ECLI:NL:RBZUT:2004:AO2852
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Weigering medewerking wijziging bestemmingsplan Buitengebied voor nieuw agrarisch bedrijf te Putten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 19 januari 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een agrariër, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten. Eiser had een verzoek ingediend voor medewerking aan een wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied, met als doel de vestiging van een nieuw agrarisch bedrijf aan de Goorsteeg te Putten. Het college had eerder, op 17 juni 2003, geweigerd om medewerking te verlenen aan deze wijziging, en dit besluit werd op 2 september 2003 bevestigd in een bestreden besluit. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en op 27 november 2003 de zitting gehouden. Eiser werd bijgestaan door zijn juridisch adviseur, ing. L. Polinder, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door mr. G.J. Vooren en drs. A.H. Gijlers. De kern van het geschil was of het college terecht had geweigerd om medewerking te verlenen op basis van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Het college stelde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor wijziging van het bestemmingsplan, omdat hij ammoniakemissierechten had aangekocht van een beëindigd bedrijf, wat volgens hen wijziging uitsloot.
De rechtbank oordeelde echter dat het college ten onrechte had gesteld dat de wijziging uitgesloten was. De beëindiging van het pluimveebedrijf in Barneveld, waarvan eiser rechten had overgenomen, stond te ver van de nieuwvestiging van het varkensbedrijf in Putten om te spreken van een situatie als bedoeld in de planvoorschriften. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om binnen zes weken een nieuwe beslissing te nemen. Tevens werd de gemeente Putten veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser.