ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9575
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de status van heideplagsel als afvalstof in het kader van milieuwetgeving
In deze zaak, behandeld door de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen, is de vennootschap onder firma [verdachte] V.O.F. aangeklaagd voor het ontdoen van afvalstoffen, specifiek heideplagsel, in de periode van 1 november 2001 tot en met 10 januari 2002. De verdachte zou dit afval buiten een inrichting op een perceel in Uddel hebben gebracht, wat in strijd is met artikel 10.2 van de Wet milieubeheer. Daarnaast werd de verdachte verweten dat zij bedrijfsafvalstoffen, zoals heideplagsel, heeft ingezameld zonder de juiste vergunningen, wat ook in strijd is met de Wet milieubeheer en de Provinciale milieuverordening Gelderland.
De rechter overwoog dat heideplagsel, hoewel niet expliciet genoemd in de Kaderregeling afvalstoffen, onder de definitie van afvalstoffen valt zoals beschreven in de Wet milieubeheer. De omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat het plagsel een restmateriaal was dat diende te worden afgevoerd, waren bepalend voor de kwalificatie als afvalstof. De rechter concludeerde dat de verdachte zich opzettelijk van deze afvalstoffen heeft ontdaan en dat de handelingen van de verdachte in strijd waren met de geldende milieuwetgeving.
Uiteindelijk werd de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, maar de rechter besloot geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De uitspraak werd gedaan op 7 juli 2003, na een zitting op 23 juni 2003, waarbij de rechter de bewijsvoering en de argumenten van de verdediging zorgvuldig heeft gewogen.