ECLI:NL:RBZUT:2003:AK4063

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
15 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01 / 1353 WVG 52
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende vervoersvoorziening

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 15 september 2003, hebben eisers, [heer A] en [mevrouw A], beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Dit besluit, gedateerd op 5 september 2001, hield de ongegrondverklaring van hun bezwaar in tegen eerdere besluiten van 29 januari 2001, waarbij hen een vervoersvoorziening werd toegekend op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG). De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om een nader medisch onderzoek te laten uitvoeren door een deskundige, K. Schäffer, orthopaedisch chirurg.

Tijdens de zitting op 4 april 2002 zijn eisers in persoon verschenen, bijgestaan door [mevrouw B] van de Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie (ANGO). Na het deskundigenadvies heeft verweerder aan de rechtbank laten weten dat de grondslag van het bestreden besluit was komen te vervallen, en dat eiseres met ingang van 1 februari 2001 ongewijzigd in aanmerking was gebracht voor een individuele vervoersvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen auto. Hierop hebben eisers hun beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft vervolgens beslist op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarbij zij oordeelde dat verweerder geheel aan eiseres was tegemoetgekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres redelijkerwijs kosten heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep. Op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn 2 punten toegekend, met een wegingsfactor van 1. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 644,=, te betalen door de gemeente Nunspeet. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, sector bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
Reg.nr.: 01 / 1353 WVG 52
UITSPRAAK
in het geding tussen:
[heer A], wonende te [plaats], eiser,
[mevrouw A], wonende te [plaats], eiseres,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet, verweerder.
1. Aanduiding bestreden besluit
Besluit van verweerder van 5 september 2001, houdende ongegrondverklaring van het bezwaar van eisers tegen de besluiten van 29 januari 2001, waarbij aan eisers - onder toepassing van een afbouwregeling - met ingang van 1 februari 2001 een vervoersvoorziening ingevolge de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) is toegekend in het gebruik van het collectief vraagafhankelijk vervoer.
2. Procesverloop
Tegen het bestreden besluit is namens eisers door mevrouw [mevrouw B] werkzaam bij de Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie (ANGO) te Amersfoort, beroep ingesteld bij brief van 16 oktober 2001. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden.
Het beroep is behandelend ter zitting van 4 april 2002, waar eisers in persoon zijn verschenen, bijgestaan door [mevrouw B] voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen [heer C]
Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting met toepassing van artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschorst teneinde een nader medisch onderzoek te
doen instellen.
Op verzoek van de rechtbank heeft K. Schäffer, orthopaedisch chirurg te Apeldoorn, als deskundige van advies gediend bij rapport van 25 juni 2003.
Verweerder heeft vervolgens aan de rechtbank doen weten dat de grondslag van het bestreden besluit is komen te ontvallen en dat eiseres met ingang van 1 februari 2001 ongewijzigd in aanmerking is gebracht voor een individuele vervoersvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto.
Daarop is het beroep ingetrokken en is tevens verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Bij brief van 4 september 2003 heeft verweerder op dit verzoek gereageerd.
Omtrent het verzoek wordt met toepassing van artikel 8:54 van de Awb beslist.
3. Motivering
In artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb is bepaald dat ingeval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, dit orgaan op verzoek van de indiener van het beroepschrift in diens kosten kan worden veroordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder in het onderhavige geval geheel aan eiseres is tegemoetgekomen. Voorts is genoegzaam gebleken dat eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs kosten heeft moeten maken. De rechtbank acht termen aanwezig verweerder in deze kosten te veroordelen.
Met toepassing van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht worden 2 punten toegekend, waarbij een wegingsfactor 1 wordt gehanteerd.
Ten overvloede wijst de rechtbank er op dat de gemeente Nunspeet op grond van artikel 8:41, vierde lid, van de Awb gehouden is het betaalde griffierecht aan eiseres te vergoeden.
4. Beslissing
De rechtbank,
recht doende:
veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 644,= euro, terzake van verleende rechtsbijstand, te betalen door de gemeente Nunspeet.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending verzet worden gedaan bij deze rechtbank, sector bestuursrecht, Postbus 205, 7200 AE Zutphen.
Aldus gegeven door mr. L.J.P. Lambooij en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.
Afschrift verzonden op: