RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/060316-03
Uitspraak d.d.: 16 december 2003
tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [plaats] ([land]) op [geboortedatum],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Doetinchem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
2 december 2003.
Ter terechtzitting gegeven beslissing
Het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis is afgewezen.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 augustus 2003 te Winterswijk tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in/uit een bedrijfspand heeft weggenomen twee, althans een
geldkistje(s) en/of (een) autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan installatiebedrijf Heegt, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
meerdere, althans een ra(a)m(en) geforceerd;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 21 augustus 2003 te Aalten tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in/uit een pand heeft weggenomen meerdere, althans een laptop(s),
althans computerapparatuur en/of een kluis (met inhoud), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan Hamalandgroep Aalten/De Marke, in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming, te weten door een hekwerk en/of (een) ra(a)m(en) te forceren;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten las-te gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 21 augustus 2003 te Winterswijk tezamen en in vereniging met anderen
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een bedrijfspand heeft
weggenomen twee geldkistjes en autosleutels toebehorende aan
installatiebedrijf Heegt, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
2.
hij op 21 augustus 2003 te Aalten tezamen en in vereniging met anderen met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand heeft weggenomen een
kluis (met inhoud), toebehorende aan Hamelandgroep Aalten/De Marke, waarbij
verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben
verschaft door middel van braak en inklimming, te weten door een raam te forceren.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feiten 1 en 2 telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een on-voorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte en zijn mededaders om opsporingstechnische redenen kennelijk hebben gekozen voor een allengs bekender wordende werkwijze, die kan worden bestempeld als crimineel toerisme. Als gevolg van de door hem en zijn mededaders gepleegde inbraken is ergerlijke schade en overlast ontstaan. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte eerder met justitie in aanraking is gekomen terzake van vermogensdelicten.
De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten en zij zal derhalve een hogere straf dan gevorderd opleggen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Hamelandgroep Aalten, gevestigd [postcode en plaats], Eerste [adres] heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van €EUR 7.485,72 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafgeding. De rechtbank overweegt daarbij dat de vordering is betwist en dat onduidelijk is of de schade reeds door de verzekeringsmaatschappij is vergoed.
De benadeelde partij kan haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
feiten 1 en 2 telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart de benadeelde partij Hameland Aalten niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven, voorwerpen aan veroordeelde, te weten: een paar Nike schoenen en een Nokia telefoontoestel.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de opgelegde straf.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, mrs. De Bie en Van den Dungen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 december 2003.