ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7090

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
6 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/080331-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Hoorn
  • J. Elders
  • P. van Apeldoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in zaak van mishandeling van een kleuter te Apeldoorn

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 6 april 2004 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van de zoon van zijn mededader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 augustus 2003, samen met een ander, opzettelijk de zoon van zijn mededader, een kleuter, van het leven heeft willen beroven. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte dezelfde feiten heeft gepleegd als de moeder van het kind. De behandeling van de zaak werd op 7 mei 2004 voortgezet, waarbij deskundigen van het Pieter Baan Centrum en de reclassering zouden worden gehoord over de mogelijkheid van TBS met voorwaarden voor de verdachte.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de tenlastelegging van de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de primair ten laste gelegde poging tot doodslag, maar dat er wel sprake was van medeplegen van poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van de medeverdachte en de gedragsdeskundigen in overweging genomen. De gedragsdeskundigen concludeerden dat de verdachte ten tijde van de feiten lijdende was aan een geestelijke stoornis, waardoor de feiten hem slechts in verminderde mate konden worden toegerekend.

De rechtbank heeft besloten om de deskundigen te horen en het onderzoek te heropenen. De zaak werd geschorst tot de volgende zitting op 7 mei 2004. De rechtbank heeft ook de oproeping van de verdachte bevolen, met kennisgeving aan zijn raadsman. Dit tussenvonnis is gewezen na de terechtzittingen van 3 december 2003, 3 maart 2004 en 23 maart 2004, waarbij de rechtbank ook verzoeken van de verdediging heeft behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/080331-03
Uitspraak d.d.: 6 april 2004
tegenspraak / dip / oip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, geboortedatum],
wonende te [postcode, plaats, adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Almelo.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 3 december 2003, 3 maart 2004 en 23 maart 2004.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
Ter terechtzitting van 23 maart 2004 heeft de rechtbank een verzoek van de raadsman van verdachte om de behandeling van de zaak aan te houden ten behoeve van een nadere reclasseringsrapportage teneinde de aan een mogelijke terbeschikkingstelling te verbinden voorwaarden te bezien, voorshands afgewezen.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten las-te gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 5 augustus 2003 in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in
vereniging met een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door
verdachte en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf om opzettelijk de zoon
van zijn mededader, [naam kind] (geboren op [geboortedatum]), van het leven te
beroven, met dat opzet deze [naam kind] meermalen, althans eenmaal:
- (met kracht) bij de nek heeft/hebben gepakt/gegrepen en/of
- (vervolgens) het hoofd van deze [voornaam kind] (met kracht) in de richting van en/of
tegen een muur en/of de grond en/of een doos (gevuld met boeken) heeft/hebben
gegooid/gebracht/gesmeten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 5 augustus 2003 in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in
vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend de zoon van
zijn mededader [naam kind] (geboren op [geboortedatum]), meermalen, althans
eenmaal:
- (met kracht) bij de nek heeft/hebben gepakt/gegrepen en/of
- (vervolgens) het hoofd van deze [voornaam kind] (met kracht) in de richting van en/of
tegen een muur en/of de grond en/of een doos (gevuld met boeken) heeft/hebben
gegooid/gebracht/gesmeten,
tengevolge waarvan deze [voornaam kind] zwaar lichamelijk letsel (rechterzijdige
verlamming en/of blindheid aan (linker)oog en/of (een) hersenkneuzing(en)
(aan de linker hersenhelft) en/of (een) hersenbloeding(en), althans enig
lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 300 lid 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 april 2003 tot
en met 4 augustus 2003 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon, (te weten de zoon van
zijn mededader, genaamd [naam kind] (geboren op [geboortedatum])), opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel (rechterzijdige verlamming en/of blindheid aan
(linker)oog en/of (een) hersenkneuzing(en) (aan de linker hersenhelft) en/of
(een) hersenbloeding(en), heeft toegebracht, door deze [naam kind] (telkens)
opzettelijk meermalen, althans eenmaal,
- (met kracht) op het (achter)hoofd te slaan en/of
- (met kracht) bij de nek (kraag) te grijpen en/of (vervolgens) tegen een kast
te gooien/smijten/brengen en/of
- (met kracht) (met het hoofd) tegen een muur en/of de grond te
duwen/bonken/brengen/gooien/smijten en/of
- (met kracht) met (geschoeide) voet tegen het hoofd te schoppen/trappen en/of
- (met kracht) een "kopstoot" te geven;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 april 2003 tot
en met 4 augustus 2003 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, zijnde zoon van zijn
mededader genaamd [naam kind] (geboren op [geboortedatum]), (telkens)
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen,
althans eenmaal deze [voornaam kind],
- (met kracht) op het (achter)hoofd te slaan en/of
- (met kracht) bij de nek (kraag) te grijpen en/of (vervolgens) tegen een kast
te gooien/smijten/brengen en/of
- (met kracht) (met het hoofd) tegen een muur en/of de grond te
duwen/bonken/brengen/gooien/smijten en/of
- (met kracht) met (geschoeide) voet tegen het hoofd en/of kont en/of lichaam te schoppen/trappen en/of
