ECLI:NL:RBZUT:2003:AO5336

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/060326-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Hoorn
  • Elders
  • Van den Dungen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tasjesrover in Apeldoorn

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 december 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en pogingen tot diefstal, gepleegd in Apeldoorn. De verdachte werd ervan beschuldigd op verschillende data, waaronder 2 september en 5 augustus 2003, handtassen en andere goederen te hebben weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan deze misdrijven, waarbij geweld en bedreiging met geweld zijn gebruikt tegen de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de verdachte en zijn mededaders aanzienlijke schade en psychische gevolgen hebben veroorzaakt bij de slachtoffers. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de impact van zijn daden op de samenleving. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarbij de rechtbank de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering heeft gebracht. Daarnaast zijn er schadevergoedingen opgelegd aan de benadeelde partijen, waarbij de rechtbank de vorderingen van de slachtoffers heeft beoordeeld en gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen gelast, die verband hielden met de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060326-03
Vord. na voorw. veroord.: 06/080306/02
Uitspraak d.d.: 23 december 2003
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboor[woonplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 december 2003.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 02 september 2003 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een handtas (met daarin onder meer en/of 45 euro, althans een geldbedrag, en/of een bankpas en/of een mobiele telefoon (Motorola)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 02 september 2003 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een handtas, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, die tas (krachtig) heeft vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 5 augustus 2003 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een (plastic) tas, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), die tas heeft (vast)gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 04 augustus 2003 tot en met 18 augustus 2003 te Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een (hand)tas (met daarin onder meer een mobiele telefoon en/of een paspoort en/of een rijbewijs en/of een of meer (bank)pas(sen) en een of meer sleutels), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 1
- een tas (met daarin onder meer een portemonnee en/of een hoeveelheid geld en/of een creditcard en/of twee, althans een aantal, bankpassen en/of een mobiele telefoon en/of een aantal sleutels en/of een digitale camera) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende a[slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond uit het (met kracht) rukken en/of trekken aan eerdergenoemde tas, terwijl die tas (met het hengsel) was bevestigd/vastgemaakt aan (het stuur van) de fiets waarop voornoemde [slachtoffer 4] op dat moment reed; incident 3
- een (rug)tas (met daarin onder meer 50 euro, althans een geldbedrag en/of een portemonnee en/of een toilettas en/of een paspoort en/of een rijbewijs en/of een bril met koker en/of een of meer (bank)pas(sen)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 4
- een tas (met daarin onder meer 25 euro, althans een geldbedrag en/of een mobiele telefoon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 5
- een (schouder)tas (met daarin onder meer 120 euro, althans een geldbedrag en/of een portemonnee en/of een identiteitsbewijs en/of een (bank)pas), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 6
- een (hand)tas (met daarin onder meer 100 euro, althans een geldbedrag en/of een portemonnee en/of een bijbel en/of een studieboek en/of (een) (huis)sleutel(s)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 8
- een (schouder)tas (met daarin onder meer een portemonnee en/of een of meer (bank)pas(sen) en/of (een) sleutel(s)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 10
- een (rug)tas (met daarin onder meer 60 euro, althans een geldbedrag en/of een portemonnee en/of een toilettas en/of een sleutelbos en/of een mobiele telefoon en/of een rijbewijs en/of een of meer (bank)pas(sen)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 11
- een koffer, althans een beautycase (met daarin onder meer 5 euro, althans een geldbedrag en/of een portemonnee en/of (een) sleutel(s) en/of een of meer (bank)pas(sen)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 12
- een (dokters)tas (met daarin onder meer 30 euro, althans een geldbedrag en/of een portemonnee en/of (een) sleutel(s) en/of een rijbewijs en/of een of meer (bank)pas(sen)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); incident 13
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, worden deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, en 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 02 september 2003 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een handtas met daarin onder meer 45 euro en een bankpas en een mobiele telefoon (Motorola), toebehorende aan [slachtoffer 1];
2.
hij op 02 september 2003 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een handtas, toebehorende aan [slachtoffer 2], die tas krachtig heeft vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 5 augustus 2003 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een (plastic) tas, toebehorende aan [slachtoffer 3], die tas heeft vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 04 augustus 2003 tot en met 18 augustus 2003 te Apeldoorn telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een handtas met daarin onder meer een mobiele telefoon en een paspoort en een rijbewijs en bankpassen en sleutels, toebehorende aan [slachtoffer 4];
- een tas met daarin onder meer een portemonnee en een hoeveelheid geld en een creditcard en twee bankpassen en een mobiele telefoon en een aantal sleutels, toebehorende aan [slachtoffer 5], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestond uit het met kracht rukken en/of trekken aan eerdergenoemde tas, terwijl die tas met het hengsel was bevestigd/vastgemaakt aan het stuur van de fiets waarop voornoemde [slachtoffer 4] op dat moment reed;
- een rugtas met daarin onder meer 50 euro en een portemonnee en een toilettas en een paspoort en een rijbewijs en een bril met koker en bankpassen, toebehorende aan [slachtoffer 7];
- een tas met daarin onder meer een geldbedrag en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 8];
- een schoudertas met daarin onder meer 120 euro en een portemonnee en een identiteitsbewijs en een bankpas, toebehorende aan [slachtoffer 9];
- een handtas met daarin onder meer 100 euro en een portemonnee en een bijbel en een studieboek en huissleutels, toebehorende aan [slachtoffer 10];
- een schoudertas met daarin onder meer een portemonnee en bankpassen en sleutels, toebehorende aan [slachtoffer 11];
- een rugtas met daarin onder meer 60 euro en een portemonnee en een sleutelbos en een mobiele telefoon en een rijbewijs en passen, toebehorende aan [slachtoffer 12];
- een beautycase met daarin onder meer 5 euro en een portemonnee en sleutels en passen, toebehorende aan [slachtoffer 13];
- een dokterstas met daarin onder meer 30 euro en een portemonnee en sleutels en een rijbewijs en passen, toebehorende aan [slachtoffer 14].
