ECLI:NL:RBZUT:2003:AL1460

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
4 augustus 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/037076-03
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verdachte in milieuzaken betreffende preiafval op bouwperceel

In de zaak voor de Rechtbank Zutphen, behandeld door de economische politierechter mr. W.L.F. Prisse, werd op 4 augustus 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het ontdoen van afvalstoffen, specifiek preiafval, op een bouwperceel in de gemeenten Gendringen en Dinxperlo. De tenlastelegging betrof de periode van 1 november 2002 tot en met 13 januari 2003, waarin de verdachte, al dan niet opzettelijk, samen met anderen of alleen, preiafval buiten een inrichting op of in de bodem had gebracht. De verdachte stelde dat het verwerken van restafval van een perceelgewas op hetzelfde perceel is toegestaan en dat dit kan worden gezien als een bodemverbeteraar.

De rechtbank oordeelde dat de op het perceel aangetroffen prei en de restanten daarvan afkomstig waren van de preioogst van dat perceel. Dit betekent dat het organische materiaal dat aan de aarde was teruggegeven, niet als afvalstof kan worden aangemerkt. De rechtbank verwees naar Richtlijn 75/442, waarin wordt gesproken over de terugwinning van materialen ter bescherming van natuurlijke hulpbronnen. De preirestanten konden bovendien onder de categorie 'andere stoffen die in de landbouw worden gebruikt' vallen, wat een uitzondering op het begrip afvalstof zou vormen.

Uiteindelijk leidde dit alles tot de beslissing van de rechtbank om de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de nuances in de wetgeving rondom afvalstoffen en de mogelijkheden voor agrarische ondernemers om restmaterialen op een ecologisch verantwoorde manier te verwerken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Economische politierechter
Aantekening mondeling vonnis
Parketnummer 06/037076-03
Uitspraak van de economische politierechter mr. W.L.F. Prisse van 4 augustus 2003, in de zaak tegen de verdachte
Naam: [bedrijf A]
Adres: [adres]
Plaats: [plaats]
Tegenspraak
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 november 2002 t/m 13 januari 2003
in de gemeente(n) Gendringen en/of Dinxperlo,
al dan niet opzettelijk,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
zich van afvalstoffen, te weten preiafval, heeft ontdaan
door deze aan of nabij de Terborgseweg resp. de Heurneseweg
- al dan niet in verpakking - buiten een inrichting
op of in de bodem te brengen;
artikel 1a Wet op de economische delicten
art 10.2 lid 1 Wet milieubeheer
Beslissing: Vrijspraak
Motivering:
Als zijdens verdachte gesteld en van de zijde van het O.M. niet weersproken staat vast dat de op het in geding zijnde perceel aangetroffen prei en/of de restanten daarvan in totaliteit afkomstig waren van de preioogst van dat perceel.
Anders gezegd: aan de aarde is teruggegeven (in haar ecologische kringloop) - een deel van - het organische materiaal dat zij heeft voortgebracht. De rechtswetenschap kan hierbij verder geen functie vervullen.
Ten overvloede echter is wel onderbouwing te vinden voor na te geven vrijspraak in Richtlijn 75/442, waar in de preambule sprake is van terugwinning van materialen om aldus de natuurlijke hulpbronnen te bescherm,en. Bovendien zouden de preirestanten in kwestie gebracht kunnen worden onder de categorie "andere stoffen die in de landbouw worden gebruikt" (art. 2, lid 2 sub c, van genoemde verordening) en vormen aldus een uitzondering op het begrip afvalstof.
Noot:
Op verschillende momenten wordt geconstateerd dat op het door verdachte gepachte bouwperceel meerdere lagen prei waren uitgereden danwel preiafval was gestort/uitgereden.
Volgens verdachte mag productie restafval van een perceelgewas op hetzelfde perceel worden verwerkt en is in casu te zien als bodemverbeteraar. Bij misoogst mag de complete oogst vernietigd worden en ter plaatse worden onder gemaakt.