- (met kracht) een "kopstoot" te geven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Tenlastelegging
Door de steller van de tenlastelegging is onder 2 primair ten laste gelegd - kort gezegd - het medeplegen van zware mishandelingen en subsidiair pogingen tot zware mishandeling.
Het aldaar in onderlinge samenhang beziende en met name ook gelet op de zinsnede in het subsidiair gestelde "zijnde zoon van zijn mededader", is het naar het oordeel van de rechtbank overduidelijk de bedoeling geweest om ook ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde de medeplegen-variant ten laste te leggen. De rechtbank leest dit aldus in, waardoor verdachte niet in zijn verdediging is geschaad.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten - kort gezegd - het in de periode van 9 april tot en met 4 augustus 2003 toebrengen van verlamming, blindheid, hersenkneuzingen en hersenbloedingen, aangezien het daarin omschreven toegebrachte letsel met name ziet op hetgeen op 5 augustus 2003 met [voornaam kind] is gebeurd.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en onder 2 subsidiair ten las-te gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 5 augustus 2003 in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om opzettelijk de zoon van zijn mededader, [naam kind] (geboren op [geboortedatum]), van het leven te
beroven, met dat opzet deze [naam kind]:
- met kracht bij de nek hebben gepakt en
- vervolgens het hoofd van deze [voornaam kind] met kracht tegen een muur en/of de grond en/of een doos (gevuld met boeken) hebben gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
hij op tijdstippen in de periode van 9 april 2003 tot en met 4 augustus 2003 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om aan een persoon, zijnde zoon van zijn mededader genaamd [naam kind] (geboren op [geboortedatum]), (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen deze [voornaam kind],
- met kracht op het (achter)hoofd hebben geslagen en/of
- met kracht tegen een kast hebben gegooid en/of
- met kracht met het hoofd tegen een muur en/of de grond hebben geduwd/gebonkt/gegooid en/of
- met kracht met geschoeide voet tegen het hoofd en/of kont en/of lichaam hebben geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Opzet
Door en namens verdachte is aangevoerd dat hij geen opzet heeft gehad om [voornaam kind] zwaar te mishandelen, danwel [voornaam kind] te doden.
Uit de door de rechtbank gehanteerde bewijsmiddelen en met name uit de verklaringen die zijn medeverdachte daarover heeft afgelegd, blijkt dat verdachte frequent (wekelijks) gewelddadig tegen [voornaam kind], een peuter van drieëneenhalf jaar, is opgetreden. [voornaam kind] werd met kracht geslagen, geschopt of omvergeduwd, waarbij met name zijn hoofd niet werd ontzien.
Naar de uiterlijke verschijningsvorm en het herhaalde karakter daarvan moet het voor een ieder duidelijk zijn geweest dat dit optreden de dood of zwaar lichamelijk letsel van het kind tot gevolg zou kunnen hebben. De rechtbank is dan ook van oordeel dat zowel zijn mededader als verdachte op zijn minst die aanmerkelijke kans op het intreden van de dood en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel willens en wetens hebben aanvaard.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. medeplegen van poging tot doodslag;
2. medeplegen van poging tot zware mishandeling, begaan tegen het kind van zijn mededader, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is door het PBC een multidisciplinair rapport gedateerd 18 februari 2004 uitgebracht, opgemaakt door de psycholoog Van Kempen en de psychiater Malkus.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.
Deze conclusie komt er op neer dat verdachte ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten weliswaar de ongeoorloofdheid hiervan heeft kunnen inzien, doch in mindere mate dan de gemiddeld normale mens in staat is geweest zijn wil in vrijheid - overeenkomstig een dergelijk besef - te bepalen.
De gedragsdeskundigen concluderen dat onderzochte ten tijde van het plegen van de hem ten laste gelegde feiten lijdende was aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, dat de feiten - indien bewezen - hem slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
De rechtbank neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Onder de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volle-dig is geweest.
Door het PBC is de mogelijkheid geadviseerd van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Een aantal daartoe opgeworpen opties bleek reeds ten tijde van het opmaken van het rapport niet haalbaar, terwijl ook de nadien de door de reclassering in samenwerking met het PBC beproefde (behandelings)trajecten niet begaanbaar bleken te zijn.
In de ernst van de onderhavige feiten, de omstandigheid dat verdachte niet beschikt over relevante justitiële documentatie en hetgeen in de PBC-rapportage omtrent de persoon van
verdachte en zijn problematiek naar voren is gekomen, ziet de rechtbank aanleiding om de gedragsdeskundigen (nader) ter terechtzitting te horen, alsmede de betrokken medewerker van de reclassering.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Heropent het onderzoek en schorst dit tot de terechtzitting van vrijdag 7 mei 2004 te 13.45 uur.
Beveelt de oproeping tegen opgemelde terechtzitting van:
- de psycholoog H.A.van Kempen en de psychiater W.Malkus, beiden werkzaam bij de Psychiatrische Observatiekliniek PBC te Utrecht,
- de reclasseringswerker H.Winkels, werkzaam bij de Stichting Reclassering Nederland, unit Apeldoorn,
teneinde alsdan als getuigen/deskundigen te worden gehoord.
Beveelt voorts de oproeping van verdachte - met kennisgeving daarvan aan zijn raadsman -.
Aldus gewezen door mrs. Van Hoorn, voorzitter, Elders en Van Apeldoorn, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 april 2004.
Mr. Elders is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.