ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9575

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
7 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/037507-02
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de status van heideplagsel als afvalstof in het kader van milieuwetgeving

In deze zaak, behandeld door de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen, is de vennootschap onder firma [verdachte] V.O.F. aangeklaagd voor het ontdoen van afvalstoffen, specifiek heideplagsel, in de periode van 1 november 2001 tot en met 10 januari 2002. De verdachte zou dit afval buiten een inrichting op een perceel in Uddel hebben gebracht, wat in strijd is met artikel 10.2 van de Wet milieubeheer. Daarnaast werd de verdachte verweten dat zij bedrijfsafvalstoffen, zoals heideplagsel, heeft ingezameld zonder de juiste vergunningen, wat ook in strijd is met de Wet milieubeheer en de Provinciale milieuverordening Gelderland.

De rechter overwoog dat heideplagsel, hoewel niet expliciet genoemd in de Kaderregeling afvalstoffen, onder de definitie van afvalstoffen valt zoals beschreven in de Wet milieubeheer. De omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat het plagsel een restmateriaal was dat diende te worden afgevoerd, waren bepalend voor de kwalificatie als afvalstof. De rechter concludeerde dat de verdachte zich opzettelijk van deze afvalstoffen heeft ontdaan en dat de handelingen van de verdachte in strijd waren met de geldende milieuwetgeving.

Uiteindelijk werd de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, maar de rechter besloot geen straf of maatregel op te leggen, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De uitspraak werd gedaan op 7 juli 2003, na een zitting op 23 juni 2003, waarbij de rechter de bewijsvoering en de argumenten van de verdediging zorgvuldig heeft gewogen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Economische politierechter
Parketnummer: 06/037507-02
Uitspraak d.d.: 7 juli 2003
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
de vennootschap onder firma [verdachte] V.O.F.,
gevestigd te [Nijkerk], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 juni 2003.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 november 2001 tot en met
10 januari 2002 in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, zich van afvalstoffen te weten een hoeveelheid heideplagsel heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting op een perceel (bouwgrond) op of aan de Broekeld en/of aan de Oude Dijk te Uddel op of in de bodem te brengen;
artikel 1a Wet op de economische delicten
art 10.2 lid 1 Wet milieubeheer
2.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 juli 2001 tot en met 10 januari 2002 in de gemeente Apeldoorn, in ieder geval in de provincie Gelderland, al dan niet opzettelijk, bedrijfsafvalstoffen, behorende tot de categorie van bedrijfsafvalstoffen die
in bijlage 4, onderdeel b, van de Provinciale milieuverordening Gelderland zijn aangewezen, te weten heideplagsel (agrarisch-, tuinbouw- en veilingafval), heeft ingezameld;
artikel 1a Wet op de economische delicten
art 1.2 lid 1 Wet milieubeheer
art 4.3.2.11 Provinciale milieuverordening
Bewezenverklaring
Namens verdachte is gesteld dat verdachte dient de worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde feit omdat heideplagsel geen afvalstof is.
De economische politierechter overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer is het verboden zich van afvalstoffen te ontdoen door deze al dan niet in verpakking buiten een inrichting op of in de
Parketnummer: 06/037507-02 - 2 -
bodem te brengen. Afvalstoffen zijn alle stoffen, preparaten of andere produkten, waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, welke definitie moet worden bezien in het licht van artikel 1 van de richtlijn nr. 75/442 EEG.
Heideplagsel wordt niet genoemd in de ter uitvoering van genoemde richtlijn vastgestelde Kaderregeling afvalstoffen.
Het antwoord op de vraag of sprake is van een afvalstof is dan afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
De grond is afgeplagd ter verschraling van de grond om behoud van heide groei te bevorderen. Het plagsel was een restmateriaal dat diende te worden afgevoerd en vertegenwoordigde een negatieve waarde, althans verdachte ontving geld voor transport en verwerking en verdachte heeft de stof om niet af gegeven ten behoeve van grondverbetering of grondophoging. Het grootste deel van het plagsel was plantaardig van aard dat de oorspronkelijke functie (vegetatie) verloor.
Gelet op het voorgaande was het plagsel een stof waarvan verdachte zich met het oog op de verwijdering daarvan heeft ontdaan en een bedrijfsafvalstof
Naar het oordeel van de economische politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
zij op tijdstippen in de periode 1 november 2001 tot en met 10 januari 2002 in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk zich van afvalstoffen te weten een hoeveelheid heideplagsel heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting op een perceel (bouwgrond) op of aan de Broekeld en aan de Oude Dijk te Uddel op en in de bodem te brengen;
2.
zij op tijdstippen in de periode 1 juli 2001 tot en met 10 januari 2002 in de gemeente Apeldoorn, in ieder geval in de provincie Gelderland, opzettelijk bedrijfsafvalstoffen, behorende tot de categorie van bedrijfsafvalstoffen die in bijlage 4, onderdeel b, van de Provinciale milieuverordening Gelderland zijn aangewezen, te weten heideplagsel (agrarisch-, tuinbouw- en veilingafval), heeft ingezameld.
Wat meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de economische politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 10.21 (oud), eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Parketnummer: 06/037507-02 - 3 -
Strafbaarheid van de verdachte
Ingevolge artikel 4.3.2.11, tweede lid, van de provinciale milieuverordening geldt het inzamelverbod niet voor afvalstoffen bedoeld in bijlage II van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (259/93). Gesteld noch gebleken is dat die uitzondering zich hier voor doet.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel
In verband met de ernst van de feiten, de persoonlijkheid van de verdachte en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, acht de economische politierechter het raadzaam dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen:
- 1, 9a, 51, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 10.2 en 10.21 (oud) van de Wet milieubeheer;
- 4.3.2.11 van de Provinciale milieuverordening.
BESLISSING
De economische politierechter beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 10.21 (oud), eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde strafbaar.
Bepaalt, dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Parketnummer: 06/037507-02 - 4 -
Dit vonnis is gewezen mr. Lok, economische politierechter, in tegenwoordigheid
van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank
van 7 juli 2003.