ECLI:NL:RBZUT:2003:AO4439
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.H. Westhuis
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Nederlandse rechter inzake faillissement van in Duitsland woonachtige ondernemer
Op 18 december 2003 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak waarin de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid (BPF-Bouw) en andere stichtingen verzochten om de faillietverklaring van een ondernemer die voorheen in Nederland actief was. De ondernemer had zijn onderneming in Nederland opgeheven en woonde inmiddels in Duitsland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ondernemer zijn bedrijf in Winterswijk had opgeheven op 17 maart 2003 en dat er geen vestiging meer in Nederland was. De rechtbank oordeelde dat, op basis van artikel 3 lid 2 van de Europese Insolventie Verordening, de Nederlandse rechter alleen bevoegd zou zijn om faillissement uit te spreken als de ondernemer nog een vestiging in Nederland had. Aangezien dit niet het geval was, verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om het verzoek tot faillietverklaring te behandelen. De aanwezigheid van Nederlandse schuldeisers was niet voldoende om de bevoegdheid van de Nederlandse rechter te rechtvaardigen, en de rechtbank verwierp deze stelling. De beslissing werd genomen in de afwezigheid van de verweerder, die rechtsgeldig was opgeroepen maar niet was verschenen.