ECLI:NL:RBZUT:2003:AN8648
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling gedifferentieerde premiepercentage en voorschotten WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 18 juni 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de gedifferentieerde premie voor de WAO. De werkneemster, in dienst bij de werkgever, had zich ziekgemeld en ontving een voorschot op haar WAO-uitkering. De rechtbank oordeelde dat dit voorschot niet gelijkgesteld kan worden met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit betekent dat het voorschot niet meegeteld mag worden bij de bepaling van het gedifferentieerde premiepercentage voor de werkgever. De rechtbank stelde vast dat de werkgever onterecht was gestraft met een hoger premiepercentage, omdat de voorschotten niet als uitkeringslasten konden worden beschouwd. De rechtbank vernietigde het besluit van het UWV en bepaalde dat het UWV opnieuw moest beslissen op het bezwaar van de werkgever, met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank merkte op dat het systeem voor de vaststelling van de gedifferentieerde premie wel degelijk compensatie voorzag voor werkgevers in situaties waarin ten onrechte uitkeringen waren verstrekt. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte toepassing van de wetgeving rondom de WAO en de premiedifferentiatie.