concurrentiebeding geografisch beperkt is tot een gebied met een straal van 40 kilometer;
- dat van algemene bekendheid is dat zich daarbuiten, ook op aanvaardbare afstand van Arnhem, tal van drukkerijen bevinden;
- dat [gedaagde] als commercieel medewerker geacht moet worden ook in andere bedrijfstakken werkzaam te kunnen zijn;
- dat hij dat in het verleden, blijkens het overgelegde curriculum vitae, ook meermalen gedaan heeft;
- dat W&S onweersproken heeft gesteld dat zij tijdens die duur in [gedaagde] heeft geïnvesteerd (in die zin dat [gedaagde] de tijd kreeg om zich in te werken mede aan de hand van een hem door W&S ter hand gestelde relatielijst) terwijl hij vertrekt nu het moment van oogsten is aangebroken;
- dat tenslotte de e-mails van [gedaagde] er op wijzen dat [gedaagde] er op uit was c.q. is de aangeschreven relaties te behouden c.q. te verwerven voor Leiter-Nypels.
Al deze factoren onderstrepen het belang van W&S in verhouding tot het belang van [gedaagde].
4.12 [gedaagde] heeft er zijnerzijds op gewezen dat hij slechts ongeveer 16 maanden bij W&S heeft gewerkt, dat hij zich bij Leiter-Nypels aanzienlijk kon verbeteren nu hem aldaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werd aangeboden, terwijl het loon voor hem ook nog eens ca. 20% hoger ligt dan bij W&S het geval was, en tenslotte dat de directeur van W&S bij de jongste jaarwisseling heeft aangegeven dat het slecht gaat. Met betrekking tot dit laatste heeft W&S betoogd dat die mededeling slechts zag op de drukkerijmarkt in het algemeen.
4.13 Wat van dit laatste ook zij en ook in aanmerking genomen dat een hoge provisie niet gelijk staat aan vast loon, een en ander neemt niet weg dat [gedaagde], juist gezien zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en de betreffende mededeling, naar voorlopig oordeel terecht stelt dat hij - losgedacht van het concurrentiebeding - goede redenen had om over te stappen naar Leiter-Nypels. Gegeven het bestaande relatiebeding en mede in aanmerking genomen de aard en beperkte duur van het dienstverband bij W&S, is de kantonrechter vooralsnog van oordeel dat met de onmiskenbare belangen van W&S voldoende rekening wordt gehouden bij een duur van het concurrentiebeding van zes maanden. Mede gelet op het vorenoverwogene ligt de vordering in conventie onder a inzoverre voor toewijzing gereed. Nu [gedaagde] door de langer overeengekomen duur naar voorlopig oordeel onbillijk wordt benadeeld, zal het concurrentiebeding inzoverre worden geschorst als na te melden.
voorts in conventie
4.14 Nu W&S een rechterlijk gebod respectievelijk verbod heeft gevorderd zal daaraan de subsidiair gevorderde dwangsom worden verbonden, zij het dat deze zal worden gematigd en aan een maximum zal worden gebonden, met afwijzing thans van de gevorderde boete.
4.15 Als grotendeels in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.
voorts in reconventie
4.16 Het petitum onder IIb stuit reeds af op het feit dat [gedaagde] niet belemmerd wordt om bij Leiter-Nypels werkzaam te zijn, doch slechts wordt belemmerd om - kort gezegd - in en vanuit de nevenvestiging Arnhem van Leiter-Nypels werkzaam te zijn c.q. relaties van W&S te benaderen. Voorts is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] inkomensschade zal leiden, zulks te minder nu gesteld noch gebleken is dat Leiter-Nypels niet op andere wijze van de diensten van [gedaagde] gebruik zal kunnen maken, terwijl ook het onder rechtsoverweging 4.11 overwogene zich tegen toekenning van een vergoeding verzet.
4.17 De vordering onder I is door W&S op zichzelf niet weersproken, doch W&S heeft zich beroepen op verrekening althans opschorting wegens een schadevordering op [gedaagde] nu deze (niet nader geadstrueerde) fouten in orders heeft gemaakt en te hoge kortingen heeft verleend. Het verweer mist reeds doel omdat W&S ten aanzien van deze tegenvordering, gelet op het bepaalde in artikel 7:661 BW, niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De vordering is dan ook toewijsbaar.
4.18 Nu partijen over en weer deels in het gelijk worden gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd als hierna vermeld.
5. DE BESLISSING
De kantonrechter, recht doende in kort geding:
in conventie
I. gelast [gedaagde] zijn werkzaamheden voor Leiter-Nypels in de kring met een straal van 40 kilometer met als middelpunt de vestiging van W&S met onmiddellijke ingang te staken en voor de duur van zes maanden, te rekenen vanaf 15 februari 2004, gestaakt te houden,
II. verbiedt [gedaagde] om gedurende zes maanden, te rekenen vanaf 15 februari 2004, zijn diensten aan te bieden aan of werkzaam te zijn voor of bij een cliënt of opdrachtgever van W&S, c.q. direct of indirect betrokken te zijn bij een onderneming die aan cliënten van W&S diensten verleent, waarbij onder cliënt of opdrachtgever van W&S in dit verband mede wordt verstaan de potentiële cliënt of opdrachtgever die voorkomt in het offertebestand van W&S en/of waarmee laatstgenoemde onderhandelingen voert omtrent mogelijk toekomstige opdrachten;
III. een en ander op verbeurte van een dwangsom van EUR 1.000,-- voor iedere dag dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft hieraan te voldoen met een maximum van EUR 25.000,--;
IV. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, aan de zijde van W&S tot op heden begroot op
EUR 540,-- voor salaris gemachtigde;
EUR 70,40 voor explootkosten;
EUR 273,-- voor vast recht;
V. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af hetgeen anders of meer is gevorderd;
in reconventie
VII. veroordeelt W&S om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagde] te voldoen het netto-equivalent van een brutobedrag gelijk aan:
a) het loon vanaf de periode 2 tot en met 15 februari 2004;
b) de vakantiebijslag vanaf mei 2003 tot en met 15 februari 2004;
c) de bonus waarop [gedaagde] op grond van de bonusregeling recht heeft;
d) over voornoemde bedragen de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 15 februari 2004;
e) alsmede vergoeding van de door [gedaagde] ingediende telefoonnota's;
een en ander onder behoorlijke specificatie;
VIII. schorst het concurrentiebeding voorzover het een tijdsduur heeft van langer dan zes maanden, alsmede voorzover het betrekking heeft op (wat wordt aangeduid als) andere verkooppunten van de Smit Arnhem Groep;
IX. compenseert de proceskosten, in die zin dat ieder der partijen met de eigen kosten belast blijft;
X. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
XI. wijst af hetgeen anders of meer is gevorderd.
Aldus gewezen en uitgesproken door mr. J.A.M. Smulders, kantonrechter te Zutphen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 april 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.