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. diefstal;
2. poging tot diefstal;
3. poging tot diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4. diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd,
en
diefstal vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet open de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte en zijn mededader zich louter uit geldelijk gewin en op grote schaal hebben bezig gehouden met het plegen van tasjesroven. Verdachte en zijn mededader hebben daarbij veel schade, overlast en - naar de ervaring leert - langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij de directe slachtoffers veroorzaakt. Dit soort delicten draagt bovendien bij aan de in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank rekent de verdachte bovendien aan dat hij eerder met justitie in aanraking is geweest, onder meer voor een soortgelijke feiten en daarvoor werd veroordeeld tot een gevangenisstraf. Verdachte was vanwege die veroordeling nog maar relatief kort op vrije voeten op het moment hij de onderhavige delicten pleegde.
In beslag genomen voorwerpen
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een zwarte bromfiets, Beta Ark;
- een gele helm;
volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met betrekking tot welke het bewezenverklaarde is begaan.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Nu er geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast aan veroordeelde van de in beslaggenomen goederen, te weten:
- een grijskleurig telefoontoestel, merk Siemens S40;
- een bedrag van EUR 35,--.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 4], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], bankrekeningnummer [xxxxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR€ 380,78 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van EUR€ 126,80, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 8], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], gironummer [xxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van EUR€ 210,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van EUR€ 120,--, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 10], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR€ 261,95 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van €EUR 143,--, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 11], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR€ 64,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van EUR€ 54,--, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 12], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR€ 294,10 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van €EUR 253,80, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 13], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR€ 339,79 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van EUR€ 99,91, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 14], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van €EUR 476,20 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het bedrag van €EUR 335,20, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overig gevorderde niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd of anderszins aannemelijk is geworden. De benadeelde partij kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht telkens de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Vordering tenuitvoerlegging
Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten, dient de bij vonnis van deze rechtbank van 27 november 2002 (parketnummer 06/080306-02) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen ten uitvoer gelegd te worden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 24, 24c, 27, 33, 33a, 36f, 45, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. diefstal;
2. poging tot diefstal;
3. poging tot diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4. diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd,
en
diefstal vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een zwarte bromfiets, Beta Ark;
- een gele helm;
Gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
- een grijskleurig telefoontoestel, merk Siemens S40;
- een bedrag van €EUR 35,--.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 27 november 2002, te weten van:
een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], bankrekeningnummer [xxxxxxxxx], van een bedrag van EUR€ 126,80, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], een bedrag te betalen van EUR€ 63,40, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover ver-dachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van €EUR 63,40 (van het totaal van EUR€ 126,80) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van EUR€ 63,40 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 8], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], gironummer [xxxxxxx], van een bedrag van EUR€ 120,--, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 8], een bedrag te betalen van €EUR 60,--, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van €EUR 60,-- (van het totaal van EUR 120,--) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 8], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van EUR€ 60,-- heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 8] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 10], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], van een bedrag van EUR€ 143,--, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10], een bedrag te betalen van €EUR 71,50, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van €EUR 71,50 (van het totaal van EUR 143,--) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van €EUR 71,50 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 10] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 11], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], van een bedrag van €EUR 54,--, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 11], een bedrag te betalen van EUR€ 27,--, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van EUR€ 27,-- (van het totaal van EUR 54,--) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 11], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van EUR€ 27,-- heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 11] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 12], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], van een bedrag van EUR€ 253,80, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 12], een bedrag te betalen van €EUR 126,90, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 2 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van EUR€ 126,90 (van het totaal van EUR 253,80) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 12], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van EUR€ 126,90 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 12] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 13], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], van een bedrag van EUR€ 99,91, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 13], een bedrag te betalen van €EUR 49,95, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover ver-dachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van EUR €49,95 (van het totaal van EUR€ 99,91) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 13], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van EUR€ 49,95 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 13] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 14], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], banknr. [xxxxxxxxx], van een bedrag van EUR€ 335,20, met dien verstande dat indien en voor zover de mededader betaalt, verdachte daarvan zal zijn bevrijd, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14], een bedrag te betalen van €EUR 167,60, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 3 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
De rechtbank verstaat daarbij dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van het bedrag van EUR€ 167,60 (van het totaal van EUR€ 335,20) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14], daarmee de verplichting van verdachte om dit deel van het totaalbedrag aan deze benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien de verdachte aan de betreffende benadeelde partij het bedrag van €EUR 167,60 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van het betreffende bedrag komt te vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 14] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Van Hoorn, voorzitter, Elders en Van den Dungen, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 december 2003.