ECLI:NL:RBZUT:2003:AK4826
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vergunning voor het plaatsen van een bandenschommel op een speelterrein te Eibergen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 29 augustus 2003 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Eibergen. Dit besluit, genomen op 13 mei 2003 en verzonden op 23 mei 2003, verleende vrijstelling van het bestemmingsplan voor het plaatsen van een bandenschommel op het speelterrein Hasselt. Verzoekers, waaronder [heer A] en [heer B], dienden op 2 juli 2003 een bezwaarschrift in en vroegen om een voorlopige voorziening op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De zitting vond plaats op 21 augustus 2003, waar verzoekers in persoon verschenen en verweerder vertegenwoordigd werd door [heer C].
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bandenschommel in mei 2002 was geplaatst, maar dat verzoekers zich al snel beklaagden over de overlast die het toestel veroorzaakte. De gemeente Eibergen besloot daarop om de benodigde vergunningen te verkrijgen. De bandenschommel bleek echter niet vergunningvrij te zijn, omdat deze met een hoogte van 3,23 meter de wettelijke grens overschreed. De voorzieningenrechter heeft vervolgens beoordeeld of de gemeente bevoegd was om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan.
De rechter concludeerde dat de bandenschommel voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling en dat de gemeente in redelijkheid tot het verlenen van deze vrijstelling had kunnen besluiten. De overlast die verzoekers ervoeren, werd niet als zodanig relevant beschouwd dat dit de vergunning in gevaar zou brengen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de geluidsoverlast van spelende kinderen tot op zekere hoogte moest worden geaccepteerd en dat er geen direct verband was tussen de bandenschommel en de overlast van hangjongeren. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en de rechter gaf aan dